Toespraak van minister-president mr. dr. Jan Peter Balkenende bij het in
ontvangst nemen van het eredoctoraat van de Károli Gáspár Reformed
University, Boedapest,
11 oktober 2005
De kracht van de gemeenschap en gedeelde waarden in een democratische
samenleving
Mijnheer de Rector Magnificus, dames en heren,
Gisteren heb ik het eredoctoraat van deze universiteit, de Károli Gáspár
Reformed University, in ontvangst mogen nemen. Ik vind het een eer dat deze
gerenommeerde universiteit in haar jubileumjaar mij dit eredoctoraat heeft
toegekend. Naast u danken, wil ik u van harte feliciteren met uw 150e
verjaardag.
Ik ben verheugd dat ik hier in Boedapest voor u sta. De relatie tussen
Hongarije en Nederland is uitstekend en gaat eeuwen terug. Op
maatschappelijk, cultureel en religieus gebied hebben Nederlandse
organisaties door de jaren heen betrokkenheid getoond bij het Hongaarse
volk. En dat doen zij tot op de dag van vandaag.
Het is misschien wel vanwege de nauwe band tussen onze beide landen dat er
op deze universiteit veel belangstelling bestaat voor de opleiding 'Dutch
studies'. Een gedegen opleiding waar meer wordt onderwezen dan de
Nederlandse taal alleen, heb ik met genoegen vastgesteld. Ik weet dat een
aantal studenten van deze opleiding vandaag in de zaal aanwezig is. Ik wil
graag kort het woord tot hen richten.
(In het Nederlands:) Beste vrienden, dank voor jullie interesse in mijn
vaderland en mijn moedertaal. Ik hoop dat jullie enthousiast zijn geworden
over Nederland en dit enthousiasme in jullie verdere loopbaan zullen
uitdragen.
Mijnheer de Rector Magnificus, dames en heren,
Károli Gáspár bracht de Bijbel bij de Hongaren. Deze universiteit draagt de
naam van een 16e eeuwse schrijver en dominee wiens werk tot ver na zijn
dood het Hongaarse leven heeft beïnvloed. In Nederland hadden we in de 19e
eeuw een schrijver en dominee wiens werk van grote betekenis is geweest
voor de Nederlandse maatschappij.
Zijn naam was Abraham Kuyper. Hij was meer dan een schrijver en een
dominee. Hij was ook oprichter van een dagblad, een universiteit en een
politieke partij. Bovendien was hij van 1901 tot en met 1905 minister-
president van Nederland. Abraham Kuyper was een veelzijdig en zeer
productief man. Een denker die - zoals iemand het eens uitdrukte - "not
only had some interesting thoughts, but who made them work as well. He was
not just a social thinker, but, - more than any other Dutchman - , he
changed Dutch society."
Kuypers drijfveer in zijn werk, leven en denken was zijn diepgewortelde
geloof in de absolute soevereiniteit van God. Eén van zijn uitspraken uit
1880 is denk ik typerend: "En geen duimbreed is er op heel het erf van ons
menselijk leven, waarvan de Christus, die áller Souverein is, niet roept:
"Mijn!"".
Kuyper is voor mij een inspiratiebron. Dat heb ik nooit onder stoelen of
banken gestoken. Ik bewonder zijn op het geloof geïnspireerde ideeën en
deel zijn mens- en maatschappijvisie. En ik ben van mening dat zijn
gedachtegoed ook in onze tijd toepasbaar is.
Ik moet daar wel direct een relativerende opmerking bij maken. De ideeën
van Kuyper kunnen niet los gezien worden van de tijd en de plaats waarin
hij ze opperde. Dit geldt overigens ook voor de meeste andere denkers. We
moeten Kuypers gedachtegoed niet beschouwen als een vast 'format' dat één-
op-één toegepast kan worden in deze tijd. Maar de essentie van zijn ideeën
blijft in veel gevallen overeind.
Vandaag wil ik graag ingaan op Kuypers leer van de soevereiniteit in eigen
kring. Ik zal daar eerst in het algemeen enkele woorden aan wijden. Daarna
zal ik deze leer verbinden aan drie hedendaagse thema's:
De rol van de civil society in een samenleving.
Omgaan met verschillende religies in een samenleving.
Hoe verder met de Europese Unie?
Bij alle drie deze thema's zal blijken dat gedeelde waarden een belangrijke
rol spelen.
Soevereiniteit in eigen kring
Kuyper introduceerde de leer van de soevereiniteit in eigen kring tijdens
de oprichting van de Vrije Universiteit in 1880. Een universiteit waaraan
ik studeerde en waaraan ik ook als hoogleraar was verbonden. De 'founding
father' van deze gereformeerde Nederlandse universiteit sprak daar voor het
eerst over het bestaan van allerlei kringen in het leven - zo talloos als
de sterrenbeelden aan het firmament - , met ieder een eigen soevereiniteit.
Het gaat hier om kringen als: het gezin, de kerk, het bedrijfsleven, de
wetenschap, de kunst, de landbouw en allerlei andere denkbare
maatschappelijke terreinen met hun verbanden en verenigingen.
Deze verschillende sectoren ontlenen in de visie van Kuyper hun
soevereiniteit aan God. De staat kan zich daar niet tussen schuiven. Het is
de taak van de staat de voorwaarden te scheppen voor het goed functioneren
van de kringen, het recht tussen de kringen onderling te handhaven en
individuele burgers te beschutten tegen overheersing van hun kring. Bloei
mogelijk maken en botsing voorkomen, aldus Kuyper. Meer niet.
Dit was de kern van wat Kuyper heeft gezegd en geschreven over de
soevereiniteit in eigen kring. De doctrine werd later verder uitgewerkt
door de rechtsfilosoof Herman Dooyeweerd in de 'Wijsbegeerte der Wetsidee'.
Het doel van Kuyper was het positioneren van het gereformeerde volksdeel
dat zich op dat moment in een achterstandspositie bevond. Een functionele,
bijna pragmatische reden om de soevereiniteit in eigen kring te
introduceren.
Ik denk dan ook dat Kuyper het me niet kwalijk zou nemen als ik zijn ideeën
nu vertaal naar onze tijd. En - zoals gezegd - verbindt aan drie actuele
thema's.
De rol van de civil society
Om te beginnen, wil ik iets zeggen over de rol van de civil society in de
samenleving. Met zijn leer van de soevereiniteit in eigen kring zette
Kuyper zich eigenlijk af tegen een almachtige staatssoevereiniteit.
Terecht. Ik zou daar aan willen toevoegen dat we ons daarnaast ook af
moeten zetten tegen een almachtige markt. Er is meer dan een markt en een
overheid.
De kracht van een samenleving ligt bij de maatschappelijke verbanden. Bij
de civil society. Kuyper sprak over "de veerkracht van de burgerij" en
bepleitte een onbelemmerde ontplooiing van het maatschappelijk leven. Ik
zeg hem dat graag na.
Ik leg veel werkbezoeken af. Ik hoor graag zelf van mensen wat hen
bezighoudt. En keer op keer valt me op hoeveel creativiteit mensen,
gemeenschappen en organisaties hebben. Of het nu gaat om het leefbaar
houden van de eigen buurt. Het zorgen voor een zieke ouder of vriend. Het
draaiende houden van een voetbalvereniging. Er komt zoveel moois tot stand
in de sociale verbanden. Daar moet je je als overheid niet mee bemoeien.
Dat moet je ook niet willen. De overheid moet vrijheid en vertrouwen durven
geven. Want wie vertrouwen geeft, krijgt ook vertrouwen terug.
In Nederland heeft de overheid de afgelopen decennia de ruimte van de
kringen ingeperkt door te veel regels, te veel bureaucratie. Regels
hinderen creativiteit van burgers en organisaties in plaats van haar te
stimuleren. De veerkracht van de burgers is op de proef gesteld. Daarom is
het nu één van de kerndoelen van het huidige kabinet om de bureaucratie
aanzienlijk te verminderen. Een streven dat we in vrijwel alle landen van
de Europese Unie zien.
Dames en heren,
De civil society is een bont geheel van min of meer zelfstandig optredende
kringen. Ieder met zijn eigen aard, taak en waarden en normen. Dit kan
alleen functioneren onder de voorwaarde dat er bij alle kringen consensus
bestaat over één overkoepelend normenkader. Alleen zo kan een rijke
verscheidenheid bestaan, zonder dat de samenleving uiteenvalt of aan
onderlinge conflicten ten onder gaat.
Hoe houd je een samenleving bij elkaar zonder afbreuk te doen aan de
zelfstandigheid van de kringen?
Iemand die zich veelvuldig met deze vraag heeft beziggehouden is de
socioloog Amitai Etzioni. Hij vergelijkt een samenleving met een mozaïek
binnen een stevige lijst, binnen een stevig kader. Hij spreekt over
verscheidenheid in eenheid.
Dit kader wordt gevormd door gemeenschappelijke kernwaarden. En hier ben ik
aanbeland bij een in mijn ogen cruciaal aspect. Als we ruimte willen bieden
aan de verschillende kringen, dan zullen de leden van de samenleving
essentiële waarden moeten delen.
Waarden zijn een bindmiddel. Waarden zijn een richtsnoer. Democratie.
Vrijheid. Solidariteit, Respect. Gelijkheid. Tolerantie.
We moeten werk maken van waarden. Waarden moeten elke dag vertaald worden
naar de praktijk. Dagelijks helpen gemeenschappelijke waarden ons het
evenwicht te bewaren. Het evenwicht dat nodig is om in een pluriforme
bevolking vreedzaam samen te leven.
Omgaan met verschillende religies in een samenleving
Om het wat specifieker te maken, wil ik graag nader stilstaan bij de
religieuze kringen in de samenleving. En me dan in het bijzonder
concentreren op de vraag hoe we omgaan met verschillende religies in een
samenleving. Een uiterst actuele vraag. Voor het antwoord ga ik toch eerst
weer te rade bij Kuyper.
Zijn leer van de soevereiniteit in eigen kring leidt tot een pluriforme
samenleving. Ook op religieus terrein. "Er zij gelijk recht op godsdienstig
terrein voor allen", schreef hij in 1880. En: "Geen protectie, maar ook
geen preventie of repressie. Men late groeien wat groeien wil en kan." Daar
kan geen misverstand over bestaan. Hij moedigde mensen aan zichzelf te
zijn. En vanuit hun eigen overtuiging te denken en te leven.
Dat is een boodschap waarmee we ook nu nog vooruit kunnen. Maar het is geen
gemakkelijke opgave. Dat hebben veel samenlevingen ervaren. Ruimte geven
aan verschillen op religieus terrein is wel een voorwaarde maar geen
garantie voor een vrije, vreedzame samenleving.
En daar is na 11 september 2001 nog een extra dimensie aan toegevoegd. De
afschuwelijke terroristische aanval op de Verenigde Staten was eigenlijk
een aanval op onze waarden. En daarmee was het een aanval op ons allen.
Mensen zijn angstig geworden. Voelen zich onveilig en onzeker. Wereldwijd
staan samenlevingen onder spanning. Wat mij grote zorgen baart, is dat deze
spanningen meer en meer langs de scheidslijn van religie lopen.
Moslims worden argwanend bekeken. Tegenstellingen worden vergroot.
Overeenkomsten genegeerd. Maar de islam is niet het probleem. Islam en
democratie zijn niet onverenigbaar. Het probleem zijn de mensen met
extremistische, radicale denkbeelden die aanzetten tot geweld. Of erger
nog: overgaan tot geweld.
Dat soort excessen moet met harde hand bestreden worden. We moeten krachtig
stelling nemen tegen discriminatie, extremisme en geweld. En dat moeten we
samen doen. Alle mensen, ongeacht hun levensbeschouwing. Alleen samen
kunnen we bouwen aan een samenleving voor en van ons allemaal.
In Nederland hebben we ook te maken gehad met geweld. Ook in Nederland zijn
de onrust en het onbegrip toegenomen. Onze samenleving is aan de ene kant
verkild. Maar aan de andere kant zijn er ook zoveel hartverwarmende
initiatieven. Mensen, groepen, religies die de dialoog met elkaar aangaan.
Die werken aan wederzijds begrip. Die beseffen dat ze belangrijke waarden
delen.
Een prachtig voorbeeld hiervan in Nederland is het Ramadan Festival.
Diverse moslimorganisaties grijpen de voor hen meest heilige maand van het
jaar aan om de afstand tussen moslims en niet-moslims te verkleinen.
Islamitische gezinnen zetten hun deuren open voor niet-moslims voor een
gezamenlijke Iftar. De traditionele maaltijd die moslims na een dag vasten
nuttigen. Doel is bruggen te bouwen tussen culturen en religies. Precies
wat we nodig hebben.
Dergelijke initiatieven van maatschappelijke binding en dialoog juich ik
daarom enorm toe. En probeer ik ook te versterken en te verbreden. We
moeten elkaar niet isoleren. Maar ook onszelf niet isoleren. Om samen te
leven, is het van belang elkaar in de ogen te blijven kijken. Tolerant
zijn. "Displaying the true spirit of tolerance in dealing with otherness",
zoals het zo mooi in de mission statement van deze universiteit staat.
Dames en heren,
Ik heb met u gesproken over de rol van de civil society in een samenleving
en de vraag hoe we moeten omgaan met verschillende religies. Ik kom nu toe
aan het laatste deel van mijn inleiding. De vraag hoe we nu verder moeten
met en in de Europese Unie.
Hoe verder met de Europese Unie?
"Europa is een proces, een actie, een onderneming die in beweging is" zei
de Hongaarse schrijver György Konrád bij het in ontvangst nemen van de
Europese Karel de Grote-prijs in 2001.
Beweging is er zeker geweest de afgelopen tijd in Europa. De toetreding van
tien nieuwe lidstaten - waaronder Hongarije - op 1 mei 2004. De opstelling
van een grondwettelijk verdrag. En de afwijzing daarvan door de inwoners
van Frankrijk en Nederland.
Er komt nu een periode van bezinning. Maar bezinning betekent niet dat de
beweging is gestopt. Integendeel. Het "nee" van de Nederlanders was geen
"nee" tegen Europa. Het was een signaal van de burgers: "We voelen ons niet
betrokken. Het is te veel. Het gaat te snel."
Maar hoe nu verder? Kan Kuypers leer van de soevereiniteit in eigen kring
ons nog helpen bij het beantwoorden van deze vraag? Ik denk het zeker.
We kunnen ook lidstaten zien als kringen. Kringen die een deel van hun
soevereiniteit hebben overgedragen aan een wijdere kring: de Europese Unie.
We moeten ons in Europa meer bewust worden van de relatie tussen beide
kringen. Met meer verstand omgaan met de vraag: Wat doen we samen, en wat
doen we afzonderlijk? En dat is niet in de eerste plaats een kwestie van
scherpere juridische grenzen trekken. Maar eerder van een andere houding.
Laten we nationaal doen wat nationaal kan. En Europees wat Europees moet.
Ik ben zeer verheugd dat de voorzitter van de Europese Commissie, de heer
Barroso, dit signaal heeft opgepikt. Onlangs schrapte hij 68
wetsvoorstellen. En dat is nog maar het begin. Dus gelukkig geen Europese
wetgeving voor uitverkoop. Maar wat wél moet zijn Europese afspraken over
de bestrijding van internationaal terrorisme. Dus geen pleidooi voor
'minder Europa'. Maar een oproep voor Europees activisme waar dat nodig is
en terughoudendheid op terreinen waar Europa geen toegevoegde waarde heeft.
En dat kan. Europa is "een proces in beweging" zei György Konrád al. Daarom
is er in de Europese Unie voor gekozen de taakverdeling tussen het Europese
niveau en het nationale niveau niet in beton te gieten. Ontwikkeling moet
mogelijk blijven.
Verdere ontwikkeling moet vooral een proces van alle lidstaten gezamenlijk
zijn. We moeten Europa niet indelen in A- en B-leden. Dat leidt alleen maar
tot aantasting van het gevoel van gemeenschappelijkheid.
Maar er zijn meer dingen die we kunnen doen om Europa beter te laten
aansluiten bij de wensen van de mensen. Om Europa in de hoofden en harten
van de mensen te krijgen.
Amitai Etzioni heeft daarover een aantal interessante gedachten op papier
gezet. In een zeer lezenswaardig artikel , geeft hij aan dat de afspraken
en regels die er in Europa zijn moeten worden gehandhaafd. Burgers in de
ene lidstaat raken gefrustreerd als ze merken dat Europese regels die zij
serieus nemen in een andere lidstaat worden genegeerd. En dat daar
vervolgens geen consequenties aan worden verbonden. Zo creëer je je eigen
wantrouwen.
Daarnaast benadrukt Etzioni het belang van gedeelde waarden voor de
levenskracht en daadkracht van de Europese Unie. Een thema dat mij na aan
het hart ligt. Ik kan het niet genoeg benadrukken: de Europese Unie is een
gemeenschap van waarden. "A minimum of consensus on fundamental values is
needed for us to live in peace", aldus György Konrád.
Onze gedeelde waarden verbinden ons. Verbinden de mensen en verbinden de
landen.
Het is goed ons hiervan voortdurend bewust te zijn. Daarom moeten we
hierover met elkaar in gesprek. En dan niet weer discussies tussen
wetenschappers en politici - hoe belangrijk die ook zijn. Nee, nu is het
woord aan de burgers.
Een bekend Nederlands gezegde luidt: "Onbekend maakt onbemind". Het is
moeilijk verbondenheid te voelen met iets of iemand die je niet kent. Ik
denk dat dit ook een rol speelt in Europa. We kennen elkaar nog niet goed
genoeg. Terwijl we al zo ver zijn gekomen. Zeker als we beseffen dat we 16
jaar geleden nog door een grote, dikke muur gescheiden werden.
Maar mensen zullen pas inzien dat we ontzettend veel delen, als ze dat zelf
ervaren.
We moeten daarom de onderlinge contacten intensiveren. Meer over elkaar te
weten komen. Daarom ben ik ook zo blij met de belangstelling voor de
opleiding 'Dutch studies' aan deze universiteit.
Dames en heren,
Met genoegen sprak ik vandaag aan deze Károli Gáspár Reformed University.
Vernoemd naar een voor de Hongaarse geschiedenis belangrijke man. Bewust
heb ik bij mijn lezing aansluiting gezocht bij het gedachtegoed van een
voor de Nederlandse geschiedenis belangrijk man: Abraham Kuyper. Iemand
voor wie zijn geloof een grote rol speelde in zijn leven en in zijn werk.
Ik heb u voorgelegd dat in mijn ogen de leer van de soevereiniteit in eigen
kring nog goed toepasbaar is op hedendaagse vraagstukken. Als voorbeeld heb
ik u drie thema's genoemd. Zowel bij de civil society, het omgaan met
verschillende religies, als bij de discussie over Europa blijken gedeelde
waarden een cruciale rol te spelen. De verschillende kringen in een
samenleving bezitten een enorme positieve energie en deze verschillende
krachten worden bij elkaar gehouden door gedeelde waarden. Verscheidenheid
in eenheid maakt ons als mens en als gemeenschap sterker. Dat dit besef van
alle tijden is, bewijst de volgende uitspraak uit de 11e eeuw waarmee ik
mijn betoog wil beëindigen. De Hongaarse koning Szent István (Stefan de
Heilige) zei over zijn hof:
"De gasten afkomstig uit diverse landen brengen verschillende talen mee,
verschillende gebruiken, werktuigen, wapens. En deze diversiteit is een
sieraad voor het koninkrijk en een juweel voor het hof. Want een koninkrijk
dat slechts één taal en één soort gebruiken heeft, is zwak en broos."
Dank u wel.
-----------------------
George Harinck. A historian's comment on the use of Abraham Kuyper's
idea of sphere sovereignty. Journal of Markets & Morality, Volume 5, Number
1, p. 278
Amitai Etzioni. How to build a European Community. The Brookings
Institution, U.S.-Europe analysis series, July 2005
Ministerie van Algemene Zaken