Toespraak van de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, op het
Railcongres 2005
Dames en heren,
Het thema van vandaag is het spoor in het jaar 2007. Dat jaar is
natuurlijk niet toevallig zo uitgekozen. 2007 moet namelijk een
oogstjaar worden voor het spoor. In 2007 rijden de eerste goederen per
spoor over de Betuweroute naar Duitsland. Dat moet een vliegende start
worden. In 2007 zal de invoering van de chipcard tot meer reisgemak
leiden en tot meer sociale veiligheid. En als het aan mij ligt, gaan
in 2007 ook de eerste treinen rijden op de HSL. Maar daar zal de
komende tijd nog het nodige over gezegd worden, te beginnen morgen in
de Kamer.
Kortom, het spoor is volop in beweging. Maar er zijn nog wel een paar
hordes te nemen die een mooi oogstjaar in de weg kunnen staan. Hoe we
die hordes moeten nemen, daar wil ik het vandaag met u over hebben.
Dames en heren,
Mijn belangrijkste ambitie voor het spoor en spoorvervoer is het
verbeteren van de kwaliteit. Dat is de kern van mijn spoorbeleid en
dat blijft het ook.
In het verleden was er te weinig aandacht voor onderhoud. Dat
betekende dat het aantal treinen dat op trein reed een paar geleden
onder de 80 procent dook. Aan het begin van de kabinetsperiode hebben
we daarom ruim anderhalf miljard euro vrijgemaakt voor extra
onderhoud. De eerste fase van Herstelplan spoor is nu in volle gang.
Kernwoorden zijn herstel van betrouwbaarheid en veiligheid. In 2006
nemen we samen met de sector beslissingen over de tweede fase van het
`Herstelplan Spoor'. Daarmee is ongeveer 850 miljoen euro gemoeid.
De eerste fase van het herstelplan begint zijn vruchten af te werpen.
Ik geef u de feiten:
- Ten eerste steeg de punctualiteit in 2004 sterk naar 86
procent, dat was in 2003 nog 83procent. In 2007 moet minimaal
87procent van de treinen op tijd rijden. Dat is nog absoluut geen
gelopen race. Maar als het lukt - en daar ga ik van uit - is dat een
niveau waar we in Europees verband best trots op kunnen zijn. Deze
doelstelling staat in het vervoerplan van de NS. NS en Prorail gaan
samen afspraken maken om de punctualiteit verder te verbeteren. U weet
dat het vervoerplan een uitvloeisel is van de verleende
vervoersconcessie door de rijksoverheid;
- Ten tweede nam het aantal storingen af. In 2002 waren er
meer dan 8000 storingen, in 2004 waren het er 7300. In 2007 - het
jaartal waar we het vandaag over hebben - wil het kabinet 35 tot 40
procent minder klanthinder dan in 2000. Dat betekent dus meer
betrouwbaarheid op het spoor. Deze ambitieuze doelstelling staat in
het beheerplan van Prorail, dat ook weer een uitvloeisel is van de
verleende concessie door het Rijk. In dat beheerplan staan verder
afspraken over onder andere de betrouwbaarheid, reinheid,
toegankelijkheid en veiligheid;
- Mijn derde punt. De NS maakte in het eerste halfjaar van
2005 ook nog eens ruim 2,5% meer reizigerskilometers dan in 2004. Die
groei zie je ook terug het goederenvervoer en het aanbod van diensten.
Wekelijks vertrekken er nu al meer dan 150 containertreinen vanuit
Rotterdam zelfs tot Istanbul aan toe. Het aantal goederenvervoerders
op het Nederlandse net neemt ook toe, er zijn er nu al acht;
- Ten vierde ontwikkelt ook de veiligheid zich positief. Het
aantal botsingen op spoorwegovergangen daalt van 88 in 2000 tot 59 in
2004.
In de woorden van onze minister-president, we zijn dus goed onderweg
van het zuur naar het zoet. Cruciaal voor de komende jaren is de
verdere uitwerking van de tweede fase van het Herstelplan spoor. En
uiteraard moeten we ook werk maken vande kwaliteitseisen die we in de
concessies hebben opgelegd aan de NS, Syntus en Noordnet en
spoorbeheerder Prorail. Het is nu zaak die afspraken daadkrachtig op
te pakken. En wat dat betreft heb ik voldoende vertrouwen in de
betrokken partijen.
Op weg naar een betere toekomst zijn er echter nog wel wat beren op
het spoor die we liever vandaag dan morgen oplossen. En deze kunnen
alleen door alle sectoren gezamenlijk worden opgelost.
Ik geef u een paar voorbeelden van hoe de spoorpartijen meer in
gezamenlijkheid moeten optrekken.
Incidenten op het spoor hebben zowel grote invloed op het product
trein als op de beeldvorming. De toename van grote storingen - zoals
in Utrecht van twee weken geleden - en de ongelukken in Amsterdam
zijn niet goed voor het spoor. Dat moge duidelijk zijn. Want al wijzen
de feiten op een verbetering, het beeld van honderden gestrande
reizigers blijft lang hangen op het netvlies van de mensen. Het is
veel makkelijker om een slecht imago te krijgen dan er weer vanaf te
komen. Het is daarom zaak dat de spoorsector gezamenlijk deze
incidenten probeert te voorkomen en daar waar ze toch plaatsvinden, de
gevolgen probeert te minimaliseren. ProRail moet met de middelen die
ik in de begroting en de Nota Mobiliteit beschikbaar heb gemaakt, de
betrouwbaarheid verder verbeteren. Het is de taak van vervoerders om
na een storing de dienstregeling sneller op de rails te krijgen. Ik
vind dus dat verdere verbeteringen nodig zijn. Verbeteringen die ik
bijvoorbeeld via de beheer- en vervoersconcessie samen met
staatssecretaris Schultz van Haegen aan de orde blijf stellen en
eventueel zal afdwingen.
Behalve dat wil ik alle betrokken partijen oproepen veel meer dan nu
de positieve resultaten te gebruiken om het soms onterecht negatieve
beeld van het spoor om te buigen.
Ook wil ik cruciale partijen als de NS en Prorail nadrukkelijk vragen
niet te makkelijk met de beschuldigende vinger naar elkaar te wijzen.
Dat versterkt alleen maar het negatieve imago van het spoor. Bovendien
lijkt het vaak niet terecht. Incidenten zijn even vaak gevolg van
infra als van het materieel van vervoerders.
Op onze weg naar het zoet zijn er nog een aantal andere hordes te
nemen. De veiligheid van de baanwerkers blijft bijvoorbeeld een
aandachtspunt. Een inspanning van de hele sector is daarbij nodig.
Andere hordes zijn de invoering van de chipcard, de toenemende druk op
de punctualiteit als gevolg van noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden
En natuurlijk - ik kan er niet omheen - het rijdend materieel voor de
HSL.
Waar het om gaat is de aanleg van ECTS op het tracé van HSL en
Betuweroute als nieuw beveiligingssysteem. Het rollend materieel moet
ook met dit systeem worden uitgerust. Het ombouwprogramma staat onder
tijdsdruk. Twee grote leasemaatschappijen zullen in de Betuweroute
investeren en zo'n veertig tot vijftig locomotieven met ECTS
beschikbaar stellen. Ik hoop dat NS en HSA een soortgelijke oplossing
kunnen vinden voor de HSL. Maar nogmaals, daarover ga ik eerst morgen
met de Kamer praten.
Kortom, er is voldoende werk aan de winkel. We moeten zorgen dat de
neuzen allemaal dezelfde kant op wijzen! Duidelijk is dat deze hordes
enkel door een gezamenlijke krachtsinspanning van vervoerders,
beheerder, aannemers, leveranciers en anderen genomen kunnen worden.
Dames en heren,
Dat is dan ook mijn centrale boodschap vandaag aan u. Intensiveer de
samenwerking, die op een aantal plaatsen nu al goed zichtbaar is. Dit
congres kan daarvoor een goede stap in de juiste richting zijn. Alleen
door gezamenlijk op te trekken kan 2007 het oogstjaar van het spoor
worden. Het begin van zeven - en hopelijk meer - vette jaren op het
spoor
Dank u wel.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat