Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
19 oktober 2005
Ons kenmerk
DGP/ZZL U.05.02520
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

1 (apart verzonden pdf)
Uw kenmerk

-
Onderwerp
Betrokkenheid partijen in proces van structuurvisie Zuiderzeelijn

Geachte voorzitter,

Op 29 juni 2005 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het plan van aanpak van de Structuurvisie Zuiderzeelijn (zie mijn brief over het plan van aanpak van 17 juni 2005, kenmerk U.05.00213). De Structuurvisie zal als basis dienen voor de discussie en de besluitvorming over de nut en noodzaak van de Zuiderzeelijn. De nut en noodzaak discussie begint echter niet pas als de Structuurvisie volledig gereed is. Het is van groot belang om reeds bij de totstandkoming van de Structuurvisie op een pro-actieve manier de maatschappij te betrekken bij de elementen die de nut en noodzaak van het project zullen bepalen.

Met deze brief informeer ik u, mede namens minister Dekker en staatssecretaris Van Gennip over het proces waarin de Structuurvisie ZZL en het besluit over nut en noodzaak tot stand zal komen. Nieuw hierbij ten opzichte van het plan van aanpak is het Critical Review Team (zie B) dat is ingesteld en het beoordelingskader voor nut en noodzaak (zie C) dat wordt opgesteld.

Proces met omgeving
Vanwege de nieuwe nut en noodzaakdiscussie zal in deze periode over de Zuiderzeelijn veel worden gesproken Dit zal open worden gedaan, met iedereen die hierin betrokken wil worden. Het gaat daarbij om het inbrengen van deskundigheid van stakeholders, maar ook om het verkrijgen van inzicht in de maatschappelijke opinie.

Met een openbare kennisgeving in de staatscourant en een aantal regionale bladen op 3 oktober jl. is de procedure van de Structuurvisie ZZL formeel gestart (zie bijlage). In deze openbare kennisgeving is de inhoud en de totstandkoming van de Structuurvisie, inclusief de rol van de inwoners hierbij, nader toegelicht.
Zo zijn in oktober per betrokken provincie discussieavonden met inwoners georganiseerd en is in november een enquête op onze internetsite www.zuiderzeelijn.nl toegankelijk. Via een onafhankelijk bureau zijn hiervoor 15.000 willekeurige mensen aangeschreven met de vraag of ze wilden mee discussiëren over nut en noodzaak van een Zuiderzeelijn. Daarnaast is het voor iedere geïnteresseerde mogelijk via een forum te reageren. De resultaten van de avonden, de enquête en het forum zullen openbaar worden gemaakt en worden meegewogen in de probleemanalyse en de Structuurvisie als geheel.

Parallel hieraan is een traject met maatschappelijke organisaties opgestart. Dit zijn vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, werknemers, natuur- en milieubelangen en consumentenbelangen. In een gezamenlijke startbijeenkomst is aan de maatschappelijke organisaties gevraagd om aan te geven op welke elementen van de Structuurvisie zij specifieke inbreng willen leveren. Per organisatie wordt in overleg bekeken bij welke onderdelen van de Structuurvisie deze betrokken zullen worden. Daarnaast wordt aan elke betrokken organisatie gevraagd hoe zij de nut en noodzaak van een Zuiderzeelijn zien zodat dit ook kan worden meegenomen in de probleemanalyse en de Structuurvisie als geheel.

In dit proces worden naast bovengenoemde partijen en de regio ook deskundigen betrokken zoals de diverse planbureaus en adviesraden en het Atelier van de Rijksbouwmeester. Het gaat hierbij om advies, informatie en toetsing.

Critical Review Team
De Structuurvisie ZZL is de eerste Structuurvisie die volgens het toetskader van de TCI wordt opgesteld. Het toetskader van de TCI heeft als doel de kwaliteit van besluitvorming door de Tweede kamer te verbeteren. Een goede kwaliteitsborging van de inhoud en het proces van de totstandkoming van de Structuurvisie is dus van groot belang. Daarom heb ik begin oktober een Critical Review Team (CRT) ingesteld. Het CRT kan rapporteren op het niveau van de projectorganisatie, het gedelegeerd opdrachtgeversoverleg en het kabinet. Het CRT zal het gehele proces alsmede de inhoudelijke totstandkoming van de Structuurvisie kritisch volgen. Hierbij zullen zij de verschillende partijen in het proces de TCI-spiegel kunnen voorhouden. Dit geldt met name voor de projectorganisatie ZZL die het CRT gevraagd en ongevraagd advies en opinies geeft. Deze zullen gemotiveerd worden meegenomen in het proces. Bij de besluitvorming zal het kabinet de adviezen van het CRT gemotiveerd meewegen. Deze adviezen zal ik tevens - indien gewenst - aan de Tweede Kamer doen toekomen.

De doelen van het CRT zijn:
borgen dat ZZL, conform het toetskader van de TCI, als voorbeeldproject voor toekomstige projecten kan dienen. Dit houdt onder meer in betere besluitvorming, betere projectbeheersing en meer maatschappelijke kwaliteit;
de Structuurvisie inhoudelijk en procesmatig versterken door de vragen, kritiek, opinies, kennis en expertise van de leden van het CRT vroegtijdig in te brengen in het project (evt. aangevuld met andere expertise).

Het CRT bestaat uit onafhankelijke deskundigen uit de wetenschappelijke wereld, bestuur en bedrijfsleven. De samenstelling van het CRT is als volgt:
de heer mr. E. Kist (voorzitter), voormalig voorzitter Raad van Bestuur ING Groep
de heer H.J. Hamer, voormalig plv. directeur Inspectie der Rijksfinanciën; de heer prof. A. Heertje, hoogleraar Economie aan de Universiteit van Amsterdam;
de heer drs. G.B.M. Leers, burgemeester Maastricht en voorzitter LOCOV (Landelijk Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer); mevrouw ir. M.E. Van Lier Lels, lid Innovatieplatform en voormalig operationeel directeur van Schiphol;
de heer prof. ir. A.A.J. Pols, hoogleraar planning aan de TU Delft. Het CRT is specifiek ingericht voor deze fase van het project en kent dus een doorlooptijd tot en met de besluitvorming, die voor de zomer 2006 zal plaatsvinden.


1. Probleemanalyse en beoordelingskader voor nut en noodzaak In het plan van aanpak Structuurvisie ZZL is aangegeven dat de probleemanalyse een essentieel onderdeel van de Structuurvisie is. De probleemanalyse wordt op dit moment uitgevoerd en heeft als doel een probleemstelling te formuleren voor Noord Nederland en de Noordvleugel van de Randstad. Deze komt tot stand op basis van:
kwantitatief ruimtelijk-economisch onderzoek;
uitwerking van ruimtelijke toekomstperspectieven voor Noord Nederland en de Noordvleugel;
analyse van het vigerend beleid;
inventarisatie van standpunten en belangen.
Op basis van bovenstaande onderdelen wordt de probleemstelling opgesteld. Daar wordt vervolgens de projectdoelstelling op gebaseerd en de definitieve scope van de alternatieven die in de Structuurvisie worden uitgewerkt bepaald.
De probleemanalyse maakt integraal onderdeel uit van de Structuurvisie. Over de probleemanalyse vindt geen afzonderlijke besluitvorming plaats. Wel zal eind november over de concept-probleemstelling Bestuurlijk Overleg gevoerd worden met de regio's. Zoals in het Algemeen Overleg van 29 juni jl. besproken zal ik u vervolgens informeren over de concept- probleemstelling.

Tevens wordt in het verlengde van de probleemanalyse gewerkt aan een beoordelingskader voor de nut en noodzaak. Door het vooraf opstellen van een beoordelingskader kunt u tijdig inzicht krijgen in hoe straks op transparante wijze de nut en noodzaak wordt afgewogen. De criteria van het beoordelingskader komen voort uit de analyses die voor de Structuurvisie worden uitgevoerd.
Het CRT zal vervolgens mede toezien op een gedegen toepassing van dit kader.
Ik zal u over de criteria, gelijk met de hierboven genoemde concept- probleemstelling, eind november informeren.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs