Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA DEN HAAG Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer ARBO/P&G/05 47188

Onderwerp Datum Contactpersoon SER-advies grenswaardenstelsel 27 oktober 2005

In deze brief reageer ik op het advies "een nieuw grenswaardenstelsel"1 dat de Commissie Arbeidsomstandigheden van de SER desgevraagd op 16 juni 2005 aan mij heeft uitgebracht over een aangepast stelsel voor het opstellen van grenswaarden voor blootstelling aan gevaarlijke stoffen, in samenhang met het algemene arbeidsomstandighedenbeleid waarvan ik u op 8 juli 2005 mijn uitgangspunten heb gezonden (Kamerstuk, 2004-2005, 25 883, nr. 50).

Uitgangspunten
Het grenswaardenstelsel is een onderdeel van het beleid op het gebied van gevaarlijke stoffen dat deel uitmaakt van mijn algemene arbeidsomstandighedenbeleid waarover ik u op 8 juli 2005 heb geïnformeerd (Kamerstuk 2004-2005, 25883, nr. 50). Het uitgangspunt daarvan is vergroting van de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven.
De verplichtingen van bedrijven voor het veilig omgaan met stoffen zijn vastgelegd in hoofdstuk 4 van het Arbeidsomstandighedenbesluit. De verplichting tot het opstellen van een risico- inventarisatie en ­evaluatie, waar grenswaarden een hulpmiddel bij zijn, staat daarbij centraal. Ik geef in het vervolg van deze brief aan hoe de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven voor het beleid rond gevaarlijke stoffen, toegespitst op grenswaarden, vergroot kan worden.

Grenswaarden
Onderdeel van een goede risico-inventarisatie en -evaluatie voor stoffen is de beoordeling of de blootstelling aan stoffen tot gezondheidsrisico's kan leiden. Daarvoor is over het algemeen een gezondheidskundige norm (grenswaarde) nodig die betrouwbaar aangeeft bij welke blootstelling er geen gezondheidsschade zal optreden. Voor een aantal stoffen wordt momenteel, maar ook in de toekomst, een publieke grenswaarde gesteld (bijvoorbeeld als gevolg van Europese verplichtingen om voor deze stof een publieke grenswaarde te stellen). Voor stoffen waarvoor geen publieke grenswaarde wordt vastgesteld, is het al de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven zelf private grenswaarden te ontwikkelen. Deze verantwoordelijkheid werd tot op heden echter onvoldoende genomen. Met genoegen constateer ik dat uit het SER-advies "een nieuw grenswaardenstelsel"


1 Een nieuw grenswaardenstelsel. SER advies 05/08. www.ser.nl


2 ARBO/P&G/2005/47188

blijkt dat het bedrijfsleven deze verantwoordelijkheid nu wel wil nemen. Het SER-advies leidt ertoe dat zowel publieke als private grenswaarden voortaan uitsluitend worden vastgesteld op een voor de gezondheid veilig niveau. Om aan deze grenswaarden te kunnen voldoen is in sommige gevallen een stappenplan in de tijd noodzakelijk. Dit moet onderdeel zijn van het plan van aanpak dat volgt op de risico-inventarisatie en -evaluatie.

Bij kankerverwekkende stoffen geldt een andere benadering omdat voor deze stoffen geen grenswaarde is vast te stellen waarbij het gezondheidrisico afwezig is. Voor deze stoffen staat de vervangingsplicht voorop. Wanneer vervanging technisch niet mogelijk is geldt, evenals nu gebruikelijk is en in aansluiting op het SER-advies "een nieuw grenswaardenstelsel", de plicht om de blootstelling en daarmee het resterende gezondheidsrisico zover mogelijk te minimaliseren. De blootstelling dient te worden geminimaliseerd, in elk geval tot onder het risiconiveau van 10-6 doden per jaar als gevolg van kanker door blootstelling aan een stof. Dit risiconiveau wordt al sinds jaren door de Commissie Arbeidsomstandigheden van de SER gehanteerd bij de advisering over kankerverwekkende stoffen. Het zal voor bedrijven niet altijd mogelijk zijn aan grenswaarden voor kankerverwekkende stoffen te voldoen die met het genoemde risiconiveau overeenkomen. Ook in die situaties zal van bedrijven een stappenplan in de tijd verlangd worden met maatregelen die gericht zijn op het gaan voldoen aan de grenswaarde.
Ik zal de Gezondheidsraad blijven inschakelen om voor kankerverwekkende stoffen aan te geven wat voor specifieke kankerverwekkende stoffen de getalsmatige relatie is tussen het hiervoor genoemde risiconiveau en de daarbij behorende blootstellingconcentratie. Hiermee faciliteer ik het bedrijfsleven bij het vaststellen van private grenswaarden voor deze belangrijke groep stoffen.

Op grond van het SER-advies constateer ik dat het bedrijfsleven met mij van mening is dat het primair verantwoordelijk is voor het vaststellen van veilige grenswaarden. Soms zal het nodig zijn dat de overheid voor een stof een publieke norm vast stelt. Ik acht het van belang op korte termijn helderheid te schaffen over de criteria die ik daarvoor zal hanteren. In overeenstemming met het SER-advies zal ik deze criteria voor commentaar laten toezenden aan de Subcommissie MAC- waarden van de SER na afronding van het lopende onderzoek terzake.

Herziening hoofdstuk 4 Arbobesluit
Hoofdstuk 4 van het Arbeidsomstandighedenbesluit wordt momenteel gestroomlijnd en zal waar mogelijk worden ontdaan van `nationale kop'. Dit geldt ook voor het stellen van publieke grenswaarden. Naar verwachting treden de wijzigingen eind 2006 in werking, waarmee een reële overgangstermijn wordt geboden naar het nieuwe grenswaardenstelsel.

Gelijk speelveld
Het SER-advies "een nieuw grenswaardenstelsel" pleit voor het ontwikkelen van een Europees grenswaardenstelsel. Het advies onderkent dat dit een ontwikkeling van lange adem is. De wens om tot verdere EU-harmonisatie te komen onderschrijf ik, en de eerste concrete actie is al gaande. Bij deze actie, op het gebied van kankerverwekkende stoffen, zal ik bevorderen dat een gelijk speelveld ontstaat. Kern hiervan moet zijn dat de noodzaak om de blootstelling aan kankerverwekkende stoffen te minimaliseren wordt bereikt door het opstellen van een Europese aanpak met risicogrenzen. Uiteraard geldt dat slechts voor die situaties waarin er geen technische mogelijkheden voor vervanging bestaan.


3 ARBO/P&G/2005/47188

Voorts geven de sociale partners aan voor zichzelf een rol te zien bij het bereiken van verdergaande Europese harmonisatie van grenswaarden. Ik ga er van uit dat voor de invulling van deze rol door de sociale partners initiatieven ontwikkeld worden.

Branchecatalogi
In het SER-advies evaluatie Arbowet2 geven sociale partners aan de wettelijke doelvoorschriften uit te gaan werken in concrete maatregelen die zij op gaan nemen in branchespecifieke arbocatalogi. Ten aanzien van gevaarlijke stoffen ligt daar een uitgelezen kans om goede praktijken op te stellen die ondernemingen de zekerheid bieden dat bij uitvoering daarvan de gezondheidsrisico's bij het werken met gevaarlijke stoffen worden ondervangen. Dat zal er toe leiden dat de verplichting voor bedrijven tot het meten of kwantitatief schatten van blootstellingen en het op ondernemingsniveau opstellen van private grenswaarden vereenvoudigd wordt, indien die goede praktijken aantoonbaar goed zijn onderbouwd. Uiteraard kunnen sociale partners ook op andere manieren bedrijven in sectoren ondersteunen bij de naleving van wettelijke voorschiften. Om de betrouwbaarheid van privaat opgestelde grenswaarden en de goede praktijken vast te stellen kan het nuttig zijn voor dat doel algemene richtsnoeren op te stellen. Volgens het SER- advies "een nieuw grenswaardenstelsel" is financiële steun nodig voor het op de rails zetten van activiteiten voor stoffen gericht op het vaststellen van goede praktijken (met als onderdeel het ontwikkelen van private grenswaarden). In mijn adviesaanvraag heb ik al aangegeven dat ik bereid ben hiervoor financiële steun te geven. Deze steun is eenmalig (2006) en binnen de beschikbare middelen. Ik wacht hierover voorstellen van werkgevers en werknemers af.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)

2 SER-advies 05/09 www.ser.nl; Kamerstuk 2004-2005, (griffienr. 133406.1)