Nederlandse Vereniging van Journalisten

Email:
tijdschriften@nvj.nl

Sectie Opinieweekbladjournalisten

Conceptvoorstellenpakket cao 2005

Aan de leden van de sectie publiekstijdschriftjournalisten en opinieweekbladjournalisten

Amsterdam, 21 oktober 2005

Waarde collega's,

De onderhandelingen over de nieuwe CAO voor publieks- en opinietijdschriftjournalisten kunnen van start nu de afspraken over het nieuwe loongebouw een feit zijn.

Een aantal belangrijke onderwerpen moeten besproken worden omdat wetswijzigingen die per 1 januari 2006 van kracht worden grote gevolgen voor het huidige arbeidsvoorwaardenpakket hebben.

VUT/Prepensioen/Pensioen
Vanaf januari 2002 is de Vut regeling voor publieks- en opiniejournalisten overgegaan in een prepensioenregeling. De overgrote meerderheid van de collega's was op dat moment ouder dan 25 jaar dus niet meer in staat een volledig prepensioen op te bouwen. Daarom is er een garantieregeling afgesproken voor alle tijdschriftjournalisten die op 31 december 2001 in dienst waren. Deze aanvullingsregeling garandeert voor tijdschriftjournalisten die per 1 januari 2002 al in dienst waren een uitkering van 75% op 62 jarige leeftijd. Uiteraard moet je voor die uitkering in de bedrijfstak werkzaam blijven.
De premie voor deze voorziening bedraagt totaal 4,75%, 50% voor rekening van werkgever en 50% voor rekening van werknemer. Naast deze premie wordt ook premie ingehouden voor de prepensioenregeling, deze premie verschilt per bedrijf maar is minimaal 3% oplopend tot ruim 4%

De wetswijzigingen dwingen ons tot het maken van nieuwe afspraken. In ons geval betekent dit dat de Overgangsregeling en de Prepensioenregeling voor `55-minners' fiscaal dermate onaantrekkelijk zijn gemaakt dat het onhaalbaar wordt om deze voorziening te continueren.
Bekeken wordt op welke wijze er tegemoet kan worden gekomen aan de wensen van de 55 minners en de 55 plussers die nog wel de gelegenheid krijgen om met de oude regeling de sector te verlaten. Gelukkig is het aanvullingsfonds gezond. Dat betekent dat de huidige lasten voor de 62 jarigen en ouder zijn afgefinancierd. Echter, voor de huidige 55 plussers tot 62 jaar is nog geen volledige financiering voor handen.
Verschillende scenario's worden nu berekend.
Bijvoorbeeld, moet de spilleeftijd staffelgewijs worden opgehoogd zodat de huidige premie tot en met 2005 voldoende is om een voorziening voor de 55 plussers te treffen, moeten de 55 plussers de premie blijven betalen en de 55 minners niet. Moeten de 55 minners nog minimaal bijdragen etc.
Verder moet er gekeken worden op welke wijze de prepensioen en de garantiegelden gelden die vrijvallen aangewend kunnen worden om toch vervroegd te kunnen uittreden. Dit kan bijvoorbeeld door een nieuwe collectieve aanvullende regeling te treffen, of de prepensioen gelden "geearmarked" in de pensioenregeling over te laten gaan of door storting in de levensloop.
De NVJ heeft in ieder geval als inzet om de vrijgevallen premie voor vroeppensionering in te zetten waarbij de controleerbaarheid van de geldstromen mogelijk is. Dus wordt er ook op de lange termijn nog geld in het vroegpensioenpotje gestort.

WAO/IVA/WGA
Sinds 1 januari 2005 zijn er wijzigingen in de
arbeidsongeschiktheids-wetgeving vastgesteld.
Vroeger belandde men na 1 jaar ziektewet in de WAO. Gedurende het 1e en het 2e jaar WAO werd het salaris geheel aangevuld tot 100% van het laatst verdiende loon.
Na het 2e WAO-jaar werd ontslag mogelijk. Het zogenaamde WAO-gat, wat kon ontstaan door andere criteria voor het vaststellen van de hoogte van de uitkering werd gerepareerd door een collectief afgesloten verzekering, de WAO-hiaatsverzekering
Het kabinet heeft bedacht dat het 1e ziektejaar gevolgd wordt door het 2e ziektejaar en dat de uitkering over het totaal van die 2 jaar 170% mag bedragen. Werkgevers en werknemers moeten onderling maar regelen hoe die verdeling over het 1e en het 2e jaar tot stand komt. De NVJ stelt voor om het eerste ziekte jaar 100% uit te keren. Als stimulans voor het reïntegreren wordt afgesproken dat werknemers die in het tweede ziekte jaar voldoende meewerken aan hun reïntegratie boven de 70% nog een aanvulling van 30% ontvangen. Ook zal er volledige doorbetaling plaatsvinden bij volledig arbeidsongeschikte werknemers. Bij de opbouw van het pensioen wordt in het tweede ziektejaar uitgegaan van 100%.
Het WAO-hiaat vervalt door de nieuwe wetgeving. Er is ook geen premie meer geheven over 2005. Bekeken moet worden op welke wijze deze gelden ingezet kunnen worden. De nieuwe regeling voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten kan dramatisch uitpakken als er geen werkzaamheden worden verricht die genoeg opbrengen. Men kan dan terugvallen op 70% van het minimumloon op basis van het arbeidsongeschiktheidspercentage. Bekeken zal worden of er een nieuwe verzekering moet worden afgesloten of dat de gelden uit het fonds op een andere wijze in het belang van de werknemers ingezet kan worden.

Ziektekosten
Per 1 januari gaat ook het nieuwe zorgstelsel in. Het onderscheid tussen ziekenfonds- en particulier verzekerden wordt opgeheven. Iedereen heeft recht op het basispakket, werknemers ontvangen van werkgever een vergoeding van 6,5% van het bijdrage inkomen. Als aanvulling op het basispakket is het verzekeren van aanvullende pakketten mogelijk. De inzet van de NVJ is dat de huidige pakketten en de bijdrage van de werkgever gecontinueerd zullen worden. In de huidige CAO's is opgenomen dat de werkgever 50% van de particuliere ziektekosten vergoedt met als maximum de bijdrage voor de ziekenfondsverzekering.

Levensloop
De levensloopregeling wordt op 1 januari 2006 ingevoerd. Iedere werknemer heeft recht op deelname. De werkgever is verplicht om mee te werken aan de regeling.
Jaarlijks mag er een spaarbedrag van maximaal 12 procent van het brutojaarsalaris op zij gezet worden. In totaal maximaal 210 procent, dus 3 jaar verlof tegen een uitkering van 70%
De werknemer moet per jaar kiezen of er gebruik wordt gemaakt van de spaarloonregeling of levensloopregeling.

Tot zover de toelichting op de verschillende onderwerpen die tijdens de onderhandelingen aan bod zullen komen

Hieronder staat het concept voorstellenpakket. Via het stemlokaal kunt u voor donderdag 27 oktober uw mening geven of stuur een mail naar tijdschriften@nvj.nl

Conceptvoorstellenpakket cao 2005 Publiekstijdschriftjournalisten en Opinieweekbladjournalisten


1. Looptijd
Een contractperiode van 2 jaar, vanaf 1 januari 2005 t/m 31 december 2006


2. Structureel loon
Een structurele loonsverhoging over 2006 van 2%.


3. Ziekte en Arbeidsongeschiktheid
De NVJ stelt voor om gedurende het eerste jaar van de ziekte 100% van het salaris door te betalen. Het tweede ziektejaar wordt afgesproken dat als stimulans voor het reïntegratieproces werknemers die daaraan voldoende meewerken boven de 70% een aanvulling van 30% ontvangen. Ook zal er een volledige doorbetaling plaatsvinden bij volledig arbeidsongeschikte werknemers. Bij de opbouw van het pensioen wordt in het tweede jaar uitgegaan van 100%.


4. Levensloop
In de nieuwe CAO zal een volwaardige levensloopregeling worden opgenomen.
Dit betekent dat het artikel 27 arbeidsvoorwaarden op maat omgezet moet worden in een levensloopregeling. Daarnaast zal de werkgever als basis het equivalent van 3 werkdagen storten in de levensloopregeling.


5. De bestaande prepensioenregeling/overgangsregeling zal aangepast moeten worden aan de vanaf 1-1-2006 van kracht zijnde nieuwe fiscale regelgeving. Inzet voor de NVJ hierbij is dat de aan te passen regeling een sectorbreed collectief karakter houdt en bedoeld blijft om pensionering voor 65 jaar mogelijk te maken. Daarvoor zullen tenminste de bestaande door werkgever en werknemer beschikbaar gestelde middelen gebruikt worden. Uitgangspunt is hierbij om de belangen van de verschillende leeftijdsgroepen evenwichtig in de nieuwe regeling uit te werken.


6. Leeftijdsbewust personeelsbeleid
In de toekomst zullen werknemers langer door moeten werken. Op welke wijze kunnen zij op een goede manier de eindstreep behalen. Het gaat daarbij niet alleen om voorzieningen voor senioren maar om voorzieningen die gedurende het totale arbeidsproces geboden moeten worden. Onderdelen van het leeftijdsbewustpersoneelsbeleid zijn de levensloop, (pre)pensioenregeling, ouderenbeleid en educatie. Wat de educatie betreft stelt de NVJ voor om artikel 18A uit te breiden. Per journalist dient een individueel opleidingsplan overeen worden gekomen. Dit opleidingsplan wordt tijdens de jaarlijkse functioneringsgesprekken getoetst en zonodig aangepast. De werkgever faciliteert, voor de goede uitwerking van het opleidingsplan zijn de werkgever en de journalist verantwoordelijk.


7. De fiscale verrekening van de NVJ-contributie mogelijk maken zodat de contributie gemiddeld 40 tot 50% lager wordt.


8. Werkingssfeer van de CAO voor Publiekstijdschriftjournalisten. De definitie in de CAO van werkgever dient aangepast te worden. Dit betekent dat alle ondernemingen die tijdschriften en of afgeleide producten uitgeven de cao moeten toepassen. De NVJ is van mening dat journalisten die bijvoorbeeld werken voor tijdschriften uitgegeven door de ANWB tijdschriften of Omroepprogrammabladen vallen onder de werkingssfeer van de CAO voor Publiekstijdschriftjournalisten.

Persalarmering