Partij van de Arbeid


Den Haag, 13 oktober 2005


Na het referendum: PvdA werkgroep bepleit een kritische houding ten opzichte van Europa


De PvdA-vertegenwoordigers en de partijorganisatie hebben begin dit jaar overtuigd campagne gevoerd vóór een 'ja' voor de Europese Grondwet. Deze grondwet werd afgewezen door een meerderheid van de bevolking en ook door een meerderheid van de PvdA-achterban (kiezers én leden). De PvdA heeft dit 'nee' aangegrepen om de positie van de PvdA ten opzichte van Europa fundamenteel te doordenken en in alle openheid te bediscussiëren.
Het partijbestuur heeft daartoe een partijwerkgroep ingesteld - onder leiding van Ruud Koole en Adri Duivesteijn - die de opdracht kreeg een discussienotitie te schrijven. Deze notitie - Europa: Vertrouwen herwinnen - wordt zowel door de fractie als door het partijbestuur gesteund. De partij gaat nu het land in met de nota en organiseert daarover een reeks openbare bijeenkomsten. De conclusies van het partijdebat moeten terugkeren in het nieuwe verkiezingsprogramma van de partij.


Volgens de werkgroep kan Nederland niet zonder Europa. Sociaal-democraten kunnen zich dan ook geen Eurosceptische houding veroorloven. Wel moet het meer Eurokritisch dan tot nog toe; dat is ook nodig om het vertrouwen van de kiezers te herwinnen.


De notitie gaat in op verschillende belangrijke onderwerpen en vragen die in het debat over het referendum een grote rol speelden. Zo komen sociale voorzieningen en de grenzen aan de interne markt; het niveau waarop beslissingen genomen moeten worden; de uitbreiding en de grenzen van Europa; de rol van Europa in de wereld en de vorm van de Europese samenwerking en de Europese instituties aan de orde. Naast algemene kritiek op het verhuiscircus tussen Brussel en Straatsburg en het zinloos rondpompen van geld (het door Brussel subsidiëren van buurthuizen e.d.) stelt de notitie de negatieve effecten van het Europese marktdenken aan de orde.
Dit mondt uit in een aantal kernpunten voor een sociaal-democratische inzet voor Europa, waarover de PvdA met haar leden en achterban in discussie wil gaan. Deze kernpunten houden in sommige gevallen een aanscherping of bijstelling in van de huidige visie van de PvdA op Europa.


De werkgroep stelt vooral de logica van de interne markt ter discussie. De werkgroep bekritiseert de invloed van dit marktdenken op de vormgeving van nationaal sociaal beleid. Het mag niet zo zijn dat door de regels voor de Europese interne markt goede sociale voorzieningen in het gedrang komen. Daar waar onder invloed van de Europese marktwerking op grote schaal banenverlies optreedt, moet juist door middel van scholing en gesubsidieerde arbeid de getroffen groepen zekerheid en perspectief geboden worden.


Ook vindt de werkgroep dat de inrichting van de verzorgingstaat door de lidstaten zelf bepaald moet worden. De lidstaten moeten zelf beslissen wat in eigen land tot de publieke of semi-publieke diensten wordt gerekend.


Politici zelf moeten ook lessen trekken. De realiteit van Europa moet doordringen en tot uiting komen in hun dagelijkse praktijk. Niets uit 'Brussel' overkomt ons. De parlementen van de lidstaten en het Europese parlement hebben wel degelijk invloed. De samenwerking tussen het nationale en het Europese parlement kan veel beter. De werkgroep vindt om dit te bereiken ook 'dubbelmandaten', gecombineerde lidmaatschappen, bespreekbaar.


De notitie is niet bedoeld als een soort verkiezingsprogramma, maar als basis voor een discussie over Europa. Die discussie zal dit najaar en het volgend voorjaar in de partij worden gevoerd.


De werkgroep bestond uit: Ruud Koole en Adri Duivesteijn (voorzitters); Nebahat Albayrak, Marten van den Berg, Max van den Berg, Jet Bussemaker, René Cuperus, Saskia Duives-Cahuzak, Godelieve van Heteren, Bert Koenders, Marije Laffeber, Gijs van Midden, Sam Rozemond, Diederik Samsom en Frans Timmermans.


De werkgroepleden presenteren de notitie unaniem als basis voor verdere discussie. Dit betekent niet dat zij het noodzakelijkerwijs op elk onderdeel persoonlijk onderschrijven.