Dienstenbond CNV

GPR: Onderzoeksfase overgang pensioen lijkt voltooid 27-10-2005

Zoals u weet, zijn de vakorganisaties volop in gesprek met uw werkgever over de wijze waarop het gros van de PinkRoccade-medewerkers overgaat naar de pensioenregeling van Getronics (de SVG-regeling). Wij hebben momenteel wekelijks overleg met uw werkgever. De materie is behoorlijk complex. Vooral omdat er zon 14 verschillende pensioenregelingen bestaan binnen voormalig PinkRoccade. Wij informeren u graag over de huidige stand van zaken. Er ligt inmiddels een vuistdik dossier, dus u begrijpt dat we veel details weg moeten laten, om het verhaal enigszins leesbaar te houden.

Inzicht in huidige PR-pensioenregelingen
Met uw werkgever en een externe pensioendeskundige hebben we alle regelingen bestudeerd die bij PinkRoccade bestaan. Dat zijn er nogal wat. In dit pamflet concentreren we ons op de twee met de meeste deelnemers: de SPPR- en de SPPRSZ-regeling.

SPPR
Circa 70% van de PR-populatie zit in de SPPR. De SPPR is een combinatie van een eindloonregeling, met daarboven een stuk beschikbare premie. De SPPR kent een pensioenleeftijd van 60 jaar. De SPPR wordt door veel medewerkers gezien als een erg goede regeling. Daar willen wij graag een kanttekening bij plaatsen. Al langer was duidelijk dat deze regeling niet kan worden voortgezet. Aan de ene kant omdat er een financieringsprobleem bestaat (de totale pensioenlasten zijn te hoog). Om dit enigszins binnen de perken te houden zijn de loonsverhogingen van de laatste jaren niet pensioengevend geweest. Hierdoor gedraagt de SPPR zich feitelijk al langer als een middelloonregeling. Aan de andere kant verbiedt de nieuwe Wet Vut-Prepensioen-Levensloop continuering van de huidige SPPR. Overigens betalen de medewerkers zelf ook fors bij aan deze regeling: 11% van de pensioengrondslag.

Veel medewerkers blijken te denken dat als je onder de SPPR met pensioen gaat op je 60ste je 70% van je laatste salaris als pensioen krijgt uitgekeerd. Dat is niet vanzelfsprekend. Sterker nog, dat lukt alleen als je 40 jaar lang bij de SPPR gespaard hebt en minder verdient dan het grenssalaris van zon 40.000. Er zijn maar weinig medewerkers die dat lukt. Veel medewerkers sparen minder dan 70% bijeen tot hun pensioendatum.

Voor de duidelijkheid: dat wat medewerkers nu hebben gespaard in de SPPR, blijft bestaan. Dat verdwijnt niet met de overgang naar de SVG.

SPPRSZ
Ongeveer 600 medewerkers vallen onder de SPPRSZ (Sociale Zekerheid). Dit is een pure eindloonregeling met een pensioenleeftijd van 62 jaar. Als een medewerker op zn 62ste 40 jaar gespaard heeft in de SPPRSZ kan hij er dan tegen 70% van zijn laatste salaris uit. De eigen bijdrage van de deelnemers is relatief bescheiden (4% van de pensioengrondslag). Ook hier maakt GPR gebruik van het wettelijk recht om de SVG- regeling in te voeren. Ook hier geldt: dat wat mensen al hebben gespaard, blijft voor hen bestemd, dat verdwijnt niet. Overigens zou de nieuwe Vut, Prepensioen, Levensloop-wetgeving wijziging van de SPPRSZ per 1 januari 2006 noodzakelijk hebben gemaakt.

Andere regelingen
Er zijn nog diverse andere regelingen, zoals Aegon-regelingen en TAS. Deze regelingen hebben een pensioenleeftijd van 65 jaar. Sommigen betalen geen eigen bijdrage, anderen betalen 4,4 % van de pensioengrondslag.

Norm: fictieve geïndexeerde middelloonregeling
Er zit een duidelijk verschil tussen de huidige pensioenregelingen en de SVG-regeling. In het verleden hebben wij gesproken over een nieuwe SPPR-regeling. Dat zou een geïndexeerde middelloonregeling worden, die op termijn voor alle medewerkers zou gaan gelden. GPR mag volstaan met het eenvoudigweg aanbieden van de SVG-regeling. Overgangsmaatregelen zijn niet verplicht. Toch is GPR bereid overgangsmaatregelen aan te bieden. Die worden gerelateerd aan een fictieve geïndexeerde middelloonregeling: een geïndexeerde middelloonregeling met een pensioenleeftijd van 63 jaar, waarbij ieder jaar 1,75% wordt opgebouwd. Ook wordt een tijdelijk ouderdomspensioen opgebouwd. De franchise (het deel waarover je geen pensioen opbouwt omdat dat AOW is) bedraagt 13.875 en de werknemer betaalt zelf 9% van de pensioengrondslag. Deze fictieve regeling houdt in dat bij 40 jaar sparen 70% van het gemiddeld genoten salaris bereikt zou worden.

Werkelijkheid: SVG
De SVG-regeling is een beschikbare premieregeling. U bent via uw werkgever uitvoerig geïnformeerd over deze regeling, die eigenlijk een soort beleggingsspaarrekening is. U kunt echter onder voorwaarden kiezen voor 4% gegarandeerde opbrengst. De franchise bedraagt 16.392. U betaalt zelf 5% van de pensioengrondslag. Verdient u meer dan pakweg 46.000, dan betaalt u 7% over dat meerdere.

De gehanteerde norm voor de middelloonregeling is een eigen werknemersbijdrage van 9% (in de SVG-regeling is dat verplicht 5% respectievelijk 7% over het meerdere), maar aanvullen tot 9% mag (is dus niet verplicht).

Verschillen en overgangsmaatregelen
Bij het bepalen van overgangsmaatregelen wordt gekeken voor welke groepen medewerkers de SVG-regeling tekort schiet ten opzichte van de fictieve middelloonregeling. Voor die groepen is GPR bereid generieke overgangsmaatregelen aan te bieden. Er is een boel rekenwerk gedaan, waarbij effecten voor groepen medewerkers met verschillende leeftijden en verschillende inkomens in beeld zijn gebracht. We hebben inzichtelijk laten maken hoe groot nu het verschil wordt tussen de bestaande pensioenregelingen, de fictieve middelloonregeling (de norm) en de SVG-regeling. Omdat loonsverhogingen niet meer meegenomen worden in de bestaande SPPR en SPPRSZ-regeling zijn de verschillen met de fictieve middelloonregeling en de SVG-regeling relatief beperkt. Maar er is wel verschil. GPR heeft voorstellen gedaan om die (deels) op te heffen.

Voorstel overgangsmaatregelen GPR
De werkgever heeft de volgende, generieke, overgangsmaatregelen voorgesteld:

voor werknemers van 56 jaar en ouder (geboortejaar 1949) wordt een vast bedrag van 1.000 per jaar in de SVG-regeling gestort (geïndexeerd met de prijsstijging);

werknemers van 53 t/m 55 jaar krijgen 500 per jaar gestort (geïndexeerd);

voor deelnemers aan de SPPRSZ geldt dat zij meer gaan betalen voor minder. Zij moeten 9% van de pensioengrondslag gaan betalen om op het niveau van de fictieve middelloonregeling uit te komen. De stap van de huidige 4% eigen bijdrage naar de veronderstelde 9% eigen bijdrage zal in stapjes plaats vinden: in het 1ste jaar naar 5 2/3de % (werkgever betaalt het restant tot 9%), in het 2de jaar naar 7 1/3de % (werkgever betaalt het restant tot 9%).

Het effect
Als de SVG met de overgangsmaatregelen wordt ingevoerd en mensen bereid zijn in plaats van de verplichte 5% zelf 9% te betalen, dan blijkt uit berekeningen dat ruim 3.000 mensen meer pensioen naar de toekomst toe zullen opbouwen dan in de fictieve middelloonregeling (dat is dus naast het reeds opgebouwde recht uit het verleden. Dat blijft gewoon bestaan.). Ca. 600 mensen (van de 4.600, namelijk SPPR, SPPRSZ en Aegon) komen 0-5% lager uit dan de fictieve regeling. Ca. 200 mensen komen meer dan 5% lager uit dan de op te bouwen rechten bij de fictieve middelloonregeling.

Overleg met kaderleden
Op 19 oktober hebben wij weer met de kaderleden van de drie vakorganisaties gesproken. Wij hebben daar besloten om tegenvoorstellen te formuleren met de volgende uitgangspunten:

De overgangsmaatregelen moeten het mogelijk maken dat zoveel mogelijk mensen de op te bouwen rechten van de fictieve regeling zo goed mogelijk benaderen;

Medewerkers met lage inkomens mogen er niet op achteruit gaan;

Voor medewerkers die nu minder dan 5% premie betalen willen wij dat de afbouw van de werkgeversbijdrage langer duurt dan 2 jaar;

De eigen bijdrage waarvan wordt uitgegaan om het niveau van de fictieve middelloonregeling te bereiken moet lager zijn dan 9%.

Hoe verder?
De onderhandelingen over de overgangsmaatregelen zijn nu echt gestart. Wij hopen u op korte termijn het onderhandelingsresultaat te kunnen melden. Als we klaar zijn met de pensioendiscussie volgt de rest van de arbeidsvoorwaarden. We streven naar één nieuwe GPR-CAO. Dat betekent dat voor beide bloedgroepen, zowel PR als Getronics, verdere wijzigingen op stapel staan.

De komende periode wordt u regelmatig geïnformeerd over de stand van zaken. Indien u vragen of opmerkingen heeft, kunt u contact opnemen met Wim Burggraaf. Dat kan telefonisch (055 577 26 40) of per mail; w.burggraaf@cnvdibo.nl