Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over de situatie in Ivoorkust. Deze vragen werden ingezonden op 10 oktober 2005 met kenmerk 2050601240.
De Minister De Minister
van Buitenlandse Zaken, voor Ontwikkelingssamenwerking,
Dr. B.R. Bot A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, en mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelings-samenwerking, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over de situatie in Ivoorkust.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel «Ivoriaanse jeugd staat klaar voor de strijd»? (Volkskrant, 5 oktober jl.)
Antwoord
Het artikel geeft in de eerste plaats een beeld van het optreden van groepen fanatieke jongeren, die mede debet zijn aan het voortduren van de gespannen situatie in Ivoorkust.
Vraag 2
Wat is het standpunt van de Nederlandse regering ten aanzien van het (mogelijke) uitstel van de aanstaande verkiezingen in Ivoorkust? Kunt u in uw antwoord tevens aangeven hoe de Nederlandse regering staat tegenover de verklaring die president Gbagbo aan het uitstellen van de verkiezingen geeft? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
De Nederlandse regering heeft kennisgenomen van de aanbeveling van de Afrikaanse Unie inzake verlenging van het mandaat van de zittende president. Deze aanbeveling is overgenomen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
Het feit dat de Forces Nouvelles ("ex-rebellen") tot op heden niet zijn overgegaan tot ontwapening is mede oorzaak van de voortdurende deling van het land. President Gbagbo kan zich daardoor beroepen op een artikel in de Ivoriaanse kieswet dat de mogelijkheid biedt het houden van verkiezingen op te schorten in geval van aantasting van de territoriale integriteit.
De Forces Nouvelles hebben aangegeven niet te zullen deelnemen aan verkiezingen, aangezien zij de voorwaarden daartoe nog niet aanwezig te achten.
Vraag 3
Wat zijn de conclusies van het rapport van de Zuid-Afrikaanse bemiddelaar in het conflict in Ivoorkust, president Mbeki?
Antwoord
President Mbeki constateert dat door beide partijen weliswaar is voldaan aan een aantal aan hen gestelde eisen, maar dat het nog schort aan de implementatie van een aantal afspraken, met name op het gebied van ontwapening, waardoor de noodzakelijke voorwaarden voor het houden van verkiezingen (nog) niet aanwezig zijn.
Vraag 4
Wat is het standpunt van de Nederlandse regering ten aanzien van deze conclusies c.q. Zuid-Afrikaanse bemiddeling?
Antwoord
De Nederlandse regering stelt de bemiddelingsrol die de Zuid-Afrikaanse president Mbeki namens de Afrikaanse Unie in Ivoorkust speelt zeer op prijs.
De Nederlandse regering deelt de conclusies van de Zuid-Afrikaanse bemiddelaar.
Vraag 5
Wat is het algehele standpunt van de Nederlandse regering inzake het langdurige conflict in Ivoorkust? Kunt u in de beantwoording aangeven welke oorzaken u ziet voor dit langdurige conflict? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
De Nederlandse regering is van mening dat alle betrokken partijen dienen te werken aan een spoedige oplossing van het Ivoriaanse conflict en het wegnemen van de diepere oorzaken ervan.
Deze oorzaken liggen onder andere in problemen gerelateerd aan de sinds lange tijd bestaande migratie uit het noorden van Ivoorkust en de buurlanden naar het dankzij de cacaoteelt relatief welvarende zuiden. Hierdoor zijn problemen ontstaan op gebieden als grondbezit, nationaliteit en kiesrecht, die hebben geleid tot uitsluiting van bepaalde groepen van de bevolking.
In het uiterst ingewikkelde Ivoriaanse conflict spelen sociaal-economische, etnische en politieke aspecten een rol.
Vraag 6
Hoe luidt het officiële standpunt van de Europese Unie inzake het langdurige conflict in Ivoorkust?
Vraag 7
Welke oplossing ziet de Nederlandse regering respectievelijk de Europese Unie voor de conflictsituatie in Ivoorkust?
Antwoord
De Nederlandse regering en de Europese Unie steunen de inspanningen van de Afrikaanse Unie en de Verenigde Naties om het conflict in Ivoorkust tot een vreedzaam einde te brengen.
De uiteindelijke oplossing van het conflict is evenwel de verantwoordelijkheid van de Ivoriaanse leiders en partijen (aan regerings- èn oppositiezijde). Zij dienen hun wederzijdse wantrouwen te overwinnen en uitvoering te geven aan de afspraken zoals neergelegd in de akkoorden van Linas-Marcoussis, Accra III en Pretoria.
---- --
Ministerie van Buitenlandse Zaken