Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Speech van minister Dekker bij de inontvangstname van de Veneca-Award 2005 van de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties, 12 oktober 2005, Den Haag.

Dames en heren,

Allereerst - hartelijk dank! Het is een groot genoegen en een eer om vandaag de Veneca Award 2005 in ontvangst te mogen nemen. Ook omdat het hier in de Ridderzaal mag plaatsvinden. Een bijzondere historische locatie die over vijf jaar prachtig gerestaureerd zal zijn. Dat meld ik u toch maar even als verantwoordelijk minister voor de Rijksgebouwendienst.
Ik ben blij dat ik een bescheiden steentje heb kunnen bijdragen aan het succes van Uw dynamische vereniging. Een brancheorganisatie die veel vrouwen over de drempel naar arbeidsparticipatie heeft geholpen en ook daarna hun ontplooiing is blijven stimuleren. Een vereniging die nooit is weggelopen voor haar bredere maatschappelijke verantwoordelijkheid.
In de afgelopen 15 jaar waren mijn man Constant en ik vaak bij u te gast. Eigenlijk liepen de eerste contacten met Veneca via mijn man die als adviseur aan de basis stond van het kwaliteitssysteem van Veneca. Hij heeft daarna ook zitting gehad in het landelijk beraad gezondheidszorg.
Vanuit die achtergrond kon ik met overtuiging bij het ministerie van Landbouw als rijksopdrachtgever de catering uitbesteden. Ook nu maak ik mij waar mogelijk sterk voor arbeidsparticipatie van en carrièremogelijkheden voor vrouwen. Onder meer in de cateringbranche. Met negen vrouwelijke ministers en staatssecretarissen geven wij als kabinet overigens zelf het goede voorbeeld en vestigt de regering Balkenende een nieuw record. Ook in mijn eigen ministerie zijn de vrouwen relatief goed vertegenwoordigd in de top. Wel moeten wij letten op de aanvoer vanuit de subtop, want daar is de spoeling dun.

In vergelijking met drie jaar geleden was het aandeel vrouwen in de hoogste lagen van het bedrijfsleven en de non-profitsector in de tweejaarlijkse toptelling van Opportunity in bedrijf vorig jaar slechts bescheiden gegroeid. Enigszins ontmoedigend werd vastgesteld dat het in dit tempo wel 350 jaar zou duren voor een gelijk aandeel van man en vrouw bereikt zou zijn.
Gelukkig zijn er ook lichtpuntjes. Het aantal vrouwen in de top mag dan langzaam stijgen, sinds '92 is wel een verdubbeling gerealiseerd. En ik ben blij dat de cateringbranche zich relatief gunstig onderscheidt, zoals Hans Rijnierse al aangaf. Hij heeft daaraan zelf overigens bijgedragen. Onder meer door zijn deelname aan het ambassadeursnetwerk dat vrouwelijke professionals introduceert in de top van bedrijfsleven en bestuur.
De branche als geheel draagt bij door vrouwen aan de basis flexibele arbeid te bieden. Werk dat zich laat combineren met scholing en zorg. Maar ook door daarna kansen te bieden die verdere ontplooiing binnen bereik brengen. Ik ben blij dat een eerste
vrouwelijke ondernemer/directeur in de cateringbranche werkzaam is. Naast die emancipatoire is er een bredere maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de branche van bedrijfscatering. U verzorgt immers 2 miljoen maaltijden per dag. Moeders pot heeft deels plaatsgemaakt voor het menu van de bedrijfskantine. Dat ontlast vrouwen, maar legt ook een grote verantwoordelijkheid bij de cateraars.
Bijvoorbeeld als het gaat om onze gezondheid. U bent zich daar goed van bewust. Hans Rijnierse sprak zojuist al over de strijd tegen overgewicht. Uiteraard moeten mensen zélf bewegen, maar U kent ongetwijfeld de kreet: wat er niet aankomt, hoeft er ook niet af. In het boek 'Food at Work' dat onlangs in Genève werd gepubliceerd door de ILO (International Labour Organization) staan tal van voorbeelden van over de hele wereld waarin met gezonde voeding op het werk veel is bereikt. Zo blijkt een cholesterolverlagend dieet direct van invloed op het ziekteverzuim en houden werknemers aan bedrijfsfruit of gratis mineraalwater het niet te onderschatten gevoel over dat het bedrijf om hun gezondheid geeft.
Wat mij betreft gaat het overigens altijd om het aanbieden van keuzes. Ik heb een hekel aan betutteling en het bedrijfseconomisch belang van cateraars hoeven we ook niet weg te moffelen.
Daarom spreekt het voorbeeld van Akzo Nobel in Rotterdam mij wel aan. De kroket verdwijnt daar niet uit de kantine, maar wordt naast het fruit aangeboden. Ondertussen loopt er wel een project Gewichtige Mensen (GM) waarin de bedrijfsarts alle werknemers keurt op gewicht en cholesterol. Wie in de gevarenzone zit wordt gestimuleerd te gaan sporten, onder meer door korting op sportartikelen en gereduceerd tarief voor het lidmaatschap van de fitnessclub. Het belang van sport, maar vooral het plezierige van sport ken ik - als regelmatig jogger in de Wassenaarse duinen - uit eigen ervaring. De sportmanifestaties in het programma hier illustreren het ook nog eens.
Maar de verantwoordelijkheid van uw branche gaat verder dan de gezondheid van uw gasten. Ik denk aan biologische producten. Cateraars kunnen daarin een gids voor consumenten zijn. De ervaring leert dat een kleine inspanning borg kan staan voor een fors resultaat. Mijn eigen ministerie van VROM bijvoorbeeld heeft het aandeel biologische producten in de catering in 2 maanden verdubbeld van 9 naar 20%. Zonder dat we daar extra voor hebben betaald. Daarover hebben we samen met andere departementen - onder leiding van LNV dat in 2007 100% biologisch gaat! - goede afspraken gemaakt.

Met marktpartijen, waaronder brancheorganisaties van groothandels, supermarkten en met Veneca namens de cateraars, hebben we vorig jaar een Convenant ondertekend om de ontwikkeling van de markt voor biologische producten te stimuleren.
In 2007 moet 5% van de consumentenbestedingen aan voeding naar biologische producten gaan.
Uitwisseling van informatie blijft daarbij hard nodig. De keten van boer tot consument loopt immers over vele schijven. U bent zelf afhankelijk van groothandels die op hun beurt van leveranciers afhankelijk zijn. Daarom is in het kader van het Convenant Marktontwikkeling Biologische Landbouw afgesproken dat de cateringbranche een ketenmanager aanwijst. Naar ik begrijp bent U naarstig op zoek naar een kandidaat. En dat kan heel goed een deskundige vrouw zijn! Ik hoop dat U daar vaart mee maakt. Dames en heren,
U heeft mij onderscheiden. Maar ik wil juist Ú een compliment maken. Omdat U zich zo krachtig heeft ontwikkeld, doordat U nooit stil bent blijven staan. Want wie succes wil boeken, moet in beweging blijven en tegelijkertijd het evenwicht bewaren. Het één kan niet zonder het ander. U heeft het net zelf kunnen zien. Ik ben ervan overtuigd dat U met evenveel gratie zult slagen. Ik dank U wel.

Zie ook

* Veneca: http://www.veneca.nl