Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording Kamervragen Koenders en Samson over misdaden van het Ugandese leger en illegale goudexploitatie in Oost-Congo

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4
Den Haag

Directie Sub-Sahara Afrika
Afdeling Midden- en Oost-Afrika
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag

Datum28 oktober 2005BehandeldWouter Vidlund

KenmerkDAF/MA-834/05Telefoon070-348 5777

Blad1/1Fax070-348 6607

Bijlage(n)1woj.vidlund@minbuza.nl

BetreftBeantwoording vragen van de leden Koenders en Samson over misdaden van het Ugandese leger en illegale goudexploitatie in Oost-Congo

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Koenders en Samson over misdaden van het Ugandese leger en illegale goudexploitatie in Oost-Congo. Deze vragen werden ingezonden op 27 september 2005 met kenmerk 2050600270.

De Minister De Minister
van Buitenlandse Zaken, voor Ontwikkelingssamenwerking,

Dr. B.R. Bot A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, en mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van de leden Koenders en Samsom (beiden PvdA) over misdaden van het Ugandese leger in Noord-Uganda en illegale goudexploitatie in Oost-Congo.

Vraag 1
Wat is uw oordeel over het rapport van Human Rights Watch over de straffeloosheid en het gebrek aan het afleggen van verantwoordelijkheid door het Ugandese leger over in Noord-Uganda gepleegde misdaden? 1)

Antwoord
De situatie zoals die wordt geschetst in het rapport van Human Rights Watch is zorgwekkend.

Vraag 2
Werkt de Ugandese regering naar uw oordeel effectief aan het op nationaal niveau vervolgen van alle mogelijke verdachten die zich schuldig hebben gemaakt aan oorlogsmisdaden of misdaden tegen de menselijkheid, gepleegd door zowel de Uganda People's Defense Forces (UDPF) als door de Lord's Resistance Army (LRA)?

Antwoord
Het staat vast dat de burgerbevolking in Noord-Uganda veel te lijden heeft onder de burgeroorlog die al 19 jaar woedt in dit gebied. De voornaamste oorlogsmisdaden worden begaan door de 'Lord's Resistance Army' (LRA). Het Internationaal Strafhof (ICC) heeft een onafhankelijke justitiële bevoegdheid en heeft arrestatiebevelen uitgevaardigd tegen de top 5 van het leiderschap van de LRA. Het overige deel van de LRA-leden zal in aanmerking komen voor de amnestie-regeling die, met instemming van de internationale gemeenschap, is ingevoerd door de Ugandese regering om een einde aan het conflict te bespoedigen. Via lokale reconciliatie-initiatieven zullen oud-strijders kunnen worden gereïntegreerd in de eigen gemeenschap. Tegelijkertijd heeft ook de UPDF misdaden gepleegd die mede zijn te wijten aan gebrek aan controle op de strijdkrachten door de centrale overheid. Met name in de vluchtelingenkampen is er sprake van een situatie van rechteloosheid. De Ugandese overheid heeft een schoorvoetend begin gemaakt met vervolging van dergelijke gevallen. Politie en justitie zijn evenwel slechts in zeer beperkte mate aanwezig in Noord Uganda, hetgeen onderzoek en vervolging bemoeilijkt. Als gevolg hiervan worden allerlei misdaden - van het UPDF, maar ook van gewone burgers - niet structureel vervolgd of zelfs onderzocht. De Nederlandse regering zet zich er, onder meer door de dialoog met de Ugandese regering, voor in dat ontoelaatbaar gedrag van het leger te allen tijde wordt vervolgd en bestraft. Dit dient te geschieden door onder meer versterking van de justitiële sector en betere controle op de strijdkrachten. Misdaden van de UPDF zijn door Nederland ook in EU-kader aan de orde gesteld.

Vraag 3
Bent u bereid het Internationale Strafhof (ICC) bij te staan in zowel het vervolgen van alle plegers van misdaden (zowel van de UPDF als de LRA) als het effectief duidelijk maken van het mandaat aan de bevolking in het noorden van Uganda en zo bij te dragen aan de legitimiteit en effectiviteit van het ICC? Kunt u aangeven welke stappen u hiertoe wilt zetten?

Antwoord
Indien de Aanklager een beroep op Nederland tot medewerking doet, zal het, krachtens zijn verplichtingen uit hoofde van het Statuut van Rome, de mogelijkheden daartoe bezien. Daarbij tekenen wij aan dat de regering de onafhankelijkheid van de Aanklager dient te respecteren en zich niet mengt in diens beoordeling van de recente publicatie van HRW en de repliek van de regering van Uganda. Verder merken wij op dat het Internationaal Strafhof (ICC) primair zelf verantwoordelijk is voor voorlichting aan en communicatie met de bevolking. Voor het ontwikkelen van activiteiten op dit terrein, heeft het Hof een veldstructuur opgezet en werkt het nauw samen met lokale en internationale ngo's. Nederland draagt via de jaarlijkse contributie bij aan kosten van deze activiteiten, die regulier onderdeel vormen van de begroting van het ICC. Het ICC doet, in het kader van zijn recente begrotingsvoorstel voor 2006, voorstellen de 'outreach' te intensiveren. De regering zal zich bij het beoordelen van de voorstellen laten leiden door het grote belang dat zij aan voorlichting aan en communicatie met de getroffen bevolking hecht. De regering brengt overigens in haar contacten met nationale en lokale autoriteiten van Uganda de rol van het ICC actief over het voetlicht.

Vraag 4
Op welke wijze dringt u aan op het tegengaan van straffeloosheid bij de regering van Uganda ten aanzien van activiteiten van het Ugandese leger in Noord-Uganda? Kunt u aangeven op welke wijze de internationale donoren, inclusief Nederland, hierin opereren?

Vraag 5
Op welke wijze denkt u mechanismen voor vervolging op nationaal niveau, in aanvulling op vervolging door het ICC, te kunnen ondersteunen?

Antwoord
De dialoog over deze kwesties vindt vooral in multi-donor verband (waaronder naast Nederland het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Noorwegen, Zweden, en de Europese Commissie) plaats. Deze 'multi-donor groep' heeft kwesties zoals beschreven in het rapport van 'Human Rights Watch' reeds opgebracht bij de Ugandese regering voordat het rapport uitkwam. Daarnaast is Nederland een actieve donor in de 'Justice Law and Order Sector' (JLOS), waaronder ook het politiële en justitiële apparaat valt. Nederland draagt ook financieel bij aan een project dat tracht te bezien in hoeverre traditionele mechanismen van rechtsspraak in aanvulling op de reguliere rechtspraak een rol kunnen spelen in het kader van verzoening.

Vraag 6
Bent u bereid bij de internationale donorgemeenschap, inclusief de Wereldbank, aan te dringen op ondersteuning van capaciteitsontwikkeling van de Ugandese mensenrechtencommissie en van programma's voor mensenrechtenbewustzijn van zowel het rechtswezen als politie?

Antwoord
Dergelijke ondersteuning door Nederland en andere donoren van de mensenrechtencommissie vindt reeds plaats. De mensenrechtensituatie neemt een centrale plaats in binnen de dialoog met Uganda, bilateraal, in EU-kader en in multi-donor verband, inclusief de Wereldbank. Voorts maakt training in mensenrechten onderdeel uit van het werkprogramma van de genoemde ondersteuning van de 'Justice Law and Order Sector'(JLOS). De aandacht richt zich daarbij met name op het trainen van politieofficieren en medewerkers van het gevangeniswezen. Ook het volgende 'Strategic Investment Plan' (dat thans ontwikkeld wordt voor de periode 2006-2011) zal "fostering a human rights culture across all JLOS institutions" als een strategisch doel noemen. Tot slot financiert Nederland regelmatig diverse kleinschalige activiteiten op het gebied van mensenrechtenbewustzijn.

Vraag 7
Welke maatregelen denkt u te nemen indien de Ugandese regering niet bereid blijkt UDPF-verdachten van ernstige oorlogsmisdaden of misdaden tegen de menselijkheid effectief te vervolgen?

Antwoord
Mocht dit het geval zijn, dan zal dit in de dialoog met Uganda worden opgenomen. Bij het uitblijven van adequate maatregelen zal nadere actie kunnen worden overwogen.

Vraag 8
Kunt u hernieuwde betrokkenheid van de LRA bij aanvallen in Soedan bevestigen? Op welke wijze en in welke mate weet de LRA zichzelf te versterken? 2)

Antwoord
Er zijn berichten van betrokkenheid van de LRA bij aanvallen in Soedan. De LRA opereert evenwel al jaren in dit gebied en het conflict in Noord-Uganda maakt onderdeel uit van het Nederlands beleid met betrekking tot het vredesproces in Sudan. Het is daarbij moeilijk om aan te geven op welke wijze de LRA zich weet te versterken. In het algemeen lijkt er op dit moment eerder sprake te zijn van een zekere verzwakking van de LRA, waarbij opgemerkt dient te worden dat het soort oorlog dat de LRA voert (kleinschalige overvallen op burgers) met minimale middelen lang vol te houden is.

Vraag 9
Wat is uw reactie op de vermeende Ugandese betrokkenheid bij de illegale goudexploitatie en -handel vanuit Oost-Congo? 3)

Vraag 10
Op welke wijze dringt de internationale donorgemeenschap aan op effectieve controle en wetgeving ten aanzien van de goudhandel en de controle daarop binnen Uganda? Welke positie nemen de Wereldbank en het IMF exact in bij het promoten van de exploitatie van mineralen door Uganda? Wordt de IMF-Guide on Resource Revenue Transparancy effectief ingezet?

Antwoord
Er zijn reeds diverse rapporten verschenen die Ugandese betrokkenheid bij de illegale goudexploitatie en handel vanuit Oost-Congo suggereren. Een dergelijke betrokkenheid is echter moeilijk te bewijzen. Het lijkt hierbij ook niet te gaan om betrokkenheid van de regering, maar om die van individuen. Betrokkenheid van de regering wordt dan ook ontkend door de Ugandese autoriteiten. Desalniettemin is de Ugandese rol bij grondstoffenwinning in de DRC wel een frequent onderwerp van de dialoog. De Wereldbank stelt zich op het standpunt dat zolang er geen harde bewijzen op tafel komen en de Ugandese regering blijft ontkennen er niets ondernomen kan worden. Het IMF mengt zich, ingevolge zijn mandaat, niet in politieke discussies in Uganda. De IMF 'Guide on Resource Revenue Transparency' heeft als voornaamste focus inkomsten uit olie- en gaswinning en wordt niet in het Grote Meren gebied ingezet.

Vraag 11
Welke maatregelen bent u bereid te nemen indien Uganda illegale exploitatie van onder meer goud via het steunen van gewapende groepen in Oost-Congo niet effectief aanpakt of verzuimt daadwerkelijke controle op de goudhandel uit te voeren?

Antwoord
Het doorbreken van de informele netwerken die betrokken zijn bij illegale exploitatie en het aan de kaak stellen van de rol van buurlanden daarin, is essentieel. De illegale exploitatie behoeft een regionale oplossing. De Nederlandse inzet daartoe vindt voornamelijk plaats binnen de AU-VN Conferentie voor de Grote Meren regio. Als co-voorzitter van de 'Group of Friends' van deze conferentie streeft Nederland naar concrete afspraken over dit onderwerp. Doel is te komen tot afspraken inzake grensbewaking en respect voor elkaars soevereiniteit. Onderzoek en vervolging van illegale exploitatie dient voorts plaats te vinden in VN-kader, in het bijzonder het 'panel of experts' dat in opdracht van de Veiligheidsraad onderzoek doet naar illegale exploitatie in de DRC. Tenslotte dienen de veiligheidsstructuren in de DRC zelf te worden versterkt opdat de DRC-regering de grondstoffenwinning op haar grondgebied effectief kan controleren. Nederland ondersteunt daarom demobilisatie-, ontwapenings-, en reïntegratie-initiatieven en hervorming van de veiligheidssector in de DRC.

Vraag 12
Zijn in het kader van de OESO-richtlijnen onderzoeken verricht naar de herkomst van goud of andere mineralen die verhandeld worden via Uganda, met betrokkenheid van bedrijven die opereren vanuit de EU? Doen de EU-lidstaten op eigen initiatief ook actief onderzoek naar illegale exploitatie vanuit conflictgebieden, of alleen als derden klachten aanbrengen volgens de OESO-richtlijnen?

Antwoord
Het Nederlandse Nationaal Contact Punt Multinationale Ondernemingen (NCP), dat is ingesteld om de toepassing van OESO richtlijnen te bevorderen, heeft geen onderzoek verricht naar de herkomst van goud of andere mineralen die verhandeld worden via Uganda omdat het NCP hierover geen melding heeft ontvangen. Het NCP in Nederland (en voorzover bekend ook de NCP's in andere OESO landen) voert geen onderzoeken op eigen initiatief uit maar reageert slechts op ontvangen meldingen die Nederlandse bedrijven betreffen met een investeringsrelatie in Uganda en/of DRC. Zulks is hier niet aan de orde.

Vraag 13
Bent u bereid zich in te zetten voor een effectief 'gold monitoring body' 4) met betrekking tot de Grote-Meren-Regio en daarnaast effectieve controle van de Europese import van dergelijke 'risico'-mineralen te bepleiten binnen de EU?

Vraag 14
Worden bedrijven die vanuit de EU opereren, actief bewust gemaakt van het risico dat delfstoffen die via Uganda verhandeld worden, op illegale wijze verkregen zijn uit Oost-Congo? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
De opzet van een 'gold monitoring body' is op dit moment niet aan de orde. Controle op de winning van delfstoffen dient zoveel mogelijk binnen bestaande kaders plaats te vinden. Nederland heeft als eerste land in Europa beleid ontwikkeld ten aanzien van de rol van ondernemingen in conflictgebieden. Aan de nota 'Ondernemen in Conflictgebieden' wordt thans nadere invulling gegeven, waarbij wereldwijde monitoring wordt nagestreefd, evenals wereldwijde strafbaarheid van illegale handelingen, en waar nodig sancties. Daarnaast pleit Nederland er regelmatig voor dit onderwerp op de EU-agenda te plaatsen.

Vraag 15
Hoe beoordeelt u in bovenstaand kader en mede in het licht van de nieuwe kandidatuur van President Museveni de voortgaande samenwerking met Uganda? Op welk moment acht u samenwerking met Uganda niet meer aan de orde?

Antwoord
De partnerschaprelatie met Uganda heeft met name in sociaal-economische zin zijn vruchten afgeworpen. Uganda kent op het gebied van armoedebestrijding een goed 'track record'. Tegelijkertijd zijn er zorgelijke ontwikkelingen. Niet alleen Nederland, maar ook andere donoren hebben aangegeven dat zij verbeteringen willen zien op het gebied van goed bestuur, mensenrechten, corruptie en ten aanzien van het conflict in het noorden. Van beëindiging van de samenwerking is geen sprake, ook omdat een dergelijke stop een verbetering van de situatie niet dichterbij zal brengen.


1) Human Rights Watch, rapport 'Uprooted and forgotten: Impunity and Human Rights Abuses in Northern Uganda', 20 september jl., www.hrw.org
2) www.un.org, 21 september jl., 'Despite serious risks, political progress in Sudan remains on track'
3) Human Rights Watch, rapport 'The curse of gold', 2 juni jl., www.hrw.org
4) Human Rights Watch, rapport 'The curse of gold', 2 juni jl., www.hrw.org, onder 'recommendations'.