D66

Wie de berichtgeving over de Nederlandse Antillen en Aruba in de Nederlandse pers heeft gevolgd, kan niet anders dan somber worden. We lezen de verhalen over enorme schulden, over drugshandel, over moorden en fraude, over politieke incompetentie, over discriminatie van homoseksuelen, over een verdwijning van een toeriste, over werkloosheid en armoede, over gebrekkig onderwijs, over een slechte verhouding tussen de eilanden onderling en met Nederland. Zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan.

Hoe kan het dat de 6 eilanden in de West met hun beperkt aantal inwoners, deze overzichtelijke stukjes grondgebied, zo'n vat vol problemen zijn?

De 6 eilanden en Nederland horen alle tot het Koninkrijk. Voor D66 staat vast dat we niet mogen accepteren dat in de West de situatie, zoals ik die beschreef, maar voortduurt. Alle rijksgenoten, dus inclusief Nederland, hebben een morele en juridische verantwoordelijkheid om de situatie aldaar aanmerkelijk te verbeteren.

Regelmatig hebben we in Nederland overleg met de Nederlandse regering over de ontwikkeling op de eilanden. Elk jaar komen we met moties, met suggesties, met verzoeken, met vermanende woorden. In de 11 jaar dat ik nu in de Kamer zit kan ik niet zeggen dat er een doorbraak is bereikt. De mensen op de Antillen hebben het zwaar. Helaas vrees ik dat dat nog wel een tijd zo zal blijven.

Is dit een pessimistisch verhaal? Nee. Het klinkt tegenstrijdig, maar er is ook een andere kant. Daarover lezen we weinig verhalen. Maar die andere kant moet ook verteld worden.
Vandaag wil ik me op die andere kant concentreren.

Allereerst zeg ik namens D66 dat we blij zijn dat we met de 6 eilanden deel uit maken van het Koninkrijk. Uit de verschillende referenda heb ik begrepen dat ook de Antilliaanse en Arubaanse bevolking de band die we in het Statuut hebben vastgelegd, willen handhaven. Er is geen eiland dat uit het Koninkrijk wil treden.
Dat is dus een gegeven. Ik neem afstand van diegenen in Nederland die zich op botte wijze over de eilanden hebben uitgelaten en zeggen dat we er maar van af moeten, dat we ze maar moeten verkopen of andere vuilpraat. Zo horen we niet met elkaar in het Koninkrijk om te gaan.

Ten tweede. Nederland boft dat er in het Caraïbisch gebied 6 parels liggen, waar we relatief eenvoudig toegang hebben. Veel mensen op de eilanden spreken de Nederlandse taal en zijn bekend met de Nederlandse cultuur en geschiedenis. Alle eilanden zijn een prachtig vakantieparadijs. Het klimaat is aantrekkelijk. De natuur is wonderschoon.
Er zijn mooie stranden, mangrovebossen, koraalriffen, regenwouden, bergen en heuvels, droge vlaktes en wilde natuurgebieden. Er zijn prachtige steden en dorpen, goede voorzieningen. En over het algemeen vriendelijke en vrolijke mensen.

Ten derde. Wat een kansen en mogelijkheden hebben de eilanden, als we in Nederland de knop zouden kunnen omzetten en op een positieve manier over de eilanden na zouden denken.
Hoe kunnen we het toerisme naar de eilanden bevorderen? Hoeveel mensen vliegen naar stranden ver weg in de wereld? Waarom zouden we niet proberen ze een keus voor de eilanden te laten maken? Hoeveel mensen in Nederland moeten om gezondheidsredenen in de winter een warm klimaat opzoeken? Waarom zouden we niet proberen met zorgverzekeraars om de tafel te gaan zitten en de eilanden onder de aandacht te brengen?
Hoeveel mensen weten dat je goed kan sporten op de eilanden? Van watersport tot golfen. Waarom gaan we dat niet promoten? Hoeveel Nederlanders houden niet van de natuur? Waarom zouden we niet de geweldige natuurschatten op en rond de eilanden onder de aandacht brengen?
Hoeveel mensen zijn er niet geïnteresseerd in de geschiedenis? In de geschiedenis van de slavernij, waar bijvoorbeeld St. Eustacius een bijzondere rol als doorvoerhaven heeft gespeeld. Wat voor prachtige monumenten staan er niet op elk eiland? Mooie musea, typische huizen, een geweldig cultureel erfgoed. Waarom besteden we daar niet meer aandacht aan?
Hoeveel bedrijven in Nederland realiseren zich niet dat er relatief goedkope arbeidskrachten op de eilanden wonen die de Nederlandse taal machtig zijn. Over outsourcing gesproken. Waarom zouden bedrijven in Nederland hele afdelingen uitplaatsen naar India of Polen, waar zij ook op de Antillen en Aruba nevenvestigingen zouden kunnen oprichten. Waarom worden er geen callcentra op de eilanden gestart?

Ik heb niet de bedoeling er een toeristisch praatje van te maken. Mijn bedoeling is andere facetten van de eilanden te laten zien. Facetten die veel minder over het voetlicht komen.

Ik begon te zeggen dat ik in de afgelopen 11 jaar geen wezenlijke verbeteringen op de eilanden heb gezien. Noch Lubbers III, noch Paars I of II, noch Balkenende I of II hebben een daadwerkelijke keer ten goede weten te bereiken. Misschien moeten we constateren dat de politiek niet bij machte is om ervoor te zorgen dat de armoede verdwijnt, dat mensen weer werk krijgen, dat het veilig wordt, dat men respectvol met elkaar omgaat.

Laten we het daarom eens over een andere boeg gooien. Laten we de kansen en mogelijkheden van de eilanden onder de aandacht brengen. Laten we dokters van hier met dokters van daar samen laten werken. Advocaten met advocaten. Kunstenaars met kunstenaars. Winkeliers met winkeliers. Hotels met hotels. Leraren met leraren. Laten we proberen dat als politiek te gaan ondersteunen en stimuleren. Laten we de bestuurslagen, de politici en ambtenarij proberen er even buiten te houden.
Ik heb het gevoel dat er zoveel kracht en potentie in de mensen op de Antillen en Aruba schuilgaat die we moeten zien aan te boren. Daar kunnen we aan deze en gene zijde van de oceaan profijt van hebben.

Dit is dus niet een verhaal van somberheid en negativisme, het is een verhaal van hoop en perspectief. Tijdens mijn reizen naar de Antillen en Aruba heb ik er mijn hart verpand. Ik ben trots op de eilanden. Ik ben blij dat Antillianen en Arubanen tot het Koninkrijk behoren. Ik wil dat we de uitdaging op een onorthodoxe manier aangaan en een succes maken van onze eeuwenlange verbintenis.
Het is de moeite waard.

12-10-2005 10:35