Wageningen Universiteit

Persbericht Wageningen Universiteit, no. 79, 25 oktober 2005

EMBARGO - 27 OKTOBER 2005, 20.00 UUR (02:00 pm U.S. Eastern Standard Time)

MIDDELLANDSE ZEEGEBIED EN BERGEN IN EUROPA MEEST KWETSBAAR VOOR KLIMAATVERANDERING

De komende decennia neemt de kwetsbaarheid van verschillende Europese regio's steeds sneller toe als gevolg van klimaatverandering en veranderend landgebruik. Dat geldt vooral voor het Middellandse Zeegebied, waar steeds vaker droogteperiodes dreigen en een toenemend deel van de bevolking te kampen heeft met tekort aan water. Ook de gevolgen voor de Europese berggebieden zijn ingrijpend omdat er steeds minder sneeuw en meer regen valt, met drastische gevolgen voor bijvoorbeeld het skitoerisme maar ook voor de kwetsbare natuur in deze regio's. Tot die conclusies komt een team onder leiding van medewerkers van het Instituut voor Klimaateffectenonderzoek in Potsdam (Duitsland) en Wageningen Universiteit in een alomvattend en uniek onderzoek. Zij publiceren dat deze week in Science.

In hun onderzoek komen de wetenschappers tot een aantal bevindingen:
* De effecten van klimaat- en landgebruikveranderingen op de Europese ecosystemen verschillen sterk. Sommige trends zijn positief, zoals de toename van bosgebieden en productiviteit, of bieden nieuwe mogelijkheden, zoals extra land voor de productie van bio-energie en duurzamer gebruik. Maar de negatieve gevolgen domineren.
* In het Middellandse Zeegebied zal tot 2080 het deel van de bevolking, dat kampt met een groeiend tekort aan water, toenemen met 14 tot 38 procent. Daar komt de toenemende behoefte aan water voor het toerisme en voor de irrigatie nog bovenop.
* In die regio zullen de droogteperiodes, zoals die zich voordeden in 2003 en 2005, in aantal toenemen en ook ingrijpender zijn. Zulke droogtes verhogen vooral het bosbrandgevaar.
* Hogere temperaturen veroorzaken minder sneeuwval in de bergen. In de Alpen komt de sneeuwgrens aan het eind van deze eeuw gemiddeld twee- tot vierhonderd meter hoger te liggen dan nu. Dat heeft sterk negatieve gevolgen voor het skitoerisme in dit gebied.
* Naast verminderde sneeuwval gaat het in de Europese berggebieden ook meer en vaker regenen. Dat heeft tot gevolg dat de waterafvoer naar de rivieren minder geleidelijk en vaak heftiger gaat. Daardoor wordt het risico op overstromingen van de rivieren in de winter steeds groter en kunnen door lage waterstanden in de zomer de rivierscheepvaart en de elektriciteitsproductie in de problemen komen.
* Beheerders van natuurreservaten moeten leren omgaan met substantiële veranderingen in het vóórkomen en de verspreiding van vele plant- en diersoorten. Vooral alpine en Mediterrane soorten zijn kwetsbaar. Veel voorspelde gevolgen worden nu al waargenomen. Het verdwijnen van sommige soorten kan waarschijnlijk worden verminderd door een effectief beheer van natuur- en omliggende gebieden, maar dit wordt bemoeilijkt omdat grenzen van reservaten vastliggen onder de huidige eigendomsverhoudingen.
* Op dit moment nemen bossen en graslanden in Europa per saldo aanzienlijke hoeveelheden CO2 op. De verwachte toename in bosgebieden en CO2-concentraties in de atmosfeer zullen deze opname versterken. Echter, aan het eind van deze eeuw zal de opwarming op aarde de uitstoot van CO2 uit de bodem versnellen. Europese bossen en weiden zullen dan netto bij gaan dragen aan de uitstoot, in plaats van deze op te nemen.

UNIEK ONDERZOEK
Aan het onderzoek, gefinancierd door de Europese Commissie, werkten onderzoekers van 16 Europese instituten meer dan vier jaar lang. Voor het eerst zijn in een alomvattend klimaatonderzoek belanghebbenden van uit verschillende regio's en van diverse economische sectoren, zoals toeristische ondernemers in de wintersport, waterbeheerders, natuurbeschermers en boseigenaren, actief betrokken. Zij hielpen de onderzoekers bij het definiëren en interpreteren van de effecten van veranderingen in het klimaat en het landgebruik. Dat heeft de relevantie van de uitkomsten en de bruikbaarheid daarvan in termen van aanpassingsmogelijkheden voor de samenleving sterk vergroot. Zo stelden de onderzoekers vast dat er wel degelijk mogelijkheden zijn voor een milieuvriendelijke en duurzame economie. Uniek in het onderzoek is ook dat een samenhangend rekenmodel is ontwikkeld waarmee verschillende scenario's voor veranderingen in bijvoorbeeld het landgebruik of het klimaat konden worden doorgerekend en de effecten konden worden vergeleken voor de verschillende Europese regio's en sociaal-economische sectoren. Tot dusverre bestond zo'n methodiek niet. Marc Metzger, promovendus aan Wageningen Universiteit, heeft aan de ontwikkeling hiervan een grote bijdrage geleverd met de ontwikkeling van speciale software om de kwetsbaarheid van regio's en sectoren te kunnen vergelijken aan de hand van kwetsbaarheidkaarten.