Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording kamervragen Tjon-A-Ten/Van der Laan over HIV/aids bestedingen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4
Den Haag | |Directie Sociale en Institutionele Ontwikkeling Afdeling Sociaal Beleid
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |21 oktober 2005                     |Behand|Marijke Wijnroks     |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DSI/SB-495/2005                     |Telefo|+31 70 348 6967      |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/1                                 |Fax   |+ 31 70 348 5366     |
|Bijlag|1                                   |marijke.wijnroks@minbuza.nl  |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Beantwoording vragen van de leden   |                             |
|t     |Tjon-A-Ten en Van der Laan over     |                             |
|      |HIV/aids bestedingen                |                             |
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Tjon-A-Ten en Van der Laan over HIV/aids bestedingen. Deze vragen werden ingezonden op 27 september 2005 met kenmerk 2050600260.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Antwoord van mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van de leden Tjon-A-Ten (PvdA) en Van der Laan (D66) over HIV/Aids-bestedingen.

Vraag 1
Kunt u aangeven op welke wijze het United Nations Population Fund (UNFPA) HIV/Aids-bestrijding integreert in haar beleid ten aanzien van reproductieve en seksuele gezondheidszorg(rechten)? Wat is uw standpunt in dezen? 1)

Antwoord
UNFPA heeft HIV/Aids-bestrijding geïntegreerd in haar beleid. In het lopende Multi-Year Funding Framework (MYFF) 2004-2007 spitst UNFPA het werk toe op drie deelgebieden: reproductieve gezondheid, bevolking en ontwikkeling, gender equality & empowerment van vrouwen. Voor elk van deze gebieden is een aantal strategische resultaten en indicatoren vastgesteld. Deze zijn nauw gerelateerd aan het ICPD-mandaat (Internationale Conference on Population and Development), alsook aan het raamwerk van de Millennium Development Goals. Deze zijn uiterst relevant voor de bestrijding van HIV/Aids.

UNFPA heeft verder een aantal prioritaire thema's in het gehele MYFF geïntegreerd: preventie van HIV/Aids, reproductieve gezondheid van jongeren, en gender. Dit uit zich ondermeer in activiteiten gericht op seksuele voorlichting, met name voor jongeren, en gedragsverandering gericht op het voorkomen van geslachtsziekten, inclusief HIV infectie en het voorkomen van tienerzwangerschappen. Ook activiteiten ter verbetering van reproductieve gezondheid, waaronder moeder- en kindzorg, bieden een uitstekende ingang om zwangere vrouwen te testen en eventueel vrouwen te behandelen, en overdracht van HIV van moeder op kind te verminderen. Inmiddels heeft UNFPA, naar aanleiding van de door de Programme Coordinating Board van UNAIDS in juni 2005 goedgekeurde HIV-preventie-strategie, een rapport geschreven m.b.t. intensivering van HIV-preventie. Tijdens de Uitvoerende Raad van september jl. is UNFPA gevraagd het HIV-beleid verder te concretiseren in een actieplan. Tot slot dient vermeld, dat UNFPA een leidersrol speelt in de voorbereidingen van het "Global Programme To Enhance Reproductive Health Commodities Security 2006-2010".

Ik benadruk dat UNFPA binnen de VN familie de leidende organisatie is voor de implementatie van het ICPD Actieprogramma, dat ondermeer gericht is op universele toegang tot seksuele en reproductieve gezondheid. Dit is een cruciale voorwaarde om verdere verspreiding van HIV/Aids tegen te gaan. Ik juich UNFPA's prioritaire aandacht voor HIV/Aids-bestrijding daarom toe, waarbij ik steeds aandring op concrete resultaten op landenniveau.

Vraag 2
Bent u bereid de internationaal leidende rol op het terrein van de Aids-bestrijding van het Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria (GFATM) te versterken door in het kader van replenishment andere landen te stimuleren genereuzer te zijn ten aanzien van het GFATM? Bent u bereid tijdens de komende jaren te blijven bijdragen aan het GFATM en eventueel een deel van het tekort 2) van het GFATM van 2005 op u te nemen? 3)

Antwoord
De middelenaanvulling voor het Global Fund to fight Aids, Tuberculosis and Malaria (GFATM) werd op 6 september jl. in Londen afgerond met een totale toezegging van USD 3,7 miljard voor de periode 2006-2007. Dit bedrag zal waarschijnlijk nog verder stijgen aangezien een aantal donoren om begrotingstechnische redenen nog niet in staat was de volledige bijdragen bekend te maken. Het resultaat van deze eerste middelenaanvulling stelt het GFATM in staat in ieder geval de financiering voor de huidige programma's voort te zetten en op beperkte schaal nieuwe programma's goed te keuren. Met name Europese donoren toonden zich genereus, verschillende landen verdubbelden hun bijdrage. Nederland zegde tijdens deze bijeenkomst een totale bijdrage van EUR 90 miljoen toe. Dit is geheel in lijn met de afspraken over stijging van de Nederlandse financiele bijdragen aan de bestrijding van HIV/AIDS, malaria en tuberculose. Voor juni 2006 is een mid-term review gepland De Nederlandse bijdrage voor 2005 bedraagt EUR 46 miljoen.

Tijdens de recente bestuursvergadering van het GFATM zijn 26 voorstellen ter waarde van USD 382 miljoen goedgekeurd voor financiering. De overige 37 voorstellen, ter waarde van USD 344 miljoen, waarvoor financiering niet onmiddellijk beschikbaar was, zullen naar alle waarschijnlijkheid in de loop van 2006 goedgekeurd kunnen worden.

Vraag 3
Ziet u een rol voor de Nederlandse regering weggelegd ter verbetering van het beleid en de armslag van het United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC), nu veel landen in Oost-Europa en Azië negatief tegenover harm reduction-programma's blijken te staan en belangrijke financiers, zoals de Verenigde Staten, geen harm reduction-programma's willen ondersteunen?

Antwoord
Nederland pleit zowel binnen de EU als daarbuiten met gelijkgezinde donoren ervoor om de wetenschappelijk bewezen succesvolle harm reduction programma's actief over het voetlicht te brengen. Mede daardoor is 'harm reduction' in de EU inmiddels verankerd als integraal onderdeel van het drugsbeleid. Nederland heeft zicht tijdens de meest recente (48e) Commission on Narcotic Drugs - de functionele commissie van ECOSOC die UNODC aanstuurt voor wat betreft de drugs gerelateerde activiteiten van de organisatie - met succes ervoor ingezet dat de EU dit standpunt ook in de Verenigde Naties uitdraagt. Mede hierdoor kon voorkomen worden dat UNODC beperkingen werden opgelegd om activiteiten uit te voeren in het kader van harm reduction. Nederland zal met de EU en gelijkgezinde landen blijven pleiten voor een actieve rol voor UNODC in de ondersteuning van landen bij het ontwikkelen van verantwoorde harm reduction programma's. Financiële ondersteuning van harm reduction programma's vindt momenteel plaats in Oost-Europa via de TMF-subsidies.

Vraag 4
Blijft de Nederlandse regering ook na 2007 financiële steun geven aan de harm reduction-programma's, zoals die onder andere door de Asian Harm Reduction Network (AHRN) worden uitgevoerd? Zo neen, op welke wijze zal de regering aan haar voortrekkersrol met betrekking tot harm reduction-methodieken in het kader van de Aids-bestrijding onder druggebruikers dan invulling geven? 4)

Antwoord
Eerder genoemd programma wordt meerjarig door Nederland gefinancierd. Het is immers duidelijk dat in grote delen van Azië en Oost Europa de HIV transmissie onder IV drug gebruikers de belangrijkste aanjager is van de snel toenemende aids-epidemie. Harm reduction is een bewezen effectieve aanpak om HIV infecties onder IV drug gebruikers te verminderen, en daarmee de risico's van een zich generaliserende epidemie te beperken. Nederland zal dan ook in internationale discussies en bijeenkomsten het belang van harm reduction blijven bepleiten. Ik ben overigens van mening dat financiering van harm reduction programma's eveneens kan gebeuren door multilaterale organisaties, zoals UNAIDS, en het Global Fund.


---- --