Ministerie van Buitenlandse Zaken
Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal
Binnenhof4
Den Haag Ministerie van Buitenlandse Zaken
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum27 oktober 2005BehandeldDAO/ZZ
KenmerkDAO-0821/05Telefoon+31-70-3486780
Blad1/6Fax+31-70-3485323
Bijlage(n)-dao@minbuza.nl
BetreftUw verzoek om informatie inzake Afghanistan

Tijdens het Algemeen Overleg inzake Afghanistan van 5 oktober 2005 is toegezegd dat wij de Kamer nader zouden informeren over de volgende onderwerpen:
- het Afghanistan Reconstruction Trust Fund (ARTF);
- het Programma Samenwerking Opkomende Markten (PSOM);
- mogelijke ondersteuning van vrouwelijke parlementsleden;
- toegang van de Afghan Independent Human Rights Commission (AIHRC) tot Amerikaanse gevangenissen in Afghanistan.

Afghanistan Reconstruction Trust Fund (ARTF)
Tijdens het Algemeen Overleg van 5 oktober stelde het Kamerlid Koenders vragen over de effectiviteit en het functioneren van het ARTF. Met name uitte hij zorgen over het gebrek aan hervormingen van het ambtenarenapparaat en een vermeend gebrek aan controle op de uitgaven.

Het ARTF is in 2002 opgezet onder leiding van de Wereldbank om donorfondsen op een gecoördineerde wijze in te zetten. Doel van het ARTF is tweeledig: bijdragen aan de betaling van lopende uitgaven van de overheid en medefinanciering van een aantal nationale wederopbouwprogramma's. Inmiddels hebben 24 donoren USD 1,2 miljard bijgedragen aan het fonds. Nederland droeg in totaal (2002-2005) USD 154 miljoen bij en is daarmee de op twee na grootste donor.

Het ARTF heeft de Afghaanse regering (op centraal en lokaal niveau) in staat gesteld te functioneren en bij te dragen aan de wederopbouw. Het fonds is in het voorjaar van 2005 geëvalueerd door een Noorse onafhankelijke consultant (Scanteam). De evaluatie concludeert dat de opzet en procedures van het ARTF geheel overeenkomen met de 'best practices', zoals die in de "Parijs Verklaring over de effectiviteit van hulp" (maart 2005) zijn vastgesteld: het ownership is goed, de afstemming met en tussen donoren is goed, het fonds is resultaatgericht en de verantwoording is prima. De evaluatie oordeelde verder dat het ARTF heeft bijgedragen aan de institutionele opbouw van het Afghaanse overheidsapparaat, met name het onderdeel waaruit de lopende kosten (salarissen en apparaatskosten) worden betaald. Dit zogenaamde recurrent window heeft zeer doeltreffend en doelmatig gewerkt.

Met behulp van een monitoring agent, Price Waterhouse Coopers, zijn de openbare financiën verbeterd. Door een strenge toepassing van de fiduciare standaarden, zoals controle van de salarislijsten is het percentage onrechtmatige uitgaven drastisch teruggebracht (ligt thans onder de 2%). Naast controle door de monitoring agent vindt overigens ook een audit plaats door de Afghaanse regering zelf.

Het ARTF heeft van meet af aan een belangrijke rol gespeeld in het mobiliseren van donorfondsen. De rapportages over het ARTF zijn van goede kwaliteit, zoals de evaluatie beaamt. Elk kwartaal vindt overleg plaats tussen de Wereldbank en donoren (alleen die met bijdrage van USD 5 miljoen en meer) over het functioneren van het ARTF en de beheersrol van de Wereldbank. Uit de evaluatie komt wel naar voren dat donoren behoefte hebben aan een meer beleidsmatige dialoog met de Wereldbank en de Afghaanse regering over het ARTF en dat ook in de rapportages een meer beleidsmatige invalshoek gewenst is.

Het opstellen van een National Development Strategy (interim Poverty Reduction Strategy Paper, i-PRSP) biedt een uitgelezen gelegenheid om aan deze wensen te voldoen. Zo wordt er regelmatig over openbare financiën overlegd. De evaluatie beveelt aan dat donoren voorlopig hun steun aan de recurrent window van het ARTF voortzetten, totdat de Afghaanse regering in staat is voldoende eigen inkomsten te genereren.

Ondanks een forse economische groei van 8-10% per jaar blijft de centrale overheid kampen met een groot tekort aan eigen inkomsten. Voornaamste oorzaken hiervan zijn het niet geheel afdragen door regionale leiders van geïnde invoerheffingen en het nagenoeg ontbreken van een belastingsysteem. Dit leidt ertoe dat nog steeds een groot gedeelte van de ARTF-gelden worden aangewend in het recurrent window.

Het onderdeel van het ARTF waaruit nationale wederopbouwprogramma's worden betaald, het zogenaamde investment window, richt zich op infrastructuur, capaciteitsopbouw en ontwikkeling. Dit onderdeel kwam door gebrek aan fondsen in de beginfase traag op gang, maar functioneert inmiddels goed. Het heeft de overheid in staat gesteld bij te dragen aan zichtbare wederopbouwprogramma's van de vakministeries die in het hele land worden uitgevoerd. De druk van de vakministeries op meer fondsen voor de uitvoering van hun programma's blijft echter groot. Een voorbeeld is het succesvolle National Solidarity Program, dat elke gemeenschap geld geeft om democratisch gekozen prioritaire projecten uit te voeren.

Tegelijkertijd met de Noorse evaluatie heeft de interne audit dienst van de Wereldbank, op verzoek van het management van de Bank, een audit uitgevoerd naar het ARTF voor de eerste twee jaar (maart 2002 maart 2004), op basis van reeds bekende gegevens van Price Waterhouse Coopers. De resultaten van dit onderzoek zal het ARTF tijdens een bijeenkomst met donoren half november openbaar maken en toelichten. De resultaten zullen vervolgens worden opgenomen in de openbare kwartaalrapportage en op de website van het ARTF. Een eventueel gebrek aan controle op de uitgaven, waarnaar kamerlid Koenders verwijst, zou moeten blijken uit dit onderzoek, en kan derhalve op dit moment nog niet worden uitgesloten. Uit gesprekken van ons kiesgroepkantoor met de Country Director voor Afghanistan, Dhr McKechnie, blijkt wel dat er vooralsnog geen aanwijzingen zijn van opzettelijk onjuist gebruik van fondsen.

Het Kamerlid Koenders uitte tijdens het Algemeen Overleg zorgen over de hervormingen van het ambtenarenapparaat. De verantwoordelijkheid voor de hervormingen berust bij de Civil Service Reform Commission. De hervormings-commissie wordt niet alleen door het ARTF, maar ook door UNDP en de Asian Development Bank gesteund. De commissie functioneert matig: zoals in elk ontwikkelingsland het geval is, is hervorming van de overheidssector een taai proces. Naast bedrijfsmatige argumenten dienen ook sociale aspecten in ogenschouw te worden genomen. De Afghaanse regering heeft met behulp van de Wereldbank en het IMF een Priority Reform and Restructuring programma uitgewerkt met het doel de overheid te hervormen, capaciteit op te bouwen en de kwaliteit van de ambtenaren te verbeteren. Het programma richt zich vooral op de ministeries, waarbij goede resultaten zijn geboekt; op het provinciale niveau is nog veel werk te verzetten. Op het gebied van openbare financiën is heel veel verbeterd. Het ministerie van Financiën functioneert redelijk tot goed op punten zoals begrotingsdiscipline, hervorming van de financiële sector en fiscale hervormingen.

Al met al onderschrijft de Nederlandse regering de bevindingen van de Wereldbank en het IMF dat een goede start is gemaakt met de hervormingen, maar dat er nog veel werk verzet moet worden, zeker op provinciaal niveau. Ook onderschrijven wij dat de openbare financiën zijn verbeterd. Voor duurzaamheid van de overheidsbegroting zijn voortdurende discipline en hogere inkomsten noodzakelijk. Nederland zal bij de besprekingen over de post-Bonn overeenkomst tussen Afghanistan en de internationale gemeenschap aandringen op concrete doelstellingen op deze terreinen en goede monitoring van de voortgang.

Programma Samenwerking Opkomende Markten
In maart 2005 tekenden de minister van Handel van Afghanistan en de Nederlandse minister voor Ontwikkelingssamenwerking een Memorandum of Understanding inzake het Programma Samenwerking Opkomende Markten (PSOM). Dit programma is bedoeld om armoede te bestrijden door duurzame economische ontwikkeling te ondersteunen. Dit doel wordt bereikt door duurzame handel en investeringsrelaties tussen Nederlandse bedrijven en lokale bedrijven in PSOM-landen na te streven. PSOM is inmiddels beschikbaar voor veertig landen en kent in 2005 een totale committeringsruimte van 51 miljoen euro, in principe voldoende voor 102 contracten. Volgens het Memorandum of Understanding is er voor Afghanistan binnen PSOM financiële ruimte voor twee contracten per jaar, voor een totaal van 1 miljoen euro. Indien er meer kwalificerende voorstellen zouden worden ingediend kan dat aantal echter hoger worden, aangezien gebruik gemaakt kan worden van beschikbare ruimte elders binnen PSOM. Indien geen of kwalitatief onvoldoende voorstellen voor Afghanistan worden ontvangen, dan komt de voor Afghanistan gereserveerde ruimte beschikbaar voor andere PSOM-landen.

Tijdens de laatste PSOM-tenderronde, die sloot in augustus 2005, zijn er geen voorstellen voor Afghanistan ingediend. Er is wel sprake van toenemende belangstelling voor het programma aan zowel Afghaanse als Nederlandse zijde. De EVD en de Netherlands Afghanistan Business Council (onderdeel van het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering) geven actieve voorlichting over PSOM aan bedrijven in Nederland en Afghanistan. In Afghanistan wordt PSOM tevens bevorderd door het Afghan Investment Support Agency (AISA).

Ondersteuning van vrouwelijke kandidaten
Bij het Algemeen Overleg verzocht het Kamerlid Karimi de Nederlandse regering steun te verlenen aan vrouwelijke parlementariërs en zo mogelijk ook aan de enige vrouwelijke gouverneur (in Bamiyan). Voor de goede orde geldt dat buitenlandse steun aan politieke partijen volgens de Afghaanse grondwet verboden is. Financiering van training, zoals hieronder beschreven, is wel mogelijk. De Nederlandse ambassade in Kaboel heeft tot nu toe twee relevante activiteiten gesteund uit gedelegeerde fondsen:
- ondersteuning van teams van het ministerie van Vrouwenzaken, die in de provincies vrouwelijke kandidaten en -kiezers aanmoedigden en lokale autoriteiten aanspoorden om vrouwelijke kandidaten en kiezers te steunen;
- financiering van vijf training workshops voor vrouwelijke kandidaten uit veraf gelegen provincies, waar geen reguliere trainingsactiviteiten kunnen plaatshebben.
Daarnaast verleende de ambassade 'politieke' steun aan vrouwelijke kandidaten door hen uit te nodigen voor gelegenheden of te verschijnen op hun campagne-activiteiten. Ook identificeert de ambassade in samenwerking met EU-partners reeds veelbelovende vrouwelijke kandidaten voor mogelijke ondersteuning in de toekomst. Daarnaast moedigt Nederland specifieke training van vrouwelijke parlementariërs aan bij organisaties zoals UNDP. Ten slotte heeft de ambassade zelf ook nog middelen beschikbaar voor ondersteuning van projecten om vrouwelijke parlementariërs training te geven.

De Nederlandse ambassade heeft de vrouwelijke gouverneur van Bamiyan vlak voor haar aantreden gemeld dat de ambassade geïnteresseerd is in ondersteuning van goede projecten in haar provincie op terreinen als goed bestuur, democatisering, opbouw van de rechtsstaat, veiligheid/stabiliteit en/of wederopbouw. Dit ter versterking van haar hervormingsbeleid en gezag. Zij werd uitgenodigd daartoe projectvoorstellen te doen of voorstellen van andere instanties in Bamiyan aan te bevelen. Dergelijke voorstellen zijn nog niet ontvangen. De ambassade is bereid hierover nader te overleggen met de gouverneur.

Toegang tot gevangenissen voor de AIHRC
In het Algemeen Overleg van 5 oktober bepleitte het Kamerlid Koenders Nederlandse steun aan de Afghan Independent Human Rights Commission (AIHRC) in zijn wens Amerikaanse gevangenissen in Afghanistan te mogen bezoeken.

De AIHRC verzoekt sinds twee jaar om toegang tot de detentiefaciliteiten van de coalitietroepen. Nederland, evenals de EU als geheel, is voorstander van transparantie over de behandeling van gevangenen door coalitietroepen en van het verlenen van toegang aan de AIHRC. Nederland heeft dit standpunt ook duidelijk uitgedragen in contacten. Tot op heden bleef de AIHRC echter stuiten op verzet van de VS. De VS heeft toegezegd bereid te zijn AIHRC toegang te verlenen indien president Karzai persoonlijk een expliciet verzoek daartoe indient. Een dergelijk verzoek van de president aan de VS bleef tot dusverre uit. De kwestie is momenteel onderwerp van gesprek tussen vertegenwoordigers van Nederland en andere EU-lidstaten en president Karzai. Nederland zal zich in de gesprekken met de president, alsmede in contacten met de VS, blijven inzetten voor het verlenen van toegang aan de AIHRC en andere mensenrechteninstanties, zoals de VN Speciale Rapporteurs, tot deze gevangenissen. Dit onderwerp zal ook worden meegenomen in de gesprekken die Nederland regelmatig voert met de VS over de behandeling van gevangenen.

De Minister De Minister
voor Ontwikkelingssamenwerking, van Buitenlandse Zaken,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven Dr. B.R. Bot