Koninklijk Horeca Nederland



Persbericht 12 oktober 2005
Gemeente meet met twee maten

Dorps- en buurtcafés strijden tegen paracommercie

WOERDEN, 12 oktober 2005 - Het aantal dorps- en buurtcafés op het platteland is de afgelopen jaren sterk afgenomen. Toenemende kosten van wet- en regelgeving, de perverse effecten van de leeftijdsgrenzen in de Drank- en Horecawet, paracommercie en beperkingen door lokale en regionale overheden zijn belangrijke oorzaken van de ondergang van dorps- en buurtcafés. Dat concludeert Dr. Gerrit van Kooten, Universitair Hoofddocent Arbeid & Organisatie verbonden aan de masteropleiding Arbeid, Organisatie en Management van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, Erasmus Universiteit Rotterdam in het onderzoek Bar weer voor cafébedrijf. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de sector Café- en Barbedrijven van Koninklijk Horeca Nederland.

In de praktijk blijkt bijvoorbeeld dat het overheidsbeleid rond de verstrekking van drank aan jongeren averechts werkt. Van Kooten: In het café mag niet getapt worden aan jeugd jonger dan 16 jaar. Het effect is de laatste jaren dat daardoor de jeugd gaat indrinken op andere plekken: in het buurthuis, de voetbalkantine of in een keet of caravan.

De caféhouder moet continu opboksen tegen oneerlijke concurrentie. Er wordt niet opgetreden tegen het verschijnsel van illegale bierketen. Wettelijk verboden horeca-activiteiten in dorpshuizen en sportkantines worden oogluikend toegestaan. Deze (vaak door de gemeente gesubsidieerde) instellingen komen weg met lagere drankprijzen, kunnen werken met vrijwilligers, hoeven geen BTW af te dragen en profiteren van het gebrek aan controles en toezicht door onder andere de lokale overheid. Caféhouders worden gedwongen hun prijzen te verlagen om nog enigszins te kunnen blijven concurreren en worden tegelijkertijd geconfronteerd met steeds meer kostenverhogende beperkingen vanuit de lokale overheid. Velen moeten hun deuren sluiten, omdat zij hun onderneming niet meer op economisch rendabele wijze en tegen een maatschappelijk aanvaardbaar inkomen kunnen voortzetten.

Regelgeving van de gemeente wordt hiermee tweeledig toegepast. Er is landelijk beleid voor een ieder die drank schenkt, maar de lokale politiek treedt niet of nauwelijks op om dit beleid te handhaven, aldus Van Kooten. Het meten met twee maten is een ernstige benadeling voor de horecaondernemer. De lokale politiek kan en mag haar verantwoordelijkheden niet langer ontlopen. Men moet nu echt hard optreden tegen paracommercie.

Toch hebben enkele ondernemers ook inventieve manieren gevonden om te overleven door verbreding van diensten en door opnieuw hun traditionele, sociaal maatschappelijke functie op te eisen. Bijvoorbeeld door zich actief in te zetten voor het verenigingsleven, in te spelen op toerisme en structureel te participeren in de lokale politiek. Door zelf initiatieven te ontwikkelen, hebben deze buurtcafés een kans.

---

Noot voor de redactie