Dossiers na de dood van de dokter
Après moi le déluge?*
Wat gebeurt er met uw patiëntendossiers als u plotseling overlijdt? Waarschijnlijk denkt u daar nog liever niet over na. Toch moet u dat wel gaan doen. Het herziene KNMG-advies 'Overdracht van patiëntendossiers na ontstentenis van de arts zonder opvolging' legt uit welke verantwoordelijkheid volgens de wet op u rust.
Als een arts stopt met zijn praktijk, neemt de opvolger van die praktijk de verantwoordelijkheid voor de dossiers over. Wordt er geen opvolger gevonden dan blijft de arts die stopt daarvoor zelf verantwoordelijk. Dit wordt problematisch als de arts komt te overlijden. Onduidelijk is dan wie verantwoordelijk wordt voor het beheer van de dossiers. Het is van groot belang, voor de continuïteit van zorg en het kunnen uitoefenen van de wettelijke patiëntenrechten, dat de dossiergegevens toegankelijk blijven en op een veilige locatie bewaard worden. Het oude advies van de KNMG inzake overdracht legt de verantwoordelijkheid voor de overgebleven dossiers uiteindelijk bij de nabestaanden van de arts. Omdat dit onwenselijk werd geacht, is besloten het advies te herzien.
Voor wie bedoeld?
De nieuwe KNMG-handreiking 'Overdracht van patiëntendossiers na ontstentenis van de arts zonder opvolging' is bedoeld voor solistisch werkende huisartsen en specialisten. Artsen die in een instelling werken (al dan niet in dienstverband) hebben niet met dit probleem te maken, aangezien de instelling de dossiers beheert, ook na overlijden van de arts.
Wat regelt de handreiking?
De handreiking beoogt praktische aanwijzingen te geven op welke wijze aan de bewaarplicht invulling moet worden gegeven in het geval geen opvolger voor de praktijk gevonden kan worden.
Om welke dossiers gaat het?
Meestal gaat het slechts om een beperkt aantal dossiers die na beëindiging van de praktijk in de praktijk achterblijven. De dossiers van patiënten die een nieuwe arts vinden kunnen, op verzoek en met toestemming van de patiënt, naar de nieuwe arts gestuurd worden. De dossiers van patiënten die nog geen nieuwe (huis)arts gevonden hebben, kunnen aan de patiënt worden meegegeven. Het grootste deel van de actieve dossiers krijgt zo een nieuwe bewaarplaats. Er blijven echter altijd dossiers in de praktijk achter. Bijvoorbeeld dossiers van overleden patiënten, patiënten die zijn verhuisd of in het buitenland wonen. Ook deze dossiers moeten bewaard worden.
Wat gebeurt met de overgebleven dossiers?
Omdat het niet zeker is of er na het beëindigen van de praktijk een opvolger zal zijn die de bewaarplicht kan overnemen, moet elke solistisch werkende arts reeds nu (schriftelijk) regelen op welke wijze hij of zij invulling gaat geven aan de overdracht van de bewaarplicht. Het ligt voor de hand hierover afspraken te maken met collega-artsen uit de omgeving. Omdat alle solistisch werkende artsen met ditzelfde probleem zitten, is collegialiteit, ook op dit punt, van groot belang. Ook is het denkbaar dat afspraken worden gemaakt met de lokale Huisartsendienstenstructuur (HDS), het plaatselijke ziekenhuis, de GGD of een andere zorginstelling.
Patiënten voorlichten
Patiënten moeten op de hoogte zijn van de regeling die de arts getroffen heeft voor de overdracht van de bewaarplicht. Bijvoorbeeld via een aankondiging in de wachtkamer, een patiëntenfolder of op de website.
De handreiking wordt in het KNMG Vademecum opgenomen. Tot die tijd is de handreiking te raadplegen op
* Na mij de zondvloed?
Laatst gewijzigd: 20-10-2005