Gemeente Utrecht

Toelichting op besluiten van het college van burgemeester en wethouders

Persconferentie naar aanleiding van de collegevergadering om 16.00 uur in de perskamer van het stadhuis.


1. Nieuwe sportvoorzieningen in Leidsche Rijn
Met het inwonertal van Leidsche Rijn groeit ook het aantal sportvoorzieningen in de wijk. Het college heeft vandaag geld beschikbaar gesteld voor het bouwen en voorbereiden van nieuwe sportvoorzieningen. Het gaat om: sportpark Den Engh, gymzaal Parkwijck en (het voorbereiden van) sportpark Strijkviertel.

Sportpark Den Engh komt in het Leidsche Rijn Park. Er komen zes voetbalvelden, waarvan twee met kunstgras. De gemeente stelt ¤ 8.188.422 beschikbaar. Sportvereniging Desto, die hier in 2006 naar toe verhuist, realiseert zelf tennisbanen, jeu-de-boulesbanen en een verenigingsgebouw met kleedkamers. Bij openbare basisschool Parkwijck wordt een gymzaal gebouwd. Deze is eind 2006 klaar. Tot dat moment hebben de leerlingen op een andere locatie gymnastiekles. De leerlingen worden daar met een busje heen gebracht. Met de bouw van de nieuwe gymzaal wordt voldaan aan de Onderwijsverordening, die zegt dat gymlessen binnen een bepaalde afstand van de school (1000 meter) gegeven moeten worden. Er is ¤ 881.062 beschikbaar.

Tenslotte wordt de aanleg van sportpark Strijkviertel in Leidsche Rijn voorbereid. Dit park is gedacht tussen recreatieplas Strijkviertel, de J.C. Letscherweg en de HOV-baan. Het park zou eind 2008 opgeleverd kunnen worden (er moeten nog gronden onteigend worden). Sportpark Strijkviertel wordt de nieuwe thuisbasis van rugbyvereniging URC, voetbal/tennisvereniging PVDV en voetbalvereniging UTS. URC heeft eerder een nieuwe plek nodig, omdat het sportpark waar ze nu spelen (Strijland) eind 2005 moet wijken voor de verlegde A2. URC gaat dan tijdelijk naar sportpark Terwijde. De gemeente gaat zorgen voor de inrichting van het nieuwe sportpark; de verenigingen realiseren zelf de clubgebouwen. Voor het uitwerken van het ontwerp voor sportpark Strijkviertel is nu ¤ 260.000 beschikbaar.


2. Extra geld voor een leefbare stad
Het college van burgemeester en wethouders stelt in totaal ¤1.018.340 subsidie beschikbaar voor de projecten 'Dagbesteding Risicojongeren', 'Centrum Innovatie en Veiligheid', 'Herinrichting Plantage' en 'Verbetering Uitstraling Amsterdamsestraatweg'. Het gaat hierbij om subsidies die onderdeel uitmaken van het Europese Doelstellingen 2-programma.

Het project 'Dagbesteding Risicojongeren', dat ¤ 600.000 krijgt, helpt jongeren met een crimineel verleden en jongeren die de kans lopen om af te glijden in de criminaliteit, met het weer op orde krijgen van hun leven door het invullen van een zinvolle dagbesteding. Zo worden de jongeren actief begeleid richting werk of het (weer) volgen van een opleiding.

Het 'Centrum Innovatie en Veiligheid' sluit aan op het eerder gestarte project 'Cameratoezicht Bedrijventerreinen Westflank'. Het Centrum is een proeftuin voor vernieuwende ICT-toepassingen op het gebied van veiligheid. Door onderzoek op dit terrein wordt het systeem van cameratoezicht verder verfijnd en worden nieuwe vormen van dienstverlening mogelijk. De resultaten van de proeftuin worden gedeeld met andere steden. De subsidie voor dit project bedraagt ¤ 250.000.

De twee overige subsidieprojecten worden uitgevoerd op de Amsterdamsestraatweg. Winkelcentrum 'De Plantage' krijgt ¤ 105.880 voor een herinrichting, zodat de bereikbaarheid van de Plantage verbetert en de woon- en winkelomgeving aantrekkelijker worden. Ook wordt hier de komst van een markt mogelijk gemaakt. Met ¤ 62.460 subsidie worden enkele eenvoudige ingrepen uitgevoerd om de uitstraling van de Amsterdamsestraatweg te verbeteren. Deze ingrepen maken het tevens eenvoudiger om de Amsterdamsestraatweg schoon en heel te houden.

Het Doelstelling 2-programma is gestart in 2000 en loopt door tot en met 2006. Projecten worden in de zogenoemde 'Westflank' van de stad uitgevoerd. Daarbij gaat het om de wijken Zuilen, Ondiep, Pijlsweerd, Kanaleneiland, Lage Weide, Halve Maan en delen van Overvecht en Leidsche Rijn. In totaal was zo'n EUR 21 miljoen beschikbaar dat inmiddels volledig gereserveerd is voor projecten. Het programma bestaat uit projecten die de economie stimuleren in de breedste zin van het woord, bijvoorbeeld door het opknappen van bedrijventerreinen, het stimuleren van de werkgelegenheid, maar ook door het vergroten van de veiligheid en aantrekkelijkheid van een gebied waardoor bedrijven zich daar graag vestigen.


3. Draagvlakmeting betaald parkeren in diverse buurten van Utrecht Oost, Zuid en Zuidwest In de buurten Dichterswijk Oost, Dichterswijk Zuidoost, Rivierenwijk Oost, Sterrenwijk, Rubenslaan-Koningsweg e.o. en Tolsteeg-Rotsoord wordt in november een draagvlakmeting betaald parkeren gehouden. Het college heeft dit besloten naar aanleiding van verzoeken van bewoners van deze buurten om betaald parkeren. Het draagvlakonderzoek wordt gehouden onder alle huishoudens, bedrijven en instellingen in deze buurten. Er wordt een stadsplan met vragenlijst verspreidt waarop aangegeven kan worden of men voor of tegen de invoering van betaald parkeren is. Bij voldoende draagvlak kan in deze buurten of delen ervan betaald parkeren worden ingevoerd. Wanneer uit de resultaten van het draagvlakonderzoek blijkt, dat een meerderheid van de ondervraagden voor betaald parkeren is, zal het in de loop van het tweede kwartaal van 2006 worden ingevoerd.


4. Sanctie bij weigering om burka af te doen bij sollicitatie De gemeente Utrecht verlangt van inwoners met een uitkering dat zij er alles aan doen om een baan te vinden. Dit betekent dat mensen bij sollicitaties en werk bereid moeten zijn om gezichtsbedekkende kleding, zoals de burka, af te doen. Deze kan eventueel vervangen worden door een hoofddoek, die niet het hele gezicht bedekt. De reden hiervoor is dat het dragen van gezichtsbedekkende kleding (en de weigering om deze af te doen) het vinden van een baan onmogelijk maakt.

Als mensen weigeren om de burka af te doen, dan legt de gemeente een sanctie op: de uitkering wordt (tijdelijk) verlaagd. De gemeente moet dit volgens de wet ook doen als 'de bijstandsontvangende de inschakeling in de arbeid bemoeilijkt of onmogelijk maakt'.