Vlaamse overheid

Vlaamse regering
PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE REGERING VERGADERING VAN 21 OKTOBER 2005

Minister Keulen reglementeert doodskisten

De Vlaamse Regering heeft op voorstel van minister van Binnenlandse Bestuur Marino Keulen definitief de voorwaarden bepaald waaraan een doodskist of een ander lijkomhulsel moet voldoen. Begraafplaatsen en lijkbezorging behoren tot de bevoegdheden van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur.

Met twee voorontwerpen van besluit geeft minister Keulen uitvoering aan het decreet op de lijkbezorging en de begraafplaatsen van 16 januari 2004. Het ene voorontwerp betreft de bepalingen omtrent het globale beheer van begraafplaatsen en crematoria. Dit is het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria. Het is vooral bestemd voor de lokale besturen.

Het andere voorontwerp geeft uitvoering aan artikel 11, vierde lid, van het decreet, dat stelt dat de Vlaamse Regering de voorwaarden dient te omschrijven waaraan een doodskist of een ander lijkomhulsel moet beantwoorden.

De minister beseft dat dit besluit een kies onderwerp behandelt en op een gevoelig moment komt. "Deze aangelegenheid regelt delicate zaken", aldus de minister, "die echter dringend geregeld moesten worden. De adviesprocedures zijn nu, met het advies van de Europese Commissie als laatste, eindelijk afgerond." Ook de MiNa- Raad, de Hoge Raad voor Binnenlands Bestuur en de Raad van State hebben het voorontwerp over de doodskisten en lijkomhulsels gunstig geadviseerd.

De regelgeving voor de doodskisten en lijkwaden werd opgesteld om milieuredenen, hygiënische redenen en redenen van volksgezondheid. "De bedoeling is het ontbindingsproces van het stoffelijk overschot zo goed mogelijk te laten verlopen en grond- en
grondwatervervuiling zo veel mogelijk tegen te gaan", zegt de minister. De bepalingen werden in overleg met de sector opgesteld door de administratie gezondheidszorg en zijn gebaseerd op het Nederlandse voorbeeld.

Doodskisten moeten uit een natuurlijk en biologisch afbreekbaar materiaal worden vervaardigd, dat niet geïmpregneerd mag zijn of met houtbeschermingsmiddelen behandeld. Ook de lijm, de lak, de handvatten of de binnenbekleding die voor de kisten wordt gebruikt, moet biologisch afbreekbaar zijn. Het is om hygiënische redenen niet toegestaan om doodskisten die al in contact gekomen zijn met een stoffelijk overschot, meermaals te gebruiken.

Lijkwaden, de lijkomhulsels die in de plaats van een doodskist vooral worden gebruikt bij overlijdens van joden en moslims, moeten evenzeer uit natuurlijke, biologisch afbreekbare materialen worden vervaardigd. Specifiek voor lijkwaden werden strikte regels over de graad van vochtdoorlaatbaarheid, over de treksterkte van het materiaal en de las- of naadverbindingen en over de scheur- en krimpbestendigheid vastgelegd. Het materiaal van de lijkwade moet bijvoorbeeld binnen een termijn van negentig dagen voor 98% afgebroken zijn.

Zowel voor lijkwaden als doodskisten gelden overigens dezelfde regels voor het lijkvervoer: het decreet bepaalt dat niet-gecremeerde stoffelijke overschotten individueel met een lijkwagen of op een passende wijze moeten worden vervoerd.

persinfo : Peter Dejaegher, woordvoerder van minister Keulen - tel. 0478-90 89 57
e-mail: persdienst.keulen@vlaanderen.be