Gerechtshof 's-Gravenhage


Hof spreekt verdachte in zaak Soares vrij

Het Gerechtshof âs-Gravenhage heeft vandaag G.S.H. vrijgesproken van de moord/doodslag op Sedra Soares. Op 1 februari 2003 werd de dertienjarige jongen dodelijk getroffen door een kogel uit een vuurwapen terwijl hij met vrienden sneeuwballen aan het gooien was vanaf het parkeerdek nabij metrostation Slinge in Rotterdam. Na uitgebreid onderzoek werd uiteindelijk de thans negenentwintigjarige G.S.H. als de verdachte aangemerkt. In eerste aanleg is hij door de Rechtbank Rotterdam voor onder meer doodslag op Sedra Soares veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf.

Vrijspraak

Het hof in Den Haag heeft G.S.H. vrijgesproken van de moord/doodslag op Sedra Soares. Het hof stelt voorop dat er geen enkel dactyloscopisch, ballistisch, DNA of ander technisch bewijs ter plaatse of elders gevonden is. Ook het vuurwapen dat gebruikt moet zijn, werd niet gevonden. In deze zaak zijn geen andere bewijsmiddelen voorhanden dan getuigenbewijs. Het hof zet echter vraagtekens bij de betrouwbaarheid van de diverse belastende verklaringen en concludeert dat geen van de getuigenverklaringen voor bewijs gebruikt kunnen worden.

Getuigenverklaringen onvoldoende

De getuige, die zich tijdens de schietpartij bij het metrostation bevond en die G.S.H. als schutter heeft genoemd, verklaarde in 2003 niets gezien te hebben. Pas in juni 2004 legde zij bij de politie een voor G.S.H. belastende verklaring af, maar die trok zij ter zitting van het hof in september 2005 weer in. De vraag naar de betrouwbaarheid van deze getuige is mede beantwoord aan de hand van verklaringen van drie andere getuigen die tijdens de schietpartij bij het metrostation zouden zijn geweest.

Het hof acht de verklaringen van deze andere getuigen daartoe onvoldoende betrouwbaar. Die getuigen hadden zich na de schietpartij niet gemeld en legden ruim een jaar na de schietpartij een voor G.S.H. min of meer belastende verklaring af. Ook de verklaring van een vierde getuige, een medegedetineerde aan wie G.S.H het feit zou hebben bekend, legt het hof, gelet op onder meer de taalbarrière tussen deze getuige en G.S.H., ter zijde.

LJ Nummer

AU4447

Bron: Gerechtshof 's-Gravenhage Datum actualiteit: 18 oktober 2005 Naar boven