Ingezonden persbericht


Inbreng CBL tbv Rondetafelgesprek Voedselveiligheid Tweede Kamer

Inbreng van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel ten behoeve van Rondetafelgesprek Voedselveiligheid Tweede Kamer Vaste commissies voor LNV en VWS d.d. 12 oktober 2005

CBL: consolidatie voedselveiligheidsregels

In het rapport van het RIVM 'Ons eten gemeten' wordt geconstateerd dat voedsel in Nederland veiliger is dan ooit. Daarom pleit het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel, de koepelorganisatie voor supermarkten, ervoor om de komende jaren niet nog meer regels in te voeren op het gebied van voedselveiligheid. Nog meer regels zullen alleen tot gevolg hebben dat de financiële en administratieve lasten voor de consument en het bedrijfsleven groter worden, zonder dat de voedselveiligheidssituatie significant verbetert.

Het CBL is ervan overtuigd dat het hoge niveau van voedselveiligheid mede te danken is aan de eis van de retail aan zijn leveranciers om een aantoonbaar geborgd product aan te leveren. De succesvolle introductie van EurepGap voor aardappelen, groente en fruit zal binnenkort vervolgd worden met EurepGap certificering voor de dierlijke sectoren en akkerbouwgewassen. Op deze manier wordt de broodnodige harmonisatie van voedselveiligheidseisen door het bedrijfsleven zelf vorm gegeven. Het certificeren van primaire bedrijven volgens de EurepGap eisen houdt naast een gedegen borging van de voedselveiligheid tevens in dat de productie en aanvoer van veevoer geborgd gebeurt, gewerkt wordt met erkende dierenartsen en er regels gesteld worden aan het transport van dieren. Hiermee gaat EurepGap voor de dierlijke productie verder dan alleen aandacht voor voedselveiligheid; ook de borging van dierwelzijn wordt meegenomen in de certificering.

Rol Voedsel en Waren Autoriteit

Het CBL wil dat de VWA zich ontwikkelt tot sterke onafhankelijke autoriteit waar de consument blindelings op kan vertrouwen. De VWA is het toezichts- en handhavingsinstrument van de overheid. Het CBL wil dat de VWA zich tot deze rol beperkt.

Doordat de VWA zich op diverse terreinen bezig houdt met beleidsbepaling en interpretatie van Brusselse en Nederlandse wet- en regelgeving, kunnen extra uitvoeringslasten ontstaan die voor het bedrijfsleven vaak forse administratieve en financiële lasten tot gevolg hebben. Voorbeelden zijn de invulling van de General Food Law en de implementatie van de Verordening Dierlijke Bijproducten. De VWA gaat hiermee volgens het CBL op de stoel van de wetgever zitten. Zo krijgen we te maken met wetgeving die door de overheid wel controleerbaar is maar door het bedrijfsleven niet uitvoerbaar. Het gaat er dan op lijken of wetgeving gemaakt wordt voor de toezichthoudende en uitvoerende overheidsorganisaties, temeer daar de feitelijke voedselveiligheidssituatie niet verbetert.

Financiering VWA: "Wie betaalt, die bepaalt"

Als gevolg van de invoering van de nieuwe Hygiëneverordeningen, wordt nu nagedacht over de financiering van de controle op voedselveiligheid door de VWA. De VWA wil meer en meer kosten van de uitvoering bij het bedrijfsleven in rekening brengen. Het CBL vindt dat de kosten die de overheid moet maken in de uitvoering en de controle van het beleid, ook door de overheid zelf gedragen moeten worden. Wanneer de VWA toch overgaat tot doorberekening van kosten, wil het CBL dat gewerkt wordt volgens het principe "Wie betaalt, die bepaalt". Diensten moeten dan tegen zo laag mogelijke kosten worden aangeboden en het bedrijfsleven zal dan een rol moeten krijgen in het toezicht daarop.

Openbaarheid onderzoeksgegevens

De Voedsel en Waren Autoriteit onderzoekt momenteel hoe controlegegevens openbaar kunnen worden gemaakt. Het CBL heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het openbaar maken van controlegegevens maar dat aan een aantal voorwaarden moet worden voldaan. Door diverse organisaties zijn de laatste tijd onderzoeken gedaan waarvan zij de controlegegevens op tendentieuze manier openbaar hebben gemaakt. Het CBL wil als voorwaarde van openbaarmaking dat het hele verhaal erbij verteld wordt aan de consument. Dan wordt bijvoorbeeld duidelijk dat slechts steekproefsgewijs wordt gecontroleerd of specifiek op producten met een verhoogd risico. Ook moet dan duidelijk worden dat een residuoverschrijding geen gevaar hoeft op te leveren voor de volksgezondheid. Wetgeving in Europa is op vele gebieden niet geharmoniseerd en Nederland loopt vaak voorop met strengere normen. Wanneer deze en een groot aantal andere bezwaren zijn opgelost, kan openbaarmaking van controlegegevens volgens het CBL bijdragen aan daadwerkelijke en zinvolle transparantie voor de consument.

Met vriendelijke groet,
Miranda M.G. Boer
Hoofd PR en Voorlichting CBL

070-3376200
06-51502772

Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) is de belangenbehartiger en spreekbuis van de supermarkten in Nederland.