Opinie 32: `Om duurzaam te gaan moet Nederland beter samenwerken'
CATRINUS JEPMA, HOOGLERAAR ENERGIE EN DUURZAAMHEID:
In Nederland lopen we graag voorop, we zijn graag `leading'. Of we dat
ooit zullen worden in duurzame energie, betwijfelt hoogleraar Energie
en Duurzaamheid Catrinus Jepma. Natuurlijk vindt Nederland wel een
paar niches waarin het kan uitblinken. Maar willen we echt duurzaam
gaan, zegt Jepma, `dan moeten overheid, universiteiten en
bedrijfsleven veel beter samenwerken'.
Het zo vaak genoemde poldermodel is juist in de ontwikkeling van
duurzame energie bittere noodzaak, vindt Jepma. `Nederland moet
ontzettend gaan polderen. En niet alleen tussen het bedrijfsleven, Den
Haag en de universiteiten, ook tussen de ministeries onderling. Alles
wat de vakministeries bedenken moet uiteindelijk ook gedekt worden
door het ministerie van Financiën.' Met grondig overleg creëer je
visie. En dat is waar het in Nederland op dit punt vaak aan ontbreekt.
Vaak weet men niet waar men aan toe is, doordat de overheid dat zelf
ook niet weet.
Subsidies
`Met veel ophef werd een paar jaar geleden de subsidie op groene
stroom aangekondigd. Dat was een ongekend succes, iedereen wilde
groene stroom. Daar speelden de internationale energiereuzen handig op
in. In plaats van naar nieuw opgewekte groene stroom ín Nederland,
vloeide veel van de subsidie weg naar bestaande groene energie in het
buitenland.' Nu wordt gezegd dat boeren zich moeten richten op de
productie van koolzaad, voor biodiesel. Handig om de sanering van de
landbouw soepel te laten verlopen, maar de boeren krijgen geen
zekerheid. Ze vragen: `blijft dit?'
Wil Nederland op de lange termijn een duurzame economie optuigen, dan
moet Den Haag betrouwbare signalen afgeven. `De regels moeten
bestendiger zijn en de samenwerking tussen de partijen beter,
overigens ook binnen de kennisinfrastructuur zelf. Anders krijg je dat
instituten als TNO, ECN en RIVM al het geld voor energieonderzoek naar
zich toe harken, terwijl de universiteiten met hun fundamentele kennis
een beetje vanaf de zijlijn moeten toekijken.' De sleutel ligt volgens
Jepma in het transitiemanagement, een pad dat vier jaar geleden door
de overheid werd ingeslagen. Een actieve dialoog moet de overstap naar
duurzame energie versnellen. Haalbare projecten op de korte termijn.
Binnen twee, drie jaar al. En daarnaast een langetermijnvisie voor de
volgende kwarteeuw.
Besparing
Op de korte termijn moet volgens Jepma bijvoorbeeld worden ingezet op
energiebesparing, want daar valt nog veel te halen. Ook
micro-warmtekrachtkoppeling is zo'n voorbeeld. Eén ketel die warmte én
stroom kan maken voorziet elk huis van beide. Koppel vervolgens
huishoudens in groepjes aan elkaar en zet een computer aan het
rekenen. Zo creëer je een virtuele energiecentrale: de tekorten van de
één worden aangevuld met de overschotten van een ander. Of openbaar
vervoer op aardgas. De gemeenten Haarlem en Tilburg hebben onlangs
grote orders geplaatst voor hun ov-wagenpark. En energiezuinige
glastuinbouw. Het liefst kassen die helemaal geen energie nodig
hebben, omdat ze bijvoorbeeld restwarmte uit de zomer slim inzetten in
de winter.
De lange termijn is gecompliceerder. Nederland is nu eenmaal niet
`leading' als het gaat om duurzame energie. Waar IJsland al jaren
uitblinkt in het gebruik van waterstof en Denemarken vooroploopt in de
windenergie, is Nederland zoekende. `De kunst is inzetten op een paar
niches waar Nederland écht een rol van betekenis kan spelen. Alleen
moeten we er nog achter komen welke dat precies zijn. Dat kan alleen
succesvol worden als bedrijfsleven, universiteiten en de overheid één
plan trekken. Polderen dus!'
Curriculum Vitae
Catrinus Jepma studeerde economie en rechten in Groningen. Sinds 1977
is hij verbonden aan de RUG, waar hij ook promoveerde op een onderzoek
naar handelsstromen van derdewereldlanden. Jepma doceert
internationale economie aan de RUG en is hoogleraar internationale
(milieu)economie aan de Universiteit van Amsterdam en de Open
Universiteit en hoogleraar Energie en Duurzaamheid aan de RUG. Zo'n
vijftien jaar geleden begon hij zich vanuit de internationale economie
te concentreren op energie- en duurzaamheidsvraagstukken. In zijn
onderzoek richt hij zich de laatste vijf jaar met name ook op de
liberalisering van de energiemarkt in Europa. Vanwege zijn expertise
op energiegebied is hem gevraagd om wetenschappelijk directeur van het
Energy Delta Research Centre (EDReC) van de RUG te worden. /SK
Informatie
prof.mr.dr. C.J. Jepma, tel. (050) 309 68 15, 's avonds (050) 309 15
72, e-mail c.j.jepma@rug.nl
Rijksuniversiteit Groningen