Erasmus Universiteit Rotterdam

Productiviteit verbetert alleen door groei

Nederlandse ondernemingen moeten blijven groeien om hun productiviteit te verbeteren. Hun productiviteitsgroei is daarmee zeer gevoelig voor schommelingen in de conjunctuur. Dit concludeert Erik den Hartigh in zijn proefschrift Toenemende meeropbrengsten en bedrijfsprestatie: een empirisch onderzoek, waarop hij donderdag 20 oktober 2005 promoveert aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

In het promotieonderzoek analyseert Den Hartigh 118 Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen de productiviteitsgroei over de afgelopen 20 jaar. Ondernemingen blijken gemiddeld een half procent productiviteitsgroei te boeken als hun productie met een procent stijgt. Ondernemingen waarvan de productie niet stijgt, zien hun productiviteit met ongeveer anderhalf procent dalen. Deze relatie tussen productieomvang en productiviteit staat bekend als de Wet van Verdoorn. Den Hartigh stelt dat er grote verschillen bestaan tussen ondernemingen onderling en tussen ondernemingen in verschillende sectoren. Zo bedraagt de productiviteitstoename per procent groei van de productieomvang voor bedrijven in de IT Dienstverlening gemiddeld 0,1 procent, voor Retailbedrijven gemiddeld 0,32 procent en voor Telecommunicatiebedrijven gemiddeld 0,65 procent.

Deze wetmatigheid heeft positieve en negatieve gevolgen voor Nederlandse ondernemingen. Positief is dat een onderneming de gestegen productiviteit kan gebruiken om haar producten goedkoper te maken of om voor hetzelfde geld een beter product op de markt te zetten. Dit leidt tot een groter marktaandeel, waardoor de onderneming meer kan produceren, waardoor vervolgens de productiviteit weer zal toenemen. Deze beweging kan zichzelf gaan versterken, wat uiteindelijk leidt tot hogere winstgevendheid.

Negatief is dat ondernemingen moeten blijven groeien om productiever te worden. Wanneer zoals in de afgelopen jaren de groei van de markt afneemt, leidt dit direct tot lagere productiviteit en dus tot lagere winstgevendheid. De concurrentiepositie van ondernemingen is hiermee zeer gevoelig voor schommelingen in de conjunctuur. Om deze gevoeligheid te verminderen moeten ondernemingen meer investeren in slimmere manieren van werken en in betere kennisuitwisseling.

Deze promotie is voorbereid binnen Erasmus Research Institute of Management (ERIM) , de door de KNAW erkende onderzoeksschool van RSM Erasmus University en de Faculteit der Economische Wetenschappen.

Promotor: prof.dr. H.R. Commandeur, Industriële economie en bedrijfshuishoudkunde