Groen!
Groen! roept de regering op om opnieuw te
onderhandelen over een sociaal toekomstcontract. |
Brussel, 27 oktober 2005
Vera Dua Vera Dua, voorzitter Groen!
Persdienst Groen!
Ron Hermans - woordvoerder
Sergeant De Bruynestraat 78-82 | 1070 Anderlecht |
tel 02 219 19 19 | fax 02 223 10 90 | gsm 0473 90 30 66
e-mail pers@groen.be | persteksten http://www.groen.be/pers/
Groen! roept de regering op om opnieuw te onderhandelen over een
sociaal toekomstcontract.
Aan de vooravond van één van de grootste sociale betogingen van de
afgelopen jaren is het duidelijk dat het generatiepact aan diggelen
ligt, nog voor het van start is gegaan. Ons land is niet gebaat bij de
sociale onrust, die de regering door haar eenzijdige aanpak mee heeft
uitgelokt. Het protest bij vele werknemers is reëel, het gebrek aan
een sociaal wervend perspectief evenzeer.
1. Het Generatiepact pakt niet!
De eerste minister was maar wat fier, toen hij op 11 oktober een tekst
aan het parlement kon voorstellen. Om het gebricolleer coherent te
laten lijken, werd het geheel een generatiepact genoemd. Een
just-in-time-regeerverklaring is evenwel nog geen gedragen sociaal
akkoord, laat staan een pact tussen generaties.
Op 18 oktober hebben de vakbonden unaniem dit pact verworpen. De facto
is er vandaag geen generatiepact meer: om een contract te tekenen, heb
je immers meerdere partijen nodig. De voorbije dagen maakten duidelijk
dat de angst, het ongenoegen én het wantrouwen op de werkvloer erg
groot is. Er is vandaag een positief signaal nodig aan de werknemers.
Blijft de regering doof, dan is de sociale, economische en politieke
schade in ons land groot.
2. Generatiepact: de zoveelste mislukking op rij van de paarse
regering
De mislukking van de regering Verhofstadt heeft verschillende
oorzaken:
2.1. De bocht van Verhofstadt: de creatie van een Generatieconflict
Twee jaar Verhofstadt II: de 200.000 nieuwe jobs die waren
aangekondigd op de werkgelegenheidsconferentie zijn niet gehaald; wel
steeg de werkloosheid verder.
Twee jaar Verhofstadt II staat gelijk met twee jaar aankondigen dat
het een scharnierjaar wordt voor de sociale zekerheid.
Ondertussen is het debat over de doelmatigheid, betaalbaarheid en
toekomst van de sociale zekerheid grotendeels ingeperkt tot een debat
over de eindeloopbaan en langer werken met als symbooldossier het
brugpensioen. In plaats van een gedragen generatiepact is de regering
erin geslaagd om een echt generatieconflict te creëren.
Men kan geen pact tussen de generaties decreteren: een generatiepact
moet groeien, bij voorkeur in overleg met alle betrokkenen. Bijna drie
jaar ligt de vraag op de tafel, van de eerste
werkgelegenheidsconferenties. Sinds drie maanden wisten we dat het
eindeloopbaandebat de hoofdmoot zou vormen van de start van het
politieke jaar. Maar op amper drie dagen en nachten wilde men onder
tijdsdruk een akkoord forceren.
Maandenlange non-onderhandelingen, proefballonnetjes, notas die wel of
niet van de regering kwamen, biechtstoelprocedures, tegenstrijdige
communicatie en ten slotte de race tegen de klok. De regering heeft
voortdurend angst gezaaid in plaats van vertrouwen voor veranderingen
gewekt. Daarvoor betaalt ze nu de prijs. De werkwijze van de paarse
regering heeft er alleen maar voor gezorgd dat het draagvlak voor de
noodzakelijke modernisering van de sociale zekerheid is afgebrokkeld
en de vrees voor sociale afbraak toegenomen.
2.2. Paarse regering mist visie over gehele loopbaan
De samenleving is op enkele decennia tijd fundamenteel veranderd: van
het relatief stabiel kostwinnersmodel (vader gaat uit werken, moeder
blijft thuis, 2 à 3 kinderen) naar een model van tweeverdieners (en
alleenstaande éénverdieners) waaraan een grote flexibiliteit wordt
gevraagd, met een hoge tijdsdruk en dit naast een torenhoge
werkloosheid. Dit vereist een andere sociale bescherming dan vroeger.
In het zogeheten generatiepact ontbreekt echter een coherente visie op
loopbanen en op een betere spreiding van arbeid over de levensloop.
De fixatie op het brugpensioen met als bedoeling oudere werknemers
langer te doen werken maakt de regering blind voor de hoge werkdruk
voor vele werknemers in de drukke leeftijd tussen 25 en 50 jaar en
voor het gebrek aan perspectief van vele jongeren.
Een debat over de ganse loopbaan moet alle facetten omvatten:
* hoe en wanneer begint de loopbaan (als ze al begint)
* hoe verloopt de loopbaan (welke onderbrekingen, tijdsrechten, met
welke sociale bescherming en welke gendereffecten?)
* hoe verloopt het einde van de loopbaan (op welke leeftijd en
vooral met welke overgangs- en combinatiemogelijkheden)?
* Wat na de loopbaan (voldoende zekerheid over een voldoende hoog
pensioen, met een welvaartsvaste eerste pensioenpijler die naam
waardig?)
* En niet in het minst: wat is de kwaliteit van de loopbaan
(kwaliteit van arbeid en kwaliteit van leven)
2.3. De paarse regering verhoogt de werkdruk en bemoeilijkt het
tijdskrediet.
Het gebrek aan visie op de gehele loopbaan en de fixatie op
brugpensioen maakt dat de regering de werkdruk nog opvoert: met de
gedeeltelijke afbouw van de toegang tot tijdskrediet (na de Vlaamse
beperking van de aanmoedigingspremies), met het fiscaal begunstigen
van ploegenarbeid en met het versoepelen van het aantal te presteren
overuren verhoogt de regering de werkdruk verder.
Onder het mom van een veralgemening van het recht op 4/5 tijdskrediet
voor 55-plussers bemoeilijkt het generatiepact de toegang tot
tijdskrediet voor alle andere groepen. Het meest geldt dit voor
voltijds tijdskrediet, waar de liberale en socialistische
regeringspartijen de duur op maximum één jaar plafonneren.
Het eenzijdige langer-werken-discours van de paarse regering botst met
de realiteit van wie werkt: sterk toegenomen productiviteits- en
flexibiliteitsdruk bij steeds meer werknemers, die aftellen naar het
moment waarop ze minder kunnen werken of vervroegd kunnen uittreden,
vaak moegewerkt, soms kapotgewerkt. Het botst op de werkvloer op
werkgevers, die oudere werknemers vaak maar wat graag laten afvloeien
in plaats van een leeftijdsbewust personeelsbeleid te voeren.
2.4. Deze regering heeft haar geloofwaardigheid verloren.
Niet alleen de methode Verhofstadt heeft gefaald, ook het paarse
regeringsbeleid:
* de premier moet nu zelf toegeven dat de 200.000 jobs die met veel
poeha werden aangekondigd, niet gehaald zijn en niet gehaald
zullen worden door deze regering.
* De hernieuwde éénmalige fiscale amnestie hypothekeert de
geloofwaardigheid van de paarse regering om inspanningen te vragen
aan werknemers in het kader van de modernisering van de sociale
zekerheid.
* wanneer mensen zien hoe snel de regering bijstuurt en improviseert
met de belasting op sivacs en beveks onder druk van de banken,
begrijpen ze niet waarom er geen bijsturing mogelijk zou zijn in
het (einde)loopbaandebat.
3. Groen! kiest voor een moderne en sterke sociale zekerheid
Het mislukken van het generatiepact heeft de angst bij mensen alleen
maar vergroot: angst voor hun oude dag, voor hun pensioen, voor langer
moeten werken als ze niet meer kunnen of mogen, angst voor hun job,
angst voor hun inkomen, angst voor een volgende reorganisatie of
fusie, angst voor een verdere stijging van het werktempo.
Alleen een positief project, dat de sociale zekerheid moderniseert en
versterkt, biedt een perspectief op sociale rust en een basis voor
verdere economische vooruitgang en stelt ook de principes van
solidariteit op lange termijn veilig in ons land.
Dat vereist dat de sociale zekerheid versterkt en opnieuw verankerd
wordt in een nieuw Sociaal Toekomstcontract.
3.1. Groen! wil een moderne sociale zekerheid als garantie op de
toekomst
Voor de groenen is de sociale zekerheid een cruciaal vangnet, het
basismechanisme voor solidariteit tussen alle inwoners én een
springplank voor de emancipatie van alle burgers.
Het is de basis van het sociale patrimonium van ons land en van onze
welvaartsstaat, gegroeid in consensus tussen overheid en sociale
partners. In plaats van consensus tekent de paarse regering vandaag
voor een politieke impasse die een bedreiging vormt voor de toekomst
van die sociale zekerheid.
De sociale zekerheid bestaat vandaag 60 jaar, maar is allesbehalve toe
aan een eindeloopbaan. Integendeel, in de huidige maatschappelijke
ontwikkelingen is er behoefte aan een herfundering van de financiering
en het budgettair evenwicht om een antwoord te hebben op de sociale
noden van vandaag en van de volgende decennia. De cruciale functie van
solidariteit en van herverdeling van de rijkdom willen we
veiligstellen in een veranderende samenleving.
3.2. Groen! wil de sociale zekerheid groen en solidair maken
Volgens Groen! gaat het om veel meer dan de eindeloopbaan-discussie
alleen. Het gaat ook om het sociaal verzekeren en stimuleren van
andere, meer ontspannen loopbanen als voorwaarde om meer mensen aan
het werk te krijgen of te houden.
Het gaat ook om een duurzame financiering van de sociale zekerheid. En
het gaat ook om de groeiende kloof tussen de uitkeringen en de
evolutie van lonen en welvaart, die het verzekeringskarakter van de
sociale zekerheid en dus het draagvlak van bij de bevolking dreigt aan
te tasten.
Daarom wil Groen! de sociale zekerheid vergroenen en meer solidair
maken.
* Vergroenen betekent andere loopbanen stimuleren, waarbij mensen
arbeid en zorgtaken beter kunnen combineren. In een samenleving
met vooral tweeverdieners of alleenstaande éénverdieners en met
een toenemende vergrijzing hebben mensen tijd nodig voor
zorgtaken. Deelname aan de arbeidsmarkt moet de levenskwaliteit
verhogen, en niet verlagen, doordat mensen in een korte periode
van hun leven teveel taken moeten combineren.
* Meer solidair betekent dat er een afdoende bescherming is tegen
armoede en uitsluiting en betekent ook een meer rechtvaardige en
duurzame financiering, met een volwaardige bijdrage van alle
inkomens.
Daarom is er nood aan een nieuw Sociaal Toekomstcontract tussen de
overheid, de sociale partners en de bevolking. Dit moet de bevolking
opnieuw een sociaal perspectief bieden, in plaats van de impasse en
meer nog, de onzekerheid te organiseren zoals vandaag.
4. Nood aan modernisering: cruciale veranderingen de voorbije 60 jaar
De voorbije 60 jaar hebben er zich cruciale veranderingen in de
samenleving voorgedaan. De toenemende levenverwachting is één van de
meest in het oog springende vandaag. Ieder jaar stijgt de gemiddelde
levensverwachting met zon 3 maanden. Maar ook de geleidelijke
overgang van een kostwinnersmodel naar een samenleving van
tweeverdieners en alleenstaanden is fundamenteel. Tegelijk kende ook
de sociale zekerheid cruciale ontwikkelingen:
4.1. Een universalisering van de toegang tot solidariteit is niet
samengegaan met een universalisering van de bijdragen.
De voorbije decennia is de toegang tot de solidariteit in het kader
van de sociale zekerheid geleidelijk verbreed. De gelijkgestelde jaren
voor de opbouw van pensioenrechten zijn toegenomen (periodes waarin
mensen niet werken). Nieuwe uitkeringen zijn ontstaan (bv.
ouderschapsverlof & tijdskrediet). Tegelijk is het aantal
rechthebbenden de afgelopen 30 jaar sterk gestegen: in de werkloosheid
tengevolge van de economische crisis en in het pensioenstelsel,
tengevolge van de vergrijzing.
De effecten van de babyboom en de toenemende levensverwachting
vereisen de volgende jaren bijkomende uitgaven. Volgens de
studiecommissie voor de vergrijzing zou de verhoging van de uitgaven
van de sociale zekerheid 3,6% van het BBP bedragen tussen 2004 en
2030, omwille van de vergrijzing.
Tegelijk stellen we vast dat de universalisering van de bijdragen deze
ontwikkeling niet heeft gevolgd. De sociale bijdragen van actieven
vandaag moeten de solidariteit met meer niet-actieven financieren. Dit
zorgt voor een toenemende druk op iedere bijdragebetaler, maar ook
voor een toenemende druk op de uitgaven. Deze druk verklaart ondermeer
de groeiende kloof tussen de sociale uitkeringen en de andere inkomens
in ons land.
4.2. De stille erosie van de sociale verzekering én van de
overheidsfinanciering
Ondanks de koppeling van de uitkeringen aan de index verloren de
uitkeringen de afgelopen twee decennia terrein tegenover de andere
inkomens. Dat blijkt sterk bij de pensioenen, waar de vervangingsratio
tegenover het laatste loon de afgelopen twee decennia sterk is
gedaald.
* De afgelopen 20 jaar stegen de lonen met gemiddeld 2,9% per jaar;
de aanpassing van de pensioenen aan de stijgende levensduurte
bedroeg gemiddeld slechts 1,8% per jaar. Vandaag liggen een aantal
pensioenminima onder het sociaal levensminimum.
* Ook voor andere uitkeringen, waaronder de werkloosheid en de
ziekteverzekering, geldt eenzelfde erosie in reële termen.
Deze erosie zet het verzekeringskarakter van de sociale zekerheid
onder sterke druk. Op macroniveau groeit de kloof tussen de lonen en
de uitkeringen. Voor individuen vertegenwoordigt een uitkering
verhoudingsgewijs een steeds kleiner deel van het vroegere loon. Deze
erosie vormt een bedreiging voor het draagvlak van de sociale
zekerheid.
Tegelijk staan de inkomsten onder druk, door de opeenvolgende
lastenverlagingen op arbeid (zonder dat deze nieuwe arbeidsplaatsen
garanderen), maar ook door ontwijkingsstrategieën als schijnzelf
standigen, maaltijdcheques, groepsverzekeringen. De huidige jaarlijkse
bijpassing van tekorten uit BTW-inkomsten vormt geen structurele
alternatieve financiering, die nochtans noodzakelijk is.
4.3. Verdoken privatisering door aanvullende verzekeringen.
Zowel in het domein van de pensioenen (tweede en derde pijler) als in
de gezondheidszorg (hospitalisatieverzekeringen) is er de laatste
jaren een boom geweest van de aanvullende verzekeringen.
Vaak worden aanvullende verzekeringen gebruikt als een deel van het
(aanvullende) loon voor een werknemer. Ze worden fiscaal sterk
aangemoedigd. Een groeiende groep van individuele werknemers heeft
hier voordeel van; voor anderen versterken ze de dualisering van de
gezondheidszorg of de oude dag alleen maar omdat in hun sector of voor
hun beroep geen voorzieningen zijn of omdat ze dit zelf niet kunnen
financieren..
Tegelijk leidt deze evolutie tot problemen voor het evenwicht binnen
de sociale zekerheid en tot grotere ongelijkheid. Aanvullende
verzekeringen zijn weinig solidair: slechts een deel van de werknemers
is er door gedekt en de bijdragen van individuen verschillen zeer
sterk al naargelang de sector en naargelang de positie binnen een
bedrijf.
4.4. Overconsumptie van medische prestaties en van medicamenten.
De sterkst groeiende sector binnen de sociale zekerheid de afgelopen
20 jaar was ongetwijfeld de gezondheidszorg. Tussen 1980 en 2004 steeg
het budget voor gezondheidszorg binnen de sociale zekerheid van 19,2%
naar 27,7%. Deze kost is in de eerste plaats te verklaren door de
overconsumptie van medische prestaties en geneesmiddelen waardoor de
kosten voor het RIZIV opwaarts worden gestuwd.
België is de koploper inzake consumptie van geneesmiddelen en de
kosten voor geneesmiddelen stijgen met een jaarritme van 10%!! Met als
uitschieters de cholesterolremmers, antidepressiva, antibiotica e.d.
5. Gevolgen voor de sociale zekerheid vandaag en morgen.
Deze maatschappelijke veranderingen en evoluties binnen de sociale
zekerheid veroorzaken knelpunten voor de sociale zekerheid anno 2005.
Zetten we de belangrijkste op een rijtje.
5.1. Onzekere financiering
De toenemende sociale noden en een gebrek aan een structurele
oplossing voor de financiering plaatst de sociale zekerheid in een
moeilijk houdbaar budgettair keurslijf. Het maakt de sociale zekerheid
sterk afhankelijk van de jaarlijkse goodwill van de regering. Dit
verhindert ook de utbouw van een visie op (middel)lange termijn. De
jaarlijkse alternatieve financiering van de sociale zekerheid door een
beperkt deel van de BTW-opbrengsten toe te wijzen om tekorten te
dekken, is niet bevredigend. Naast de onzekerheid voor de sociale
zekerheid stelt zich ook de vraag naar de sociale rechtvaardigheid:
deze indirecte belastingen zijn niet gelijk verdeeld naar draagkracht
en vermogen.
5.2. Dualisering en toenemend armoederisico
Omdat de uitkeringen enkel de index volgen en niet welvaartsvast zijn,
groeit de kloof tussen mensen met een uitkering en mensen met een
inkomen uit arbeid. Deze dualisering vergroot het armoederisico van
mensen met de laagste uitkeringen.
Bovendien versterkt ook de groei van de aanvullende verzekeringen de
dualisering: niet iedereen heeft toegang. De toegang tot deze
privé-verzekeringen hangt immers af van de arbeidssituatie (niet alle
sectoren, niet alle bedrijven, niet alle jobs), de inkomenssituatie
(en de mogelijkheid om zelf geld opzij te leggen met fiscaal voordeel)
en de gezondheidstoestand (niet iedereen kan een
hospitalisatieverzekering krijgen).
5.3. De legitimiteit van de sociale zekerheid ligt onder vuur.
Het groeiende succes van privé-verzekeringen, samen met de
voortdurende onheilsberichten van de regering, tasten het geloof in
het goed functioneren en dus de legitimiteit van de sociale zekerheid
aan. De afbrokkeling van het verzekeringskarakter draagt hier eveneens
toe bij.
Het ontbreken van een koppeling aan de welvaart van de
inkomensplafonds voor het wettelijk pensioen maakt dat steeds meer
loontrekkenden hun pensioen geplafonneerd zien op het maximumbedrag.
De kloof tussen dit maximumpensioen en het laatste loon wordt steeds
groter. Volgens het Planbureau zouden liefst 63% van de Belgen in deze
situatie belanden in 2030. Hierdoor gaat het verzekeringskarakter niet
alleen voor de hoge inkomens, maar ook voor alle middengroepen teloor,
wat het draagvlak van het stelsel bedreigt.
5.4. Een groeiende sociale kloof draagt bij aan een groeiende
politieke kloof.
De sluipende verarming van mensen met een uitkering door een gebrek
aan welvaartsvastheid van de uitkeringen, maar vooral de groeiende
onzekerheid over de betaalbaarheid die de paarse regering én de
privé-verzekeraars voortdurend voeden, leiden tot een groeiende
onzekerheid bij de bevolking. Koppel daaraan voorstellen voor
beperking van toegang tot systemen als brugpensioen en tijdskrediet en
je krijgt een grote sociale actiebereidheid, zoals deze dagen blijkt.
De regering Verhofstadt speelt zo niet alleen met het draagvlak van de
sociale zekerheid, ze speelt ook met haar democratisch draagvlak.
Armoede, werkloosheid, maar vooral onzekerheid en gebrek aan
perspectief doen mensen het geloof in de welvaartsstaat en in de
democratie verliezen. De (al dan niet) stilzwijgende afbrokkeling van
de sociale bescherming draagt de kiem in zich van een verder afhaken
van burgers en tot anti-politieke sentimenten.
5.5. Besluit: de uitdaging is ruimer dan het eindeloopbaan en het
financieringstekort
Dit alles toont aan dat we op een kruising staan.
* Ofwel kiest men voor een geleidelijke degradatie van de sociale
bescherming, waarbij de emanciperende doelstellingen verloren gaan
en we geleidelijk naar een minimaal verzekeringsstelsel evolueren.
* Ofwel bricoleren we verder, zoals de paarse regering vandaag doet.
Op termijn zal dit tot het eerste scenario leiden, met een sociale
zekerheid die onvoldoende antwoord en bescherming biedt op nieuwe
risicos en geleidelijk afbrokkelt tot een minimale bescherming.
* Ofwel kiest men voor een positief en nieuw sociaal contract,
waarbij men investeert in de viervoudige missie van de sociale
zekerheid: een stelsel dat mensen verzekert, solidariteit vorm
geeft, een instrument is voor de emancipatie van burgers en
bijdraagt aan de noodzakelijke sociale cohesie.
Dat laatste vereist ook een keuze voor verdere modernisering van de
instrumenten en voor een structurele en duurzame financiering.
Groen! kiest evident voor de derde optie.
6. Groen! wil een duurzaam sociaal toekomstcontract.
6.1. Groen! wil een nieuw sociaal contract.
Het wantrouwen regeert het land. Dat wantrouwen vandaag tussen de
sociale partners en de paarse regering, en nog meer tussen werknemers
en overheid hangt als een zwaard van Damocles boven het overlegmodel
en boven de welvaartsstaat.
Het sociaal contract uit 1944 moet vandaag worden herbevestigd,
geactualiseerd én uitgebreid. Dit moet zich vertalen in een organieke
wet die de financiering meer structureel en duurzaam garandeert en die
missie herbevestigt en versterkt met de nieuwe noden.
De kern van die missie is voor Groen! een stelsel dat mensen
verzekert, solidariteit vorm geeft, een instrument is voor de
emancipatie van burgers en bijdraagt aan de noodzakelijke sociale
cohesie.
Een sterke en solidaire sociale zekerheid veronderstelt een voldoende
sterk collectief en publiek stelsel om de solidariteit en de sociale
zekerheid voor iedere burger te garanderen.
Privé-verzekeringen kunnen aanvullend de situatie van de aangeslotenen
verbeteren, maar ze kunnen nooit een economisch en sociaal efficiënt
alternatief bieden voor een collectieve dekking van de risicos van de
gehele bevolking.
6.2. Groen! wil een sterke en duurzame financiering van de sociale
zekerheid.
Een meer structurele, duurzame en rechtvaardige financiering van de
sociale zekerheid is noodzakelijk, waarbij alle inkomens bijdragen aan
de solidariteit van de sociale zekerheid.
Er is nood aan een hernieuwd financieel evenwicht. Dit vereist
* een bijdrage van alle inkomens, ook deze uit vermogen
* een verhoging van de bijdrage van de overheid.
Dat kan door:
* de invoering van een vorm van Evenwichtige Sociale Bijdrage in een
(voor werknemers) budgettair neutraal kader. Dit schept ruimte
voor een vermindering van de lasten op arbeid, vooral voor de
laagste inkomens, te compenseren door inkomens uit beleggingen en
onroerende vermogens.
* De overheidsinbreng koppelen aan de ontwikkeling van de
economische groei en van de levensduurte.
* De volledige opbrengst van de Europese spaarrichtlijn toewijzen
aan de sociale zekerheid.
De voorstellen van de paarse regering om een beperkt deel van de
inkomsten uit roerende voorheffing en een deel van de accijnzen op
tabak te gebruiken voor de financiering van de sociale zekerheid, is
een stapje in de goede richting, maar het is een te kleine en te
beperkte stap naar alternatieve financiering en wordt trouwens al
onmiddellijk op de helling gezet .
Daardoor zal jaar na jaar een onzekere mede- financiering uit
BTW-inkomsten noodzakelijk blijven en is een perspectief op een
financieel evenwicht op lange termijn onvoldoende gegarandeerd.
6.3. Groen! wil meer mensen aan het werk
Ook voor de meer dan 600.000 werklozen bieden de huidige voorstellen
onvoldoende perspectief. Natuurlijk worden vele ouderen die de
arbeidsmarkt verlaten niet vervangen. Maar wanneer ze langer blijven
werken, of wanneer bij herstructureringen de oudere werknemers
verplicht op de arbeidsmarkt gehouden worden, komt er zeker geen extra
ruimte voor jongere werklozen. De te eenzijdige keuze voor langer
werken biedt voor honderdduizenden nog steeds geen perspectief op
werk.
De beste herfinanciering van de sociale zekerheid blijft meer mensen
die kunnen werken. Dat kan leiden tot een daling van de werkloosheid
en een stijging van de werkgelegenheidsgraad.
Ondertussen heeft ons land, mede door de economische en sociale
onzekerheid, één van de hoogste spaarquotes. Groen! wil maatregelen om
het spaargeld te mobiliseren voor de noodzakelijke investeringen in
een duurzame economie die arbeidsplaatsen creëert. Investeringen,
zowel publieke als privé-investeringen, in energiebesparing, duurzame
mobiliteit, nieuwe groene technologieën en productie van duurzame
energie zijn uitermate dringend. De ecologie is mee de toekomst van de
economie.
6.4. Groen! wil jongeren méér perspectief geven
Ruim 140.000 jongeren zoeken vast werk. Zij worden vandaag vergoed op
basis van hun studies en ontvangen een zeer lage wachtuitkering.
Sommigen hebben nog nooit gewerkt, anderen hoppen van de ene
interimjob naar de andere. Zeker laaggeschoolde en/of allochtone
jongeren missen het perspectief op een duurzame loopbaan. Velen voelen
zich aan de kant geschoven en keren zich niet alleen af van de
arbeidsmarkt, maar ook van de samenleving.
Zij begrijpen helemaal niet dat de paarse regering ouderen langer aan
het werk wil houden, terwijl er voor hen geen werk is. Ook al worden
ouderen niet systematisch vervangen door jongere werklozen, het feit
blijft dat het zogenaamde generatiepact bij deze jongeren als een
nieuwe uitsluiting overkomt. Er is een drastische versterking nodig
van het luik maatregelen ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid.
Deze slapende kapitalen niet activeren, is niet alleen economisch een
gemiste kans. De paarse regering creëert hiermee een sociale tijdbom
in vele steden.
6.5. Groen! wil meer ontspannen loopbanen.
Meer mensen aan het werk krijgen kan niet enkel door investeringen in
duurzame economie aan te moedigen, maar ook door mensen hun loopbaan
anders en beter te laten spreiden over hun levensloop. Meer mensen de
kans geven om anders en minder te werken is een heel ander perspectief
dan wie al werkt, langer en meer laten werken. De voorliggende
regeringsvoorstellen bieden onvoldoende perspectief voor een andere
spreiding van arbeid over de levensloop. Deze paarse regering heeft
geen visie op andere loopbanen.
De fixatie om ouderen langer aan het werk te houden maakt deze
regering van liberalen en socialisten blind voor de te hoge werkdruk
voor velen in de drukke leeftijd tussen 25 en 50 jaar. In september
2005 nog toonde de enquête van de Universiteit Antwerpen aan dat bij
alle sociale categorieën in Vlaanderen de gewenste arbeidstijd per
week korter is dan wat men effectief moet werken.
Ook onderzoek naar de kwaliteit van de arbeid, de zogenaamde
werkbaarheid en naar stress van de Stichting Technologie Vlaanderen,
in opdracht van de SERV, wijst op hoge werkdruk en werkstress. Bijna
de helft van de Vlaamse werknemers anno 2004 ervaart meerdere
knelpunten die wegen op de werkbaarheid van haar of zijn job. Bijna 3
op 10 klagen over psychische vermoeidheid. Voor bijna 1 op 5 is het
welbevinden op het werk problematisch. Het voorliggende Generatiepact
biedt niet de minste oplossing voor deze problematiek.
Alleen wanneer mensen meer mogelijkheden krijgen om in cruciale
levensfasen hun arbeidstijd te verminderen, kan de bereidheid én de
mogelijkheid van mensen om vrijwillig langer te blijven werken
toenemen. Kortom: wie, zoals de paarse regering, de vraag naar meer
levenskwaliteit doorheen de loopbaan niet koppelt aan het
eindeloopbaandebat, biedt geen hoopvol perspectief aan wie vandaag
(over)werkt.
Daarom zijn de voorstellen van de paarse regering ten aanzien van een
beperking van tijdskrediet onaanvaardbaar. Door het beperken van het
recht op tijdskrediet voor mensen in hun drukste leeftijd verhoogt
deze paarse regering de werkdruk verder ten koste van levenskwaliteit.
In plaats van een visie op de gehele loopbaan focust de regering
Verhofstadt zich vooral op 55-plussers. Ondertussen branden vele jonge
vaders en moeders zich op door een teveel aan werk en worden hun
mogelijkheden om beter te kunnen combineren over de levensloop
beperkt. De regering van liberalen en socialisten getuigt hier
uitdrukkelijk van een doorgeslagen activeringsdenken. Maar dit staat
wel haaks op een gezinsbeleid en op een duurzaam arbeidsmarktbeleid.
Voor Groen! is de omvorming en uitbouw van de huidige tijds- en
zorgkredieten tot een volwaardige tijdsverzekering één van de cruciale
moderniseringen van de sociale zekerheid.
Zon tijdsverzekering bundelt, versterkt en uniformiseert de bestaande
tijdskredieten. Het biedt werkenden de mogelijkheid om hun arbeidsduur
te verminderen, of eventueel tijdelijk hun arbeid te onderbreken, op
voor hen te drukke of cruciale levensfasen. De mogelijkheden van
mensen versterken om hun arbeid anders te spreiden tijdens de loopbaan
vormt zo een hefboom om de bereidwilligheid van werknemers te
vergroten om minder snel uit te treden aan het einde van de loopbaan.
De tijdsverzekering stimuleert ook vrijwillige arbeidsherverdeling.
Groen! wil ook ruimte voor de sociale partners om per sector een
vervangingsnorm af te spreken om meer mensen de mogelijkheid te geven
tijdsrechten tijdens hun loopbaan op te nemen, zonder dat de werkdruk
op de collegas ontoelaatbaar vergroot.
6.6. Groen! wil een betere bescherming tegen armoede.
Een generatiepact moet niet enkel de solidariteit tussen generaties
versterken, maar ook de solidariteit binnen generaties. Het gebrek aan
welvaartsvastheid maakt dat de uitkeringen steeds verder achterop
raken ten opzichte van de inkomens uit arbeid. De facto krimpt de
sociale zekerheid zo in de richting van een minimale bescherming. Wil
de sociale zekerheid een universeel verzekeringsstelsel blijven, en
wil men de dualisering tussen de (laagste) uitkeringstrekkers en de
mensen met inkomens uit arbeid stoppen, dan is een dringende ingreep
noodzakelijk. Dat vereist
* het welvaartsvast maken van de uitkeringen
* het verhogen van de laagste uitkeringen
De regeringsvoorstellen voor een verhoging van een aantal uitkeringen
zijn een te beperkte ingreep. Grotendeels warmen ze de nog niet
volledig uitgevoerde beloften van de superministerraad van Oostende
nog maar eens op! Opnieuw schuift de paarse regering de beloofde
verhogingen ver voor zich uit. Mensen met een leefloon wachten nog
steeds op het laatste deel van de verhoging met 10% die al in 2001
werd beslist. Bovendien, wanneer men geen structurele
welvaartsvastheid inbouwt, blijft het steeds opnieuw een achterna
hollen van uitkeringstrekkers tegenover de reële
welvaartsontwikkeling. Het vooruitschuiven van de welvaartsvastheid
tot een volgende legislatuur maakt duidelijk dat de paarse regering de
dringendheid van de geleidelijke erosie van de hoogte van de
uitkeringen nog steeds onvoldoende onderkent.
7. Besluit: Groen! roept Verhofstadt en Vanden Bossche op tot nieuwe
onderhandelingen over een hoopvol en sociaal Toekomstcontract.
Een generatiepact?
Vandaag voelen alle generaties zich gepakt:
* Jongeren, omdat zeker voor laaggeschoolden en allochtonen
perspectieven op (het begin van) een loopbaan ontbreken
* Werkenden, omdat de werkdruk verder verhoogt (door stimuleren van
ploegenarbeid, optrekken van het maximum aantal overuren,
bemoeilijken toegang tot tijdskrediet) én tegelijk hun
eindeloopbaan verlengd wordt (met nog verregaander gevolgen voor
vrouwen met onvolledige loopbanen in vergelijking met mannen)
* Gepensioneerden, omdat de aangekondigde welvaartsvastheid nog eens
wordt verschoven met (minimaal) twee jaar
Een generatiepact die naam waardig moet gedragen zijn door de sociale
partners en hun achterban. Zoniet bouwt men op los zand of
hypothekeert men de kern van het sociale overlegmodel. Een
generatiepact die naam waardig veronderstelt niet alleen solidariteit
tussen generaties, maar ook binnen generaties. Het betekent niet enkel
solidariteit tussen leeftijdscohorten, maar ook tussen verschillende
inkomensgroepen, waarbij er een sterkere responsabilisering is van
inkomens uit vermogen.
Wat vandaag voor ligt, is teveel een bricolage van kleinere
maatregelen, zonder een globaal 21^ste eeuws kader, zonder een wervend
sociaal perspectief voor de bevolking. Het gebrek aan politieke
slagkracht van en eensgezindheid in deze paarse regering maakt dat de
kans op een nieuw sociaal contract op dramatische wijze wordt gemist.
Dit hypothekeert een duurzame versterking van de sociale zekerheid
meer dan de vergrijzing.
Groen! roept de regering Verhofstadt Vanden Bossche dan ook op om de
angst en onzekerheid van vele werknemers én in alle generaties niet
hautain van tafel te vegen. Om het draagvlak voor de noodzakelijke
modernisering én versterking van de sociale zekerheid niet nog verder
te verkwanselen. Om geen verdere polarisatie met stakingen en acties
na te streven door het zogenaamde pact éénzijdig door te drukken.
Groen! roept de regering daarom op om opnieuw rond de
onderhandelingstafel te gaan zitten - mét een uitgebreide agenda - en
om mét de sociale partners te komen tot een écht generatiepact,
gebaseerd op een écht akkoord tussen de sociale partners, over het
geheel van de loopbaan, met een perspectief voor alle generaties