LEI

persbericht / nr. 1819

17-oktober-2005

Hobbydierhouders hebben moeite met overheidsbemoeienis

Bijna twee derde van de mensen die landbouwhuisdieren als hobby houden, vindt dat de overheid niets te maken heeft met wat zij met de dieren doen. En nog meer eigenaren zijn ervan overtuigd dat zij hun hobby verantwoord uitoefenen en goed voor hun dieren zorgen. De regels die de overheid aan de veehouderij stelt, bijvoorbeeld om dierziekten te voorkomen, vinden zij dan ook eigenlijk niet voor zichzelf van toepassing. Bovendien vinden zij de informatie van de overheid op dit punt vaak onduidelijk en moeilijk te achterhalen. Ze hebben het gevoel dat de overheid hen vooral wantrouwend benadert en niet met respect voor hun eigen verantwoordelijkheid. Dat blijkt uit een onderzoek van Wageningen UR in opdracht van het Ministerie van LNV. Het rapport is op 11 oktober door de minister aangeboden aan de Tweede Kamer.

Hobbydieren zijn landbouwhuisdieren die vooral voor het plezier van de eigenaar, dus zonder winstoogmerk, worden gehouden. Gezelschapsdieren als honden, katten en vissen vallen er buiten. In dit onderzoek zijn vooral houders van kippen, geiten en schapen benaderd, en daarnaast ook mensen die koeien en varkens als hobby houden, al komt dat veel minder voor. De meeste hobbydierhouders houden meer dan drie diersoorten, zowel landbouwhuisdieren als gezelschapsdieren.

Veel regels die de overheid oplegt aan de veehouderij, bijvoorbeeld met het oog op de diergezondheid, gelden ook voor dieren die als hobby worden gehouden. De eigenaren zijn zich dit niet altijd bewust en ervaren het optreden van de overheid als bemoeizuchtig, overbodig of op zijn minst onduidelijk. Hobbydierhouders voelen zich in het algemeen meer verwant met mensen die er gezelschapsdieren als honden en katten op na houden, dan met commerciële veehouders. Hun belangrijkste motief om dieren te houden ligt vaak op het sociale vlak; een op de drie eigenaren beschouwt zijn dieren als kinderen. Maar bij de helft van de hobbyisten spelen ook praktische overwegingen een rol, zoals het kunnen beschikken over een vers eitje.

De bekendheid met overheidsregels en de naleving ervan varieert per onderwerp en diersoort. Een belangrijke bron van informatie is voor velen de dierenarts. Mensen die koeien als hobby houden, stellen zich in doorsnee wat anders op dan de meeste andere hobbydierhouders. Iemand met varkens, geiten of schapen is gemiddeld minder goed op de hoogte van de regels waaraan hij zich moet houden. Als het om de naleving gaat, scoren de geitenhouders het laagst, terwijl de koeienhouders zich bijvoorbeeld in overgrote meerderheid aan oormerk- en registratieverplichtingen houden.

De meeste hobbydierhouders vinden dat registratie van de dieren eigenlijk geen nut heeft en dat de controle erop onuitvoerbaar is. Maar een nog groter deel is tegelijkertijd van mening dat de herkomst van de dieren wel moet kunnen worden getraceerd, zij het zonder het gebruik van oormerken.

De onderzoekers komen in hun rapport met een aantal aanbevelingen voor beleid en communicatie tussen de overheid en hobbydierhouders. Aandacht voor verschillen in beleving tussen veehouders en hobbydierhouders, en voor de verschillende groepen hobbydierhouders, is daarbij belangrijk. De overheid zou bijvoorbeeld ook meer gebruik kunnen maken van de rol van de dierenarts als informatiebron.
---

De kloof tussen hobbydierhouders en overheid; Over passie voor dieren en perceptie van wet- en regelgeving die voor landbouwhuisdieren gelden. Het rapport bestellen 'rapport 7.05.06'.