Ernst & Young

Havens zien snelle vorming van Holland Delta niet zitten

12 oktober 2005 - De havens van Amsterdam en Rotterdam moeten nauwer samenwerken om de concurrentie met buitenlandse havens aan te kunnen. Dat stelden havenondernemers tijdens de vierde HavenAvond, die onlangs werd georganiseerd door Ernst & Young. Dit zal echter op korte termijn niet leiden tot samensmelting in een Holland Delta. Daarvoor zijn de verschillen te groot.

De ruim zestig aanwezigen luisterden naar presentaties door Ger van Tongeren, directeur Commerciële Zaken van het Havenbedrijf Rotterdam, Hans Gerson van het Havenbedrijf Amsterdam, Yke Vermeiden, managing director Oiltanking Amsterdam en Theo Damen, president & CEO van Schenker Nederland. Onder leiding van Bram Westerduin, oud directeur-generaal van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, werd vervolgens gediscussieerd over de wenselijkheid van een gezamenlijke Holland Delta in Nederland.

Weinig overlap
'Nee tenzij', stelde Ger van Tongeren. 'Rotterdam is te verschillend van Amsterdam, er is weinig overlap. Bovendien is de concurrentie groot op goederen waar beide havens op azen, zoals containers en kolen.' De directeur Commerciële Zaken ziet wel mogelijkheden in samenwerking op het gebied van innovatie.

Verslechtering positie vestigingslocatie voor expediteurs Volgens Theo Damen is de keuze van expediteurs voor Rotterdam door het volume logisch, maar niet vanzelfsprekend. 'Expediteurs letten in de eerste plaats op tarieven en het dienstenaanbod van een haven. Daarnaast spelen uiteraard achterlandverbindingen en douaneafhandeling een belangrijke rol. De positie van Rotterdam als vestigingslocatie voor expediteurs zie ik verslechteren. De bereikbaarheid laat te wensen over, omliggende havens bieden een beter dienstenpakket en de grond- en arbeidskosten zijn relatief hoog. Het ketendenken mag in de havens meer toepassing vinden. Als dat bereikt wordt door samenwerking tussen Rotterdam en Amsterdam is dat prima.'

Globalisering
Volgens Hans Gerson is wel veel te zeggen voor een nauwere samenwerking. Hij ziet ook in havens schaalvergroting, globalisering en vergaande ketenintegratie plaatsvinden. 'Dat leidt wereldwijd tot nieuwe samenwerkingsvormen, zelfs tussen concurrenten, en de uitbreiding van individuele havens tot havencomplexen. Nederland mag daarin niet achterblijven. Vergeet niet, Rotterdam doet het al een aantal jaren minder.'

Gerson ziet een fusie tussen beide havens er op korte termijn niet van komen. 'Onder andere bij acquisitie van nieuwe klanten voorzie ik problemen. Bovendien zal de mededingingswetgeving grenzen aan een mogelijke samenwerking stellen.' Desondanks ziet ook hij mogelijkheden op het vlak van innovatie, bijvoorbeeld in Europese projecten zoals EcoPorts (duurzame havenontwikkeling). 'Voor de langere termijn is de visie van een Holland Delta er zeker. Maar dan moet het Kabinet het voorkeursbeleid ten gunste van Rotterdam herzien en is verzelfstandiging van de Amsterdamse Haven noodzakelijk', aldus Gerson.

Rotterdam arrogant?
Gedurende de discussie werd echter al gauw duidelijk dat deze voorzichtige benadering van beide havenverantwoordelijken, de aanwezige ondernemers niet op alle fronten ver genoeg gaat. Met name Rotterdam werd een starre, zelfs arrogante, houding verweten. Yke Vermeiden van Oiltanking: 'Er is altijd een perceptie geweest dat Rotterdam wil domineren en het liefst monopoliseren. Dat is niet goed. Dat heeft veel ondernemers doen besluiten om voor Amsterdam te kiezen. Inmiddels kun je wel stellen dat Amsterdam zijn zaakjes goed voor elkaar heeft. Maar dat is niet voldoende. Samenwerking moet. Want terwijl wij vechten om het spreekwoordelijke bot, gaan havens als Hamburg en Antwerpen ermee vandoor.'

Eigen koers behouden
Vermeiden ziet voordelen van het Holland Delta begrip in het gezamenlijk uitdragen van Nederland als havenland. 'Dat gaat nu goed en daar moeten we vooral mee doorgaan.' Minder goed gaat het volgens Vermeiden met de wet- en regelgeving in Nederland. 'In weerwil van de goede voornemens die uiteenlopende kabinetten uitten, zijn er geen of nauwelijks vorderingen gemaakt. Waarom niet gezamenlijk optrekken naar Den Haag?' Maar ook de Oiltanking directeur is voorzichtig over een te nauwe vorm van samenwerking: 'Waar dit zinvol en efficiënt is moeten Rotterdam en Amsterdam samenwerken. Ze moeten echter wél een eigen koers kunnen varen, zonder dat dit tot verstoring van de marktwerking leidt.'

Vragen?
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Toby Ellson, woordvoerder van Ernst & Young, via e-mail of telefonisch 010 406 53 64 of 06 29 08 47 62.