Sociaal-Economische Raad

Persbericht 21 oktober 2005

Gehele raad achter Milieu als kans

Het advies Milieu als kans is tijdens de SER-vergadering van vanochtend door een unanieme raad aangenomen. Met dit advies steunt de SER het kabinet in zijn voornemen milieuvriendelijke innovaties te bevorderen. Deze eco-efficiënte innovaties, die economische kansen bieden en tegelijkertijd milieuwinst opleveren, moeten via Europese en nationale maatregelen een krachtige impuls krijgen.

Om op Europees niveau dergelijke innovaties te realiseren, is de Nederlandse aanpak van convenanten niet zo geschikt, meende topman Cees van Woudenberg van KLM-Air France, die namens de ondernemersleden sprak. Groene belastingen, die volgens hem in Nederland nu al erg hoog zijn, zullen op Europees niveau ook lastig totstandkomen. Meer heil verwachtte hij van een uitbreiding van het stelsel van emissiehandel, bijvoorbeeld in de luchtvaart.

Dit advies is een tamelijk vlak verhaal geworden , zei FNV-bestuurder Wilna Wind, die namens de werkgeversorganisaties sprak. De richting waarin het advies gaat, is volgens haar wel goed, het gaat alleen niet ver genoeg. De SER laat hier een kans liggen om het kabinet op te roepen tot een intenser en krachtdadiger beleid. Ze vond het goed dat er in het advies ook aandacht is voor de sociale effecten van het omschakelen naar duurzame technologie voor werknemers. Dit vraagt om maatregelen waardoor werknemers mee kunnen veranderen: investeren in opleiding en training en, als het niet anders kan, begeleiding naar ander werk.

Eco-efficiëntie is een begrip dat aanspreekt bij ondernemers, meende kroonlid Jacqueline Cramer. Het is een concept dat beter mobiliseert dan de term integraal ketenbeheer die we tot nu toe hiervoor gebruikten. Toch is dit volgens haar voor de meeste bedrijven niet voldoende om ook inderdaad eco-efficiënt te gaan produceren. Binnen veel ondernemingen is een cultuuromslag nodig waarbij eco-efficiëntie een integraal onderdeel wordt van de bedrijfsstrategie. Subsidies kunnen daarbij behulpzaam zijn, net als afspraken op product- en sectorniveau.

Cramer, Wind en Woudenberg spraken zich alledrie uit voor de wenselijkheid van een vervolgadvies over de Europese richtlijnen op milieuterrein. Al tijdens de eerste besprekingen over dit advies binnen de commissie van voorbereiding, leken de verschillende partijen overtuigd van de wenselijkheid daarvan. In dat vervolgadvies zou ook gekeken moeten worden naar de problemen die het Nederlandse bedrijfsleven en de lagere overheden nu ondervinden van de Europese richtlijn luchtkwaliteit. Aanvankelijk leken alle partijen voor een ongevraagd advies hierover, maar tijdens de laatste commissievergadering krabbelden sommigen terug omdat ze vreesden dat over dit onderwerp toch geen overeenstemming te vinden zou zijn.

Kroonlid Fokko van Duyne, voorzitter van de commissie die dit advies voorbereidde, was blij dat er nu toch overeenstemming lijkt te bestaan over de wenselijkheid van een vervolgadvies. Maar het is wel belangrijk om van tevoren te kijken naar het draagvlak daarvoor. Het lijkt me duidelijk dat deze discussie nog niet af is.