Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag

Directie VN en Internationale Financiële instellingen
Afdeling Internationale Financiële Instellingen
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag

Datum
21 oktober 2005
Behandeld
Hans de Voogd

Kenmerk
DVF/IF-270/05
Telefoon
+31-70-348 5839

Blad
1/4
Fax
+31-70-348 4803

Bijlage(n)
-
grh-de.voogd@minbuza.nl
Betreft
Schuldenbehandeling Nigeria in de Club van Parijs

In onderstaande brief informeren wij u over de schuldenregeling voor Nigeria die op 20 oktober jl. in de Club van Parijs werd overeengekomen.

Voorgeschiedenis
Op 15 juni jl. werd een eerder die maand tijdens een G-8 bijeenkomst van ministers van Financiën geïnitieerd voorstel in de Club van Parijs ingebracht voor een schuldenregeling voor Nigeria. Hierbij werd voorgesteld dat Nigeria in twee fasen een schuldkwijtschelding van 67% zou krijgen, nadat dat land eerst een IMF-programma zou tekenen en zijn achterstanden aan de Club van Parijs zou betalen. Na de schuldkwijtschelding zou Nigeria zijn resterende schulden bij de Club van Parijs terugkopen. Het voorstel was hiermee feitelijk een exitregeling voor Nigeria. Na de schuldenbehandeling in de Club van Parijs zouden immers geen schulden meer uitstaan bij dit crediteurenforum.

Bij een ingelaste Club van Parijs bijeenkomst op 29 juni jl. werd vervolgens tussen crediteuren een beginselakkoord hieromtrent overeengekomen. Nederland stelde zich hierbij zeer kritisch op en heeft aangegeven dat alleen met een schuldenregeling voor Nigeria kon worden ingestemd indien er middels een nog af te sluiten IMF programma voldoende waarborgen zouden worden gegeven dat Nigeria via goed economisch beleid de door de schuldenregeling vrijvallende middelen aan armoedebestrijding en economische ontwikkeling zou besteden en het land serieus werk zou maken van corruptiebestrijding en verbeteringen op het gebied van begrotingsbeheer (public expenditure management). Nederland stelde dat dergelijke voorwaarden dienden te worden opgenomen in het af te sluiten IMF programma. Een IMF programma is overigens altijd een conditie voor een schuldenregeling in de Club van Parijs.

In het Policy Support Instrument (PSI) dat Nigeria vervolgens met het IMF heeft afgesloten, is -mede dankzij uitdrukkelijk aandringen van Nederland via het Kiesgroepkantoor bij het IMF in Washington- opgenomen dat Nigeria maatregelen neemt op het terrein van governance, corruptiebestrijding, begrotingsbeheer, macro-economisch beleid en armoedebestrijding. Het aldus tot stand gekomen PSI verbindt de door Nigeria te nemen maatregelen middels duidelijke benchmarks en een tijdschema aan de afspraken over schuldkwijtschelding in de Club van Parijs. Het PSI voor Nigeria werd op 17 oktober jl. in de Executive Board van het IMF goedgekeurd en maakte zo de weg vrij voor een schuldenregeling in de Club van Parijs.

Akkoord in de Club van Parijs
Op 20 oktober jl. werd in de Club van Parijs een schuldenregeling voor Nigeria overeengekomen. Deze regeling houdt in dat Nigeria in 2005 al zijn achterstanden aan de Club van Parijs betaalt (inclusief de zogenaamde levelling up en een deel van de schuldendienst over 2005). Daarna krijgt het land een eerste kwijtschelding van 33%. Wanneer Nigeria vervolgens al zijn post cut off date schulden betaalt en de eerste review van het PSI is goedgekeurd (voorzien voor medio maart 2006), krijgt het land nog eens 34% van de schulden kwijtgescholden. Het dan nog resterende deel van de schulden koopt Nigeria -door middel van een zogenaamde schuldenterugkoop- vervolgens terug. De schuldenregeling betekent dat Nigeria van de circa USD 30 miljard schulden bij Club van Parijs crediteuren circa USD 12,6 miljard betaalt, en de rest krijgt kwijtgescholden.

Voor Nederland betekent de schuldenregeling in de Club van Parijs dat Nigeria van de circa Euro 1,2 miljard aan uitstaande schulden (kwijtschelding van OS-leningen en van schulden uit hoofde van exportkredietverzekering), circa 574 miljoen Euro terugbetaalt en circa 622 miljoen Euro krijgt kwijtgescholden. De kosten van de kwijtschelding komen in lijn met de tussen de ministers van Financiën en Ontwikkelingssamenwerking geldende afspraken ten laste van het ontwikkelingsbudget (ODA) en worden gefinancierd uit de verhoging van het ODA-budget door een revisie van het Bruto Nationaal Product (BNP). Overigens gaat dit niet ten koste van lopende ontwikkelingsprogramma's. Het bedrag dat Nigeria aan Nederland betaalt, komt als ontvangst via de begroting van IXB ten gunste van de algemene middelen.

Zoals gesteld, zal Nigeria na de kwijtschelding middels een zogenaamde schuldenterugkoop de dan nog resterende schulden bij de Club van Parijs terugkopen. Hierbij ontvangt Nederland ca. ¤ 197 miljoen en wordt een korting van circa 40% verleend (voor het Nederlandse schuldaandeel ter waarde van circa ¤ 110 miljoen). Nederland heeft in de Club van Parijs uitgedragen dat deze korting niet aan ODA moet worden toegerekend. In de OESO/DAC is echter, op aangeven van verschillende DAC landen, recent een discussie ontstaan omtrent de toerekenbaarheid aan ODA van deze korting. De DAC rapportage richtlijnen voorzien hier thans niet in. Indien de DAC op termijn besluit dat deze korting als ODA kan worden aangemerkt, zal Nederland de DAC volgen. Nederland volgt immers altijd de DAC rapportagerichtlijnen.

De regering is van mening dat de schuldenregeling voor Nigeria, zoals nu uitonderhandeld en besloten, een evenwichtig pakket vormt. Nederland ontvangt van Nigeria in totaal 574 miljoen Euro, die Nederland anders waarschijnlijk nooit had teruggezien. Al in 2005 worden alle achterstanden weggewerkt en in 2006 ontvangt Nederland ook nog ¤ 197 miljoen uit hoofde van de schuldenterugkoop. Vanuit incassoperspectief is deze regeling zeer wenselijk omdat deze het toekomstige betalingsrisico op Nigeria, dat tot in het recente verleden bekend stond als een dubieuze debiteur, wegneemt.

Voorts wordt door de kwijtschelding die de regeling bevat, de economische ontwikkeling en de voortgang op het gebied van armoedebestrijding, corruptiebestrijding en overheidsfinanciën in het qua inwoneraantal grootste land van Afrika, ondersteund. Dit is belangrijk voor het behalen van de Millennium Ontwikkelingsdoelen in Afrika, en voor de stabiliteit in de regio. De schuldkwijtschelding en de financiële ruimte die dit met zich meebrengt, zal in combinatie met het economische hervormingsprogramma van Nigeria, ondersteund door het IMF, de ontwikkeling van Nigeria bevorderen en dit land ook echt helpen in het gevecht tegen armoede. Zo zal Nigeria in 2006 al één miljard dollar meer kunnen besteden aan armoedebestrijding.

Via het Virtual Poverty Fund, dat mede op initiatief van Nederland door Nigeria wordt ingericht, wordt de Nigeriaanse regering verplicht zichtbaar te maken dat de als gevolg van de Club van Parijs schuldenregeling vrijvallende middelen ook daadwerkelijk worden besteed aan armoedebestrijding. Dit wordt gemonitord door het IMF. Nigeria zal bovendien na uitvoering van de gemaakte afspraken geen schulden meer uit hebben staan bij de Club van Parijs.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

De Minister van Financiën,

G. Zalm