Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4
Den Haag | |Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum  |25 oktober 2005                    |Behandel|GJ Bijl de Vroe    |
|       |                                   |d       |                   |
|Kenmerk|DIE-622/05                         |Telefoon|070 - 348 5005     |
|Blad   |1/5                                |Fax     |070 - 348 6381     |
|       |                                   |        |                   |
|Bijlage|Brief Brits Voorzitterschap        |gj.bijl-de-vroe@minbuza.nl   |
|(n)    |Brief Europese Commissie inzake    |                             |
|       |Financiële Perspectieven           |                             |
|Betreft|Geannoteerde agenda Informele      |                             |
|       |bijeenkomst EU-staatshoofden en    |                             |
|       |regeringsleiders te Hampton Court  |                             |
Graag bieden wij u hierbij, mede namens de Minister-President, de geannoteerde agenda aan van de Informele bijeenkomst EU-staatshoofden en regeringsleiders te Hampton Court op 27 oktober a.s.

De Minister De Staatssecretaris

van Buitenlandse Zaken, voor Europese Zaken,

Dr B.R. Bot Mr Drs A. Nicolaï

Geannoteerde agenda van de Informele bijeenkomst EU-Staatshoofden en regeringsleiders te Hampton Court van 27 oktober 2005

De informele bijeenkomst in Hampton Court op 27 oktober 2005 staat in het teken van de mogelijkheden en uitdagingen van globalisering. Het Britse voorzitterschap wil in een brede strategische discussie aan de orde stellen hoe Europa de economische uitdaging kan aangaan en hoe Europa de veiligheid van haar burgers kan handhaven in een wereld waarin goederen, kapitaal en mensen circuleren op een wijze die zijn weerga in de geschiedenis niet kent.

Nederland verwelkomt het agenderen van deze discussie door premier Blair. In het licht van de discussies bij de referenda over het Grondwettelijk Verdrag is het van groot belang dat de Europese regeringsleiders gezamenlijk stilstaan bij de toekomstige koers van Europa. Enerzijds hebben de lidstaten de Europese samenwerking in deze tijd van globalisering meer nodig dan ooit. Anderzijds nemen veel burgers ook een meer kritische houding aan tegenover de Europese Unie. De discussie tijdens deze bijeenkomst moet bijdragen aan meer focus in de Europese samenwerking. De toegevoegde waarde van deze samenwerking op essentiële terreinen moet concreter en beter zichtbaar worden gemaakt; dat zal bijdragen aan het vertrouwen van de bevolking in Europese samenwerking. Aan lidstaten dient ruimte te worden gelaten op terreinen waar het nationale niveau meer geëigend is. De informele bijeenkomst is daarmee een uitstekende gelegenheid om op het niveau van regeringsleiders een toekomstgerichte discussie op gang te brengen. Voor de regering is daarbij de Staat van de Unie het vertrekpunt. Daarin worden geïdentificeerd onder de noemer 'grote Europese uitdagingen': duurzame economische groei, het behoud van natuurlijke hulpbronnen, toegang tot markten, veiligheid en stabiliteit, klimaat, milieu, asiel, migratie en integratie, grensoverschrijdende criminaliteit, besmettelijke ziekten en mensenhandel. Op de financiële houdbaarheid van de Unie, die ook in dat rijtje thuishoort, wordt hieronder nader ingegaan. Nederland zal in Hampton Court benadrukken dat niet alleen moet worden gesproken over de terreinen waarop Europa een meer zichtbare rol moet spelen, maar ook over de noodzaak om op andere terreinen meer terughoudendheid te betrachten en ruimte te geven aan de lidstaten.

Groei en werkgelegenheid met behoud van de sociale rechtvaardigheid Globalisering verandert het mondiale economische en sociale landschap in een hoog tempo. Dit vraagt om een sterker Europa, dat beter inspeelt op de daarmee verband houdende uitdagingen. Hiervoor is het wel noodzakelijk dat zowel de lidstaten als de EU als geheel hervormingen doorvoeren. Juist om ons sociaal model, onder andere in het licht van de vergrijzing, ook voor de toekomst houdbaar te maken dient Europa de globalisering met een open houding tegemoet te treden.

Nederland meent dat deze informele bijeenkomst een goede gelegenheid vormt om gezamenlijke uitgangspunten te verkennen voor de sociaal-economische uitdagingen en deze op overtuigende wijze te presenteren aan de bevolking. Een flexibele arbeidsmarkt met een hoog opgeleide beroepsbevolking en een activerende sociale zekerheid zijn daarbij van essentieel belang voor verbetering van de groei en werkgelegenheid. Investeren in kennis en innovatie alsmede in onderwijs is cruciaal om de arbeidsproductiviteit te vergroten.

De diversiteit in sociale stelsels binnen Europa dient daarbij behouden te blijven. Lidstaten hebben niet allemaal in dezelfde mate te maken met dezelfde hervormingsproblematiek. De kracht van Europa is nu juist dat lidstaten zelf hun prioriteiten op hervormingsgebied kunnen bepalen en besluiten hoe zij deze willen aanpakken. Daarbij kunnen zij van elkaar leren en ervaringen uitwisselen.

Daarnaast meent Nederland dat duidelijk moet zijn wat op nationaal en wat op Europees niveau moet gebeuren. Lidstaten moeten hun nationale hervormingsprogramma's uit hoofde van de Lissabon-strategie uitvoeren. De Commissie moet voortgaan met de uitvoering van het Communautair Lissabonprogramma, in het bijzonder de vervolmaking van de interne markt.

Veiligheid en extern beleid
De regeringsleiders en staatshoofden zullen eveneens spreken over veiligheid en de rol van de Unie in de wereld. Globalisering biedt kansen, maar ook bedreigingen. Van de Unie wordt een effectief optreden verwacht ten aanzien van onderwerpen als vrede, veiligheid, stabiliteit, migratie, non-proliferatie en terrorisme.

In een Unie waarin mensen zich vrijelijk kunnen bewegen, doen illegale immigranten, evenals criminelen en terroristen dat ook. Het intern veiligheidsbeleid, dat in volle ontwikkeling is op basis van het Haags Programma voor vrijheid, veiligheid en recht, en het EU-actieplan terrorismebestrijding stellen zich hierop in. Het gaat er nu met name om dit beleid en de resultaten ervan beter over het voetlicht te krijgen, daadkracht te tonen en vooral de praktische samenwerking te verdiepen. Problemen moeten bij de wortel, zowel binnen als buiten de Unie worden aangepakt. Een actueel voorbeeld is het nijpende probleem van immigratie en mensensmokkel in het Middellandse Zeegebied, dat een intensievere samenwerking met zowel landen van doorreis als herkomst vergt. Ook bij een voor Nederland prioritair onderwerp als de aanpak van radicalisering en rekrutering van terroristen is een scherpe inzet op zowel intern als extern beleid van groot belang.

Het externe beleid van de EU is in belangrijke mate gericht op het bevorderen van effectief multilateralisme en het bevorderen van stabiliteit in gebieden buiten de Unie. Stabiliteit is een belangrijk exportproduct van de Unie geworden. Het vormt een essentieel uitgangspunt bij de uitbreiding van de Unie, bij het nabuurschapsbeleid en bij de relaties van de Unie met derde landen. Daarnaast onderneemt de Unie wereldwijd steeds meer stabiliteit bevorderende activiteiten als vredeshandhaving, politieondersteuning en monitoring. Een stabiel buitenland heeft zijn weerslag op de stabiliteit binnen Unie zelf. De EU speelt deze rol binnen een versterkt, effectief multilateraal systeem en binnen een stevig verankerde transatlantische band.

Financiële Perspectieven (FP's)
De bilaterale besprekingen van het Brits Voorzitterschap met de lidstaten zijn inmiddels afgerond. Premier Blair zal op de informele bijeenkomst van EU-Staatshoofden van 27 oktober 2005 kort verslag doen van deze consultaties, maar geen discussie voeren over de FP's. Wel heeft premier Blair in zijn brief aan de regeringsleiders (zie bijlage) aangegeven zich te willen inzetten om een akkoord in december a.s. mogelijk te maken. De Voorzitter van de Europese Commissie, de heer Barosso, heeft in een brief van 19 oktober aan premier Blair en de Voorzitter van het Europees Parlement Borrell een vijftal voorstellen gedaan om de onderhandelingen over de Financiële Perspectieven een nieuwe impuls te geven (zie bijlage).

In algemene zin verwelkomt Nederland het in een eerste reactie dat de Commissie met haar brief de FP-discussie weer nieuw leven inblaast. Veel lidstaten bleven de afgelopen periode benadrukken dat niet van het Luxemburgse voorstel kan worden afgeweken. Deze stap van de Commissie is een belangrijke eerste indicatie dat er veranderingen nodig zijn t.o.v. het Luxemburgse voorstel om een akkoord in december mogelijk te maken. Ook het streven van de Commissie om de FP's meer "Lissabon-minded" te maken wordt toegejuicht. De Commissie gaat naar de mening van Nederland echter niet ver genoeg. Waar Nederland er voor kiest om met name door besparingen op het zogenaamde "oud beleid" (landbouw, structuurfondsen EU15) en eventueel verschuivingen naar nieuw beleid (onderzoek en ontwikkeling) de balans in het budget te moderniseren, kiest de Commissie er vooral voor de budgetten voor "oud beleid" via kleine aanpassingen een moderner karakter te geven. Het Globaliserings- aanpassingsfonds werkt bovendien budgetverhogend.

In de brief van de heer Barroso wordt uitsluitend ingegaan op de uitgavenkant van de begroting. Hij bevat dus geen nieuwe voorstellen voor oplossingen voor het vraagstuk van de excessieve netto betalerspostitie van onder andere Nederland. De voorstellen van de heer Barroso zullen worden besproken in de periode tussen de informele bijeenkomst van Hampton Court en de Europese Raad van 15 en 16 december a.s.


---- --