Vrije Universiteit Amsterdam

Kleine luyden in ontwikkeling: boek en debat

Vijftig jaar VU en Derde Wereld

De VU maakte in de jaren zestig als eerste Nederlandse universiteit geld en menskracht vrij voor ontwikkelingssamenwerking en is op dat gebied altijd voorop blijven lopen. Hoe is die betrokkenheid bij 'kleine luyden' in de Derde Wereld ontstaan? En wat zijn de drijfveren binnen de VU geweest om over de gereformeerde grenzen heen te kijken en zich ook sterk te maken voor het lot van niet-geestverwanten? Donderdag 27 oktober wordt een boek gepresenteerd dat deze vragen beantwoordt: Kleine luyden in ontwikkeling, de Vrije Universiteit en de Derde Wereld 1955-2005. Het boek is onderdeel van de Historische Reeks VU, een serie boeken ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van de VU.

De auteur van het boek, dr. Gerard Thijs - natuurkundige en ontwikkelingswerker van het eerste uur - interviewde tachtig betrokkenen en deed uitgebreid archiefonderzoek. Tijdens de boekpresentatie en het forum staan de lessen van een halve eeuw universitaire ontwikkelingssamenwerking, en de toekomst hiervan centraal. Met onder meer prof. dr. Louk de la Rive Box, rector van het Institute for Social Studies (ISS) en dr. Jos Walenkamp, hoofd ontwikkelingssamenwerking bij NUFFIC.

Een congres in 1961 opende medewerkers en studenten de ogen voor 'de verre naaste'. De oprichting van het 'actiecomité hulp aan ontwikkelingslanden' volgde. De VU maakte aanvankelijk gebruik van de contacten van de gereformeerde zending, die na perikelen in het onafhankelijk geworden Indonesië nieuwe locaties vond in Azië, Afrika en Latijns-Amerika. Het in 1966 opgerichte universitaire Bureau Buitenland coördineerde de hulp aan deze geestverwanten.

Met de (gedeeltelijke) ontzuiling in de jaren zestig en de keuze voor een meer oecumenische doelstelling verruimde de VU haar blik verder en ging zich inzetten voor (niet-christelijke) universiteiten. Vele vakgroepen waren betrokken bij de uitwerking en begeleiding van universitaire samenwerkingsprojecten en een groot aantal VU-medewerkers werd langdurig uitgezonden. Ook studenten waren intensief betrokken bij de keuze van projecten; de politieke situatie in het beoogde land telde voor hen zwaar mee.

Het ontwikkelingswerk van de VU is de afgelopen decennia stormachtig gegroeid en geprofessionaliseerd. Er is grote expertise opgebouwd op het gebied van basic science, faculteitsopbouw, training in toegepast onderzoek, rurale ontwikkeling, milieubeheer, ICT en universitair management. Het Centrum voor Internationale Samenwerking (CIS), de opvolger van Bureau Buitenland, coördineert de meeste activiteiten. Het CIS heeft expertise opgebouwd op het gebied van ontwikkelingssamenwerking in tal van landen, van de Filippijnen, tot Burkina Faso en Bolivia

Langdurige uitzendingen zijn zeldzaam geworden en ook het aantal stafleden dat direct is betrokken bij ontwikkelingshulp is afgenomen. De universitaire staf en studenten zijn niet meer zo eenvoudig in te schakelen als in de jaren zeventig, vanwege de toegenomen tijdsdruk van onderwijs en onderzoek. De ontwikkelingssamenwerking krijgt tegenwoordig vooral vorm in kortdurende adviestrajecten.