Kamerbrief inzake Verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 18 oktober 2005
Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag | |Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |
|Datum |25 oktober 2005 |Behandel|G.J. Bijl de Vroe | | | |d | | |Kenmer|DIE-647/05 |Telefoon|070-348 5005 | |k | | | | |Blad |1/1 |Fax |070-348 6381 | |Bijlag|1 | | |e(n | | | |Betref|Verslag van de Raad Algemene Zaken | | |t |en Externe Betrekkingen van 18 | | | |oktober 2005 | |Hierbij hebben wij het genoegen u, mede namens de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, het verslag te doen toekomen van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 18 oktober jl.
De minister De staatssecretaris
van Buitenlandse Zaken, voor Europese Zaken,
Dr B. R. Bot Mr Drs A. Nicolaï
Verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 18 oktober 2005
WTO/ DDA (Doha Development Agenda)
De Raad kwam in een extra zitting bijeen op verzoek van Frankrijk, dat de voortgang in de WTO-onderhandelingen en de aanpak van de Commissie daarin wilde bespreken. De Raad bevestigde dat het onderhandelingsmandaat voor de Commissie is verwoord in diverse eerdere Raadsconclusies. Voor wat betreft landbouw heeft de Raad hierbij bepaald dat de recente hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) een belangrijke bijdrage van de EU aan de Doharonde vormt en de grenzen bepaalt van het onderhandelingsmandaat van de Commissie. De Raad onderstreepte zijn steun voor de inzet van de Commissie om een uitkomst van de Doharonde te bewerkstelligen in overeenstemming met het mandaat. De Raad bevestigde het belang van een gebalanceerd en ambitieus onderhandelingsresultaat met bijzondere aandacht voor de behoeften en belangen van ontwikkelingslanden en riep alle WTO partners op daartoe een bijdrage te leveren, in overeenstemming met hun ontwikkelingsniveau. De Raad verwelkomde de toezegging van de Commissie om de Raad regelmatig op de hoogte te houden van de voortgang in de WTO-onderhandelingen, met inbegrip van toelichting dat de Commissie binnen haar mandaat blijft. De Raad besloot de komende tijd nog op dit onderwerp terug te zullen komen.
Nederland heeft in de Raad uitdrukkelijke steun uitgesproken voor de aanpak van de Commissie, die naar Nederlands inzicht volledig binnen haar onderhandelingsmandaat opereert. Nu op landbouwterrein beweging is waar te nemen, dient ook op het gebied van industrieproducten en diensten voortgang geboekt te worden. Nederland zal zich in de aanloop naar Hongkong blijven inzetten voor vertrouwen van de lidstaten in de Commissie om te komen tot een ambitieus en gebalanceerd resultaat met bijzondere aandacht voor de belangen van ontwikkelingslanden.
Aviaire Influenza (vogelgriep)
De Raad sprak over de recente constatering van de gevaarlijke H5N1 variant van het vogelgriepvirus in Turkije en Roemenië (en nog niet-bevestigde gevallen in Griekenland en Macedonië). Eurocommissaris Kyprianou voor Gezondheid en Consumentenbescherming presenteerde de preventieve maatregelen waartoe de Commissie op 14 oktober jl. had besloten: invoerverbod voor pluimvee en pluimveeproducten uit getroffen landen, aanscherping van surveillance en verplichting voor lidstaten om risicogebieden in kaart te brengen en passende maatregelen te nemen. De Raad verwelkomde de adequate reactie van de Commissie. Tevens erkende de Raad dat het probleem gelijktijdig aangepakt moet worden binnen de EU en bij de bron (in Azië). Hierbij is versterkte Europese coördinatie en samenwerking van groot belang, bijvoorbeeld via de onlangs binnen de EU opgerichte "Presidency Group" en door steun aan multilaterale initiatieven van de WHO, OIE (Office International des Épizoöties), FAO en de Wereldbank (zoals de VN-bijeenkomst die van 7 tot 9 november zal plaatsvinden in Genève). Tenslotte heeft de Raad besloten alle te nemen maatregelen ter bestrijding en voorkoming van het vogelgriepvirus op te nemen in een Actieplan. De bestrijding van de vogelgriep is opnieuw aan de orde gekomen tijdens de informele bijeenkomst van Gezondheidsministers (20 oktober) en tijdens de Landbouw- en Visserijraad (24 en 25 oktober). De ministers van Buitenlandse Zaken zullen zich tijdens de volgende RAZEB van 7 november a.s. opnieuw over de stand van zaken buigen. Bovendien zal deskundigenoverleg bij voortduring plaatsvinden, zowel binnen de EU (tijdens reguliere bijeenkomsten van de EU Chief Veterinary Officers) als met derde landen en in multilateraal verband.
Steun naar aanleiding van de aardbeving in Pakistan en de tropische storm Stan in Centraal-Amerika Deze onderwerpen werden door het Britse Voorzitterschap samengenomen. Ten aanzien van Pakistan benadrukte het Voorzitterschap het belang om niet alleen financiële, maar ook materiële steun te verlenen (zoals tenten en dekens). Dit met het oog op de naderende winter.
Een lidstaat toonde zich tevreden dat in de (aangepaste) conclusies herinnerd werd aan het Tsunami actieplan: de Tsunami had het belang aangetoond van goede coördinatiemechanismen in de Unie. Ook in het geval van Pakistan bleek dat niet alleen civiele, maar ook militaire middelen benut zouden moeten worden. Een andere lidstaat voegde hieraan toe dat alle instrumenten gebruikt moesten kunnen worden om zo snel mogelijk in te grijpen bij rampen. Als de Unie een 'rapid reaction force' had gehad, had de Unie sneller kunnen reageren. Deze lidstaat kondigde aan tijdens de Raad van 21 november a.s. (follow-up post-Tsunami actieplan) terug te willen komen op het onderwerp. De Commissie gaf aan dat er 13,6 miljoen euro beschikbaar was voor humanitaire hulpverlening; zij is bovendien voornemens om de mogelijkheden na te gaan voor financiering van additionele steun voor herstel en wederopbouw. De Commissie verwelkomde dat de lidstaten tot dan toe rond de 60 miljoen euro beschikbaar hadden gesteld.
Sprekend over de tropische storm "Stan" in Centraal-Amerika vroeg een lidstaat aandacht voor het belang om ook in de regio Centraal-Amerika de mogelijkheden te bekijken voor steun aan herstel en wederopbouw. De Commissie vermeldde dat zij 1,7 miljoen euro beschikbaar had gesteld voor humanitaire hulpverlening en dat zij voornemens was nog eens 3 miljoen euro te alloceren. Ten slotte verwelkomde de Commissie het feit dat de lidstaten tot dan toe meer dan 10 miljoen euro beschikbaar hadden gesteld.
---- --