Contactpersoon
Datum
18 oktober 2005
Ons kenmerk
RWS/SDG/2005/2765/17120
Doorkiesnummer
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
-
Onderwerp
Betuweroute; geluidsschermen bij Tiel
Geachte voorzitter,
Tijdens het Algemeen Overleg van 28 september 2005 met de Vaste
Kamercommissie van Verkeer en Waterstaat heb ik, naar aanleiding van de
vraag van uw lid Duyvendak hoe het kan dat bewoners na plaatsing van
geluidsschermen meer overlast hebben, toegezegd de Kamer te informeren over
de situatie van de geluidsschermen bij Tiel.
Vanwege de A15 ter hoogte van Tiel is voor 137 woningen sprake van een
zogenoemde saneringssituatie aangezien de geluidbelasting in 1986 al hoger
was dan 55 dB(A).
In overleg met de gemeente Tiel zijn, om de geluidbelasting vanwege de A15
in de toekomstige situatie (2015) zoveel mogelijk terug te brengen tot 55
dB(A), extra geluidwerende voorzieningen langs de zuidzijde van de A15 in
het Tracébesluit Betuweroute opgenomen. Dit scherm is uitsluitend bedoeld
om de geluidsbelasting van het wegverkeer tegen te gaan. Het betreft een
geluidsscherm met een hoogte die varieert van 5 tot 7 meter. Behalve dit
scherm zijn er langs de lokale infrastructuur (Westroyensestraat in de
gemeente Tiel) nog aanvullende schermen geplaatst.
Ondanks aanleg van deze schermen zal er nog bij 7 woningen in 2015 sprake
zijn van een hogere geluidsbelasting dan 55 dB(A) ten gevolge van het
wegverkeer van Rijksweg 15. Voor deze woningen zal door de Minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer een hogere waarde
worden vastgesteld. De gemeente Tiel onderzoekt samen met ProRail of bij
deze woningen geluidsisolerende maatregelen noodzakelijk zijn om aan het
wettelijke binnenniveau van 45 dB(A) te kunnen voldoen.
Uit het onderzoek dat in 2004 is uitgevoerd ter voorbereiding van de hogere
waarden-procedure vanwege de saneringssituatie blijkt dat door de
geluidsschermen de geluids-belasting is verminderd ten opzichte van de
geluidssituatie vóór realisatie van dit scherm. De geluidsbelasting vanwege
de A15 op de eerste lijnsbebouwing is ten opzichte van de situatie in 1998
gemiddeld met 10 dB(A) verbeterd.
Er is dus geen sprake van toename van de geluidsbelasting.
De normering en het systeem van de Wet geluidhinder gaat voor
wegverkeerslawaai overigens uit van een gemiddelde berekende
geluidsbelasting en dus niet van piek-waarden. Daardoor kan het
geluidsniveau onder bepaalde omstandigheden als hoger of lager worden
ervaren dan de berekende waarden.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs
Ministerie van Verkeer en Waterstaat