VVD



Nieuws

13 okt 2005 - Inbreng Ruud Luchtenveld bij de
begroting Koninkrijksrelaties

Inbreng van de VVD-fractie bij de begroting Koninkrijksrelaties (Hoofdstuk IV) op 12 oktober 2005

Woordvoerder: Ruud Luchtenveld

De VVD wil daadkracht en resultaat zien van de Nederlandse regering en de andere Koninkrijkspartners. De tijd van pappen en nathouden is definitief voorbij.

De begroting schetst een somber beeld over de ontwikkelingen op met name de Nederlandse Antillen. De financieel-economische ontwikkeling is ronduit zeer zorgelijk. Er is een toenemende kloof tussen arm en rijk en er ontwikkelen zich verschijnselen van een armoedecultuur, met alle symptomen van dien (drugs, criminaliteit, vervaging van normen en waarden).

De VVD-fractie hamert, gelet op deze ontwikkelingen, op twee hoofdzaken. Ten eerste moet de Nederlandse regering samen met de andere Koninkrijkspartners zwaar inzetten op financiële sanering. Het is dan ook de primaire zorg van alle betrokkenen dat de overheidsfinanciën van de twee andere landen binnen het Koninkrijk zo snel mogelijk echt op orde komen. Er zijn goede stappen gezet, maar die zijn nog niet voldoende. Alleen met gezonde overheidsfinanciën kunnen de Koninkrijkspartners een grote mate van zelfstandigheid binnen het Koninkrijk innemen. Gezonde overheidsfinanciën vormen ook de voorwaarde voor het slagen van het overige beleid. Daartoe dienen forse ingrepen en niet te worden geschuwd en moet ingezet worden op structurele en blijvende verbeteringen van de overheidsfinanciën.

Ten tweede moet het beleid van de Nederlandse regering erop gericht zijn met name de positie van jongeren te verbeteren. Het bieden van goed onderwijs en arbeidsperspectieven is van vitaal belang voor een structurele verbetering op velerlei vlak op de Antillen. Binnen het onderwijs dient het beheersen van de Nederlandse taal, bij voorkeur naast Engels een belangrijke rol te blijven spelen. Alleen Papiaments is voor de VVD geen optie. Jongeren die een opleiding hebben afgerond, moeten worden geprikkeld om binnen de Antillen een passende baan te zoeken, zodat hun kennis niet bij hun emigratie verloren gaat.

De per januari 2006 integraal in te voeren sociale vormingsplicht voor jongeren van 16 tot en met 24 jaar die de Nederlandse Antillen invoeren wordt in dat kader door de VVD toegejuicht. Er loopt nu een pilot voor 200 jongeren, maar de doelgroep is bijna 4400 jongeren. Het uitbreiden van kansrijke projecten op de Antillen is dus essentieel. De toekomst van de Antilliaanse jongeren moet vooral op de eilanden zelf worden voorbereid. De Nederlandse regeling om naar Nederland gekomen kansloze jongeren terug te sturen als zij geen werk hebben en geen opleiding volgen, kan hier wat de VVD betreft goed op aansluiten. Helaas wordt een wetsvoorstel hierover nog afgewacht. Kan de regering aangeven wanneer de Kamer het wetsvoorstel ter zake tegemoet kan zien?

Onder de titel "Nu kan het, nu moet het" werd in het najaar van 2004 het rapport van de commissie Jesserun uitgebracht, waarin voorstellen werden gedaan voor wijzigingen in de staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk. Voorgesteld is het land Nederlandse Antillen op te heffen en Curaçao en Sint-Maarten de status van "land" te geven en de overige eilanden de status van Koninkrijkseiland. Aruba zou de status aparte behouden, maar wel met een Statuutwijziging moeten instemmen.

Vorig jaar heeft de VVD-fractie tijdens de Algemene Politieke beschouwingen reeds aangedrongen op het benutten van "het momentum" (50 jaar Statuut, rapport Jesserun) om tot een totaalomvattende deal met de Koninkrijkspartners te komen. Tijdens de begroting NAAZ 2005 werd bij monde van woordvoerder Jan Rijpstra en vervolgens door een kamermeerderheid aangedrongen op een snelle uitwerking en uitvoering van het rapport Jesserun. Inmiddels heeft het kabinet weliswaar enkele stappen voorwaarts gezet en zijn op de eilanden referenda gehouden over de toekomstige staatkundige structuur, maar lijkt er nog een lange weg te gaan voordat een uitgewerkte totaaldeal tot stand zal kunnen komen.

Tijdens een algemeen overleg op 14 september jongstleden heeft de commissie duidelijkheid geschapen dat:

a. het traject van economische en financiële verbetering parallel zal lopen met de staatkundige vernieuwingen;

b. dat de Kamer een duidelijke rol krijgt bij de besprekingen van de regering met de Koninkrijkspartners. Gedacht wordt hierbij aan een vergelijking met het optreden van de Nederlandse regering in Europa (overleg voorafgaand en na afloop);

c. dat nog voor de verkiezingen op de Nederlandse Antillen in januari aanstaande er onomkeerbare stappen moeten zijn gezet met betrekking tot de staatkundige vernieuwing in de vorm van een document waarin afspraken staan over het proces tot 2007 (invoering).

Graag wil ik van de minister weten welke wijziging in prioriteitstelling de regering voor ogen staat als onvoldoende verbetering optreedt in de zorgelijke ontwikkelingen op de Antillen? (Pagina 5 van Uw begrotingstoelichting).

De VVD-fractie zou ook graag inzicht hebben in het rendement van elke Euro die aan de Antillen en Aruba wordt besteed. Kan de regering aangeven welk percentage van elke Euro ook daadwerkelijk het doel bereikt en welk percentage van elke Euro aan "bureaucratie en inefficiëntie" verloren gaat?