VROMRAAD: Milieubeleid moet aansluiten bij wat mensen beweegt

Ministerie vrom

http://www.vrom.nl

Milieubeleid moet beter aansluiten bij wat mensen beweegt

Om het milieu de aandacht te kunnen geven die het verdient, moet het milieubeleid beter aansluiten bij wat mensen beweegt. Milieu is voor mensen geen doel op zich maar een bijna vanzelfsprekend onderdeel van het 'goede leven'. Het is een basale voorwaarde voor een gezond leven, een prettige en veilige woon-werkomgeving of lekker en gezond voedsel uit de streek. De overheid kan en moet veel meer meebewegen met deze ontwikkeling, onder meer door ondersteuning en stimulering van de vele duurzaamheidsinitiatieven die midden in de samenleving vorm krijgen. Dat is de kern van het advies 'Milieu en de kunst van het goede leven' dat de VROM-raad op 25 oktober heeft overhandigd aan staatssecretaris Van Geel.

Veel politici en burgers kennen een lage prioriteit toe aan de aanpak van milieuproblemen. Ze vinden zaken als veiligheid, integratie en sociale en economische zekerheid op dit moment urgenter dan milieu. De VROM-raad vindt dit een zorgelijke ontwikkeling vooral omdat we te maken hebben met grote en mogelijk onomkeerbare milieuproblemen, waaronder klimaatverandering en grootschalig verlies van biodiversiteit. Tegelijkertijd realiseert de raad zich dat technische emissienormen, streefwaarden en tamelijk abstracte milieuthema's zoals verzuring en biodiversiteit niet de meest inspirerende motivatie bieden om milieuproblemen aan te pakken. Mits concreet en tastbaar gemaakt kan van duurzame ontwikkeling meer inspiratie uitgaan dan van het probleemgestuurde en vaak erg ingewikkelde milieubeleid. Via duurzame ontwikkeling en het daaraan verbonden goede leven kan de brug naar de burgers worden geslagen. Dat blijkt ook uit de vele duurzaamheidsinitiatieven die burgers ontplooien. Als werknemer, buurtbewoner, ondernemer en consument nemen burgers geregeld duurzaamheidsinitiatieven, uiteenlopend van het planten van bomen tot het realiseren van een 'zero-emission' productielijn of van de ontwikkeling van een deelautosysteem tot het abonnement voor reguliere afname van biologische groenten en vlees.

Tegen deze achtergrond stelt de raad voor dat het ministerie van VROM zich in de toekomst sterker profileert als ministerie van Duurzaamheid dan als ministerie van Milieu. Vanuit die bredere verantwoordelijkheid zou VROM de vele duurzaamheidsinitiatieven in de samenleving veel actiever moeten ondersteunen en stimuleren. De raad stelt voor om hiervoor een aparte, laagdrempelige organisatie op te richten, maar ook de verdere organisatorische consequenties behorende bij dit nieuwe profiel in beeld te brengen.

De raad pleit bovendien voor het verkennen van de mogelijkheden voor verdergaande decentralisatie van het milieubeleid. Gemeenten, bedrijven en burgers kunnen meer betrokken worden bij het milieubeleid wanneer zij in staat worden gesteld om op lokaal niveau zelf meer afwegingen te maken inzake milieu en economie en welvaart en welzijn. Het experimenteren met verschillende vormen van burgerparticipatie is een belangrijk onderdeel van de verkenning. De informatievoorziening over de toestand van het lokale milieu, vraagt daarbij om speciale aandacht.

Hoewel de raad een prominentere rol voor de burgers ziet, onderstreept hij dat de politiek primair verantwoordelijk blijft voor het milieubeleid. Dat is ook wat de burgers verwachten, in zekere zin hebben ze het milieubeleid uitbesteed aan de overheid. De burgers zijn echter onmisbaar bij het aanpakken van de milieuproblemen: ze leveren tegelijkertijd ideeën en draagvlak voor oplossingen omdat ze deel uitmaken van de omgeving waarin de oplossingen uiteindelijk moeten landen.