Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van der Staaij, Koenders, Haverkamp en Van Velzen over de situatie in West- Papoea. Deze vragen werden ingezonden op 16 september 2005 met kenmerk 2040521440.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Koenders (PvdA), Haverkamp (CDA) en Van Velzen (SP) over de situatie in West-Papoea.

Vraag 1
Kent u het rapport 'Genocide in West Papua? The role of the Indonesian state apparatus and a current needs assessment of the Papuan people'? 1)

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Hoe beoordeelt u de beweringen die in het rapport gedaan worden over de rol van het Indonesische leger bij illegale houtkap en andere verstorende economische activiteiten, bij het destabiliseren van Papoea door het orkestreren van aanvallen waarvan de schuld bij Papoease onafhankelijkheidsbewegingen gelegd wordt, de illegale wapenhandel, het trainen van anti-Papoea-milities, de prostitutie en de verspreiding van HIV/AIDS? Beschikt u over informatie die deze waarnemingen staaft, of juist in een ander licht plaatst?

Antwoord
Het rapport snijdt terecht een aantal problemen in de provincies West Irian Jaya en Papua aan, zoals de verspreiding van HIV/AIDS, prostitutie, ontbossing en illegale houtkap. Tevens wordt in het rapport, evenals in andere openbare bronnen, melding gemaakt van berichten over de betrokkenheid van het Indonesische leger of elementen daarvan bij de illegale houtkap, het leveren van beschermingsdiensten, de illegale wapenhandel, het trainen van anti-Papoea milities en het orkestreren van aanvallen waarvan de schuld bij Papoease onafhankelijkheidsbewegingen wordt gelegd. Ik beschik niet over informatie die deze berichten kan bevestigen. Vraag 3
Is het waar dat de Indonesische regering besloten heeft om het aantal troepen op West-Papoea met 15.000 op te voeren? Zo ja, wat is daarvan het doel en welke gevolgen zal dat hebben voor de toch al gespannen verhoudingen op West-Papoea?

Antwoord
Het hoofd van de Indonesische strijdkrachten, generaal Endriartono Sutarto, heeft voor de periode 2005-2009 een uitbreiding van de territoriale troepen in de provincies West Irian Jaya en Papua van de huidige 4800 naar ongeveer 7000 manschappen aangekondigd. Als redenen worden de versterking van de grensbewaking tussen Indonesië en Papoea Nieuw-Guinea en de aanpassing van de militaire structuur aan de nieuwe bestuurlijke structuren in beide provincies genoemd. Daarnaast is de oprichting van een nieuwe divisie van de strategische reserves (Kostrad) aangekondigd, met een hoofdkwartier met ongeveer 1000 militairen in Sorong, West Irian Jaya. Onder dit hoofdkwartier gaan drie brigades van ongeveer 5000 personen elk opereren, waarvan er één in Sorong geplaatst wordt. Deze nieuwe divisie bestaat niet uit territoriale troepen, maar wordt verantwoordelijk voor de maritieme veiligheid en verdediging van geheel Oost-Indonesië. De voorgenomen plannen hebben tot veel speculatie en ongerustheid bij Papoeas geleid. Wat de gevolgen zullen zijn van deze veranderingen kan ik echter nog niet aangeven.

Vraag 4
Berusten de in hoofdstuk 5 van het rapport opgenomen aantijgingen 2) over mensenrechtenschendingen door soldaten van het Indonesische leger op waarheid?

Antwoord
Het is zeer moeilijk om verifieerbare informatie te verkrijgen uit met name de afgelegen gebieden in de provincies West Irian Jaya en Papoea. Ook de opstellers van het rapport kampen met dit probleem. Ik kan dan ook niet aangeven in hoeverre de aantijgingen in het rapport op waarheid berusten.

Vraag 5
Welke activiteiten zult u, afhankelijk van uw antwoord op de vorige vragen, ondernemen om deze problemen op de politieke agenda te krijgen? Bent u bijvoorbeeld bereid u ervoor in te zetten dat de Verenigde Naties toegang krijgen tot het gebied, zowel om zicht te krijgen op de mensenrechtensituatie ter plaatse, als om de humanitaire noden te inventariseren?

Antwoord
Ik heb de situatie in Papoea bij iedere gelegenheid die zich daarvoor leende, opgebracht bij de Indonesische autoriteiten. Ook tijdens mijn recente bezoek aan Indonesië ter gelegenheid van de zestigste onafhankelijkheidsviering is deze situatie besproken, zoals u is meegedeeld in het verslag van dit bezoek (d.d. 30 augustus 2005). Nederland zal zich blijven inzetten voor verbetering van de situatie op Papoea, zowel in bilateraal als in EU-verband.

Vraag 6
Heeft het bezoek van de troika van EU-ambassadeurs aan West-Papoea, waaraan u refereerde in uw antwoorden op eerdere Kamervragen 3), reeds plaatsgevonden? Zo ja, wat heeft dit bezoek opgeleverd? Zo neen, waarom niet en wanneer zal het bezoek dan wel plaatsvinden?

Antwoord
Dit bezoek heeft nog niet plaatsgevonden. Nederland blijft er in Brussel en in Jakarta bij het EU-voorzitterschap op aandringen om dit bezoek zo spoedig mogelijk te doen plaatsvinden.


1) John Wing & Peter King, Centre for Peace and Conflict Studies, Sydney, & ELSHAM Jayapura, Papua, augustus 2005


2) Zie noot 1


3) Aanhangsel Handelingen nr. 1829, vergaderjaar 2004-2005


---- --