Sociaal en Cultureel Planbureau

Nationaal beleid belemmert effectief jeugdbeleid

Bestuur aan banden. Lokaal jeugdbeleid in de greep van nationaal beleid.

· In de periode 1998-2001 steeg het aandeel gemeenten dat concrete doelen had geformuleerd voor het lokale jeugdbeleid van ruim een derde in 1998 tot bijna de helft in 2001.

· De meeste van deze gemeenten voerden in 2001 een algemeen preventief jeugdbeleid, gericht op alle jongeren. Een kwart van de gemeenten ontwikkelde ook een curatief beleid.

· In het preventief jeugdbeleid hebben - veelal onder invloed van de agenda van het landelijk beleid - de uitbreiding van de kinderopvang en de buitenschoolse opvang hoge prioriteit, gevolgd door de aanpak van onderwijsachterstanden en voortijdig schoolverlaten.

· Het jeugdbeleid van de meeste gemeenten voldoet maar in beperkte mate aan de voorwaarden voor effectief beleid. Het is weinig integraal en onvoldoende afgestemd op de lokale situatie.

· De veelheid van regelingen en de verkokering van het nationale beleid belemmeren op lokaal niveau de ontwikkeling van een integraal preventief jeugdbeleid.

· Van de bij het jeugdbeleid betrokken lokale instellingen en gemeente-ambtenaren krijgen de resultaten van het lokaal jeugdbeleid een mager zesje.

Dit zijn enkele conclusies uit de SCP-publicatie Bestuur aan banden. Lokaal jeugdbeleid in de greep van nationaal beleid, waarop dr. Rob Gilsing op 28 oktober jl. is gepromoveerd aan de Universiteit van Maastricht. In het rapport wordt ingegaan op de relatie tussen lokaal en nationaal jeugdbeleid, het karakter en de effectiviteit van het lokaal jeugdbeleid en de mate van beïnvloeding van dit beleid door het rijksbeleid. Voor het onderzoek werd het jeugdbeleid van 72 gemeenten, alsook het nationale beleid in de periode 1998-2001 geanalyseerd. In 9 gemeenten werden verder gesprekken gevoerd met wethouders, ambtenaren jeugdbeleid, vertegenwoordigers van instellingen en jongeren.

Het rapport Bestuur aan banden vormt een bestuurskundige uitwerking van het in 2003 verschenen SCP-rapport Beleid in de groei. Voortgang en uitkomsten van het lokale jeugdbeleid.

NB: op de dag van de promotie (28/10) en de dag ervóór (27/10) vanaf 15.00 uur is de auteur niet beschikbaar voor het beantwoorden van vragen of het geven van interviews.

Effectiviteit lokaal jeugdbeleid nog gering

Een effectief lokaal jeugdbeleid kenmerkt zich onder meer door een integraal, slagvaardig en op de lokale situatie toegespitst beleid. Hoewel in de onderzochte gemeenten al wel vooruitgang is geboekt met het formuleren van een beleidsvisie, ontbreekt het aan voldoende afstemming met de vele partijen waarmee wordt samengewerkt om tot een integraal beleid te kunnen komen. In veel gemeenten ontbreekt het aan voldoende informatie over de lokale situatie voor het realiseren van maatwerk, terwijl de slagvaardigheid te lijden heeft onder het gebrek aan evaluaties en een te omvangrijk en complex netwerk van betrokken organisaties. De effectiviteit van het lokaal jeugdbeleid is daarom nog gering.

Hoewel de onderzochte periode de jaren 1998-2001 betreft, doen recente publicaties vermoeden dat in de hiervoor geschetste situatie nog maar weinig verbetering is gekomen. Vandaar dat naar andere vormen van samenwerking tussen de verschillende overheden wordt gezocht via o.a. de Operatie Jong en het programma Andere overheid. Ook de benoeming van een regeringscommissaris voor het jeugd- en jongerenbeleid moet in dit licht worden bezien.

`Export van verkokering' naar het lokale niveau

Op nationaal niveau wordt door veel departementen beleid gevoerd dat gericht is op de jeugd. Te denken valt hier aan terreinen als opvoeding, onderwijs en scholing, gezondheid, vrije tijd, kinderopvang, veiligheid en openbare orde en arbeid en inkomen. Hoewel de vanuit het nationaal beleid gewenste integrale benadering inmiddels in het lokale jeugdbeleid wordt nagestreefd, blijken de verschillende departementale regelingen een integrale benadering juist te frustreren. In feite is er vaak sprake van een export van de verkokering tussen de departementen naar het lokale niveau. Er zijn niet alleen veel - vaak ingewikkelde - regelingen, maar bovendien houdt het nationale niveau zich sterk bezig met de uitvoering via allerlei procedures en verantwoordingsverplichtingen.

Vooruitgang in ontwikkeling jeugdbeleid met name bij stedelijke gemeenten

In de periode 1998-2001 heeft een derde van de onderzochte gemeenten duidelijk vooruitgang geboekt met het formuleren van een lokaal jeugdbeleid. Het aandeel gemeenten dat voor dit beleid kwalitatieve of kwantitatieve doelstellingen had geformuleerd liep op van ruim een derde in 1998 tot meer dan de helft in 2001. Het aandeel gemeenten dat in het geheel geen doelstellingen had geformuleerd daalde van ruim 20% in 1998 tot 6% in 2001. Gemeenten met een stedelijk karakter zijn aanzienlijk verder met de formulering van hun beleid dan gemeenten met een meer landelijk karakter. Dat geldt ook voor de mate waarin zij het effect van hun beleid meten. In 2001 maakte bijna de helft van de (zeer) sterk stedelijke gemeenten gebruik van een jeugdmonitor, in de andere gemeenten lag dit percentage onder de 10%.

Jeugdbeleid heeft vooral preventief karakter

Een ruime meerderheid van de onderzochte gemeenten voerde in 2001 een algemeen preventief jeugdbeleid dat gericht is op alle jongeren. Ongeveer de helft voerde tevens een beleid gericht op risicojeugd, terwijl een kwart ook een curatief beleid had ontwikkeld. In het preventief jeugdbeleid hebben vooral de uitbreiding van de kinderdagopvang en de buitenschoolse opvang hoge prioriteit, gevolgd door de aanpak van onderwijsachterstanden. Eenderde van de onderzochte gemeenten telde één of meer brede scholen, terwijl in bijna de helft van de gemeenten daartoe voorbereidingen worden getroffen.

Eén op de drie onderzochte gemeenten kende in 2001 geen specifiek jeugd- en veiligheidsbeleid. Bijna de helft van de gemeenten had op dit terrein wel een beleid of actieplan geformuleerd. Prioriteit krijgen vooral thema's als het tegengaan van overlast en geweld op straat.

Gemeente willen met jongeren praten over jeugdbeleid

Vrijwel alle gemeenten streven ernaar om de jeugd meer bij het gemeentelijke beleid te betrekken. Gemeenten richten zich daarbij in belangrijke mate tot de leeftijdsgroep van 12-18 jaar, die zij onder meer bereiken via jongerenorganisaties en scholen. De participatie van jongeren krijgt in ruim de helft van de gevallen vorm via gesprekken en interviews, terwijl eenderde van de gemeenten een jeugdraad kent. De thema's die vooral aan de orde komen zijn
vrijetijdsbesteding/buurtvoorzieningen en veiligheid/openbare orde.

Resultaat lokaal jeugdbeleid krijgt mager zesje

Van de bij het jeugdbeleid betrokken instellingen is meer dan de helft van mening dat de beleidsdoelen slechts ten dele worden bereikt. Ongeveer eenderde van de instellingen gaat ervan uit dat de doelen uiteindelijk bereikt zullen worden, maar de meerderheid verwacht dat dat later zal zijn dan volgens de planning was voorzien. In een rapportcijfer uitgedrukt komt het oordeel van de instellingen over het resultaat van het lokaal jeugdbeleid uit op een mager zesje. De bij het jeugdbeleid betrokken gemeente-ambtenaren geven het beleid een halve punt meer.

Van de doelgroep van het beleid - de jongeren - oordeelt ongeveer de helft negatief over het lokaal jeugdbeleid, de andere helft oordeelt positief. Jongeren blijken met name ontevreden over de gemeentelijke inspanningen ten aanzien van het uitgaan, activiteiten voor jongeren op straat en veiligheid/bestrijding criminaliteit. Bijna driekwart van de jongeren is van mening dat de gemeente onvoldoende rekening houdt met jongeren.

Door het ontbreken van voldoende en/of vergelijkbare gegevens blijkt het niet mogelijk om op basis van objectieve cijfers uitspraken te doen over de resultaten van het lokale jeugdbeleid, laat staan deze resultaten in verband te brengen met het gevoerde beleid.

SCP-publicatie 2005/10, Bestuur aan banden. Lokaal jeugdbeleid in de greep van nationaal beleid , Rob Gilsing, Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau, oktober 2005, ISBN 90 377 0210 4,

prijs EUR 29,50.

De publicatie is verkrijgbaar bij de boekhandel of te bestellen bij het SCP via fax 070 - 340 7044,

e-mail: bestel@scp.nl of via de web-site: www.scp.nl