Beschikking Hoge Raad tot aanwijzing van een ander gerecht
In de Schiedammer parkmoord-zaak hebben de advocaten van Cees B.
aangifte gedaan tegen de officier van justitie die de zaak heeft
behandeld bij de rechtbank Rotterdam en tegen de advocaat-generaal die
de zaak heeft behandeld bij het hof Den Haag.
De hoofdofficier van justitie in Den Haag heeft op 20 september jl.
een verzoek bij de Hoge Raad ingediend tot aanwijzing van een ander
gerecht op basis van artikel 510, eerste lid, Wetboek van
Strafvordering. De bedoeling is dat het aan een ander gerecht
verbonden parket naar aanleiding van deze aangifte onderzoek kan
verrichten.
De beslissing op dat verzoek is door de Hoge Raad op 11 oktober 2005
genomen en luidt:
"De Hoge Raad wijst de Rechtbank te Utrecht aan als gerecht voor
hetwelk, zo het Openbaar Ministerie bij die Rechtbank dit nodig
oordeelt, de vervolging en berechting der zaak zullen plaatshebben."
Zie voor de volledige beschikking LJN nummer AU4097
LJ Nummer
AU4097
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 12 oktober 2005 Naar boven