De Nederlandse Bank
De feiten: Het niveau van de
kapitaalmarktrente
Nieuwsbericht
Datum 25/10/2005
Vergeleken met enkele jaren geleden,
heeft de rente op langlopende leningen -
de kapitaalmarktrente - in Nederland een
zeer laag niveau bereikt (gemiddeld 3,4%
in de eerste negen maanden van dit jaar).
Over een veel langere termijn bezien,
sinds het begin van de vorige eeuw,
blijkt de huidige rente niet
uitzonderlijk laag te zijn. Over deze
lange periode valt eerder op hoe hoog de
rente was in de decennia rond 1980. De
ontwikkeling van de lange rente wordt
overigens niet direct bepaald door het
beleid van de monetaire autoriteiten, dat
in eerste instantie aangrijpt bij de
rente op kortlopende leningen.
Een belangrijke verklaring voor de daling
van de lange rente sinds het einde van de
jaren zeventig, is sterke afname van de
inflatie. Deze daalde van bijna 12% in
1975, naar 1,2% in 2004. Deze trendmatige
daling en de toegenomen stabiliteit van
de inflatie zijn mede toe te schrijven
aan het monetaire beleid.
Voor de meer recente rentedaling zijn ook
tijdelijke ontwikkelingen op de
financiële markten verantwoordelijk,
waaronder de toegenomen vraag naar
langlopende beleggingen door
pensioenfondsen. Mondiale
onevenwichtigheden in besparingen en
investeringen, zowel tijdelijk als
structureel, vormen een ander deel van de
verklaring. Zo is de laatste jaren het
spaaroverschot van bedrijven in de
industrielanden sterk gegroeid, in
samenhang met hogere winsten en lagere
investeringen (exclusief woningen). Ook
hebben opkomende economieën een groter
aandeel in de mondiale besparingen
gekregen, waarbij het spaaroverschot in
de meeste van deze landen (exclusief
China) fors is gegroeid.