ChristenUnie
Bijdrage debat beleidskader vreemdelingenrechtelijke openbare
ordebeleid dinsdag 11 oktober 2005 - 11:12
Bron: ongecorrigeerd stenogram
Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie): Voorzitter. Mijn fractie
vindt het niet verkeerd om vreemdelingenbeleid en openbare orde en
preventie van criminaliteit aan elkaar te verbinden. Dat is in het
vreemdelingenrecht allang het geval. Vreemdelingen die zich ern-stig
misdragen, maken misbruik van onze gastvrijheid en ontneming van de
verblijfsvergun-ning kan dan een passende sanctie zijn. Nu gaat het om
de vraag of een aanscherping van de bestaande wetgeving nodig is. Mijn
fractie twijfelt daaraan. Na lezing van het advies van de ACVZ zijn
wij ervan overtuigd dat de huidige wet voldoende mogelijkheden biedt
voor bestraffing en preventie.
Het probleem zit hem niet in de wet, maar in de uitvoering. Ook in de
beantwoording van de schriftelijke vragen heeft de minister ons niet
kunnen overtuigen van de noodzaak om de wet aan te scherpen. Zij stelt
de aanscherping nodig te hebben om veelplegers adequaat te kunnen
aanpakken. Maar tegelijkertijd is er onduidelijkheid over de
veelplegers. Hun aantal is niet duidelijk en er is ook niet duidelijk
hoeveel vreemdelingen er nu eigenlijk zijn onder de veelplegers. Als
de minister veelplegende vreemdelingen wil aanpakken, dan kan zij dit
doen met een maatregel specifiek gericht op deze groep.
Wij zien geen voordelen in aanscherping van de Vreemdelingenwet op dit
punt. De wet biedt voldoende mogelijkheden, maar die worden niet
benut. Wij zien wel nadelen. Wat ons betreft moet de wet te handhaven
zijn en op dat punt hebben wij bij de voorgestelde glij-dende schaal
vragen. Wij hebben twee bezwaren, een bij het begin en een bij het
einde. Voor wat betreft het begin, namelijk de eerste drie jaar, is
het te gemakkelijk om de buitengewone, zware maatregel van uitzetting
toe te passen. Zó gemakkelijk, dat dit het beginsel van de
pro-portionaliteit geweld aan doet. Wij hebben ook een bezwaar bij het
einde of beter gezegd het gebrek aan een einde. Er is geen einde.
Naarmate de vreemdeling langer in ons land verblijft, zal de straf van
ontneming van de verblijfsvergunning steeds zwaarder worden. Zó zwaar,
dat ook hier sprake is van gebrek aan proportionaliteit.
Ons oordeel is dat de voorgestelde aanscherping zó draconisch is dat
deze geen gevolgen zal kunnen hebben voor de uitvoering. Daarmee is
het symboolwetgeving. Daar zijn wij niet voor.
---