Universiteit Maastricht

31 oktober 2005
Eten om niet dik te worden
Europees onderzoeksprogramma Diogenes start project in Maastricht

In januari 2006 start de Universiteit Maastricht met een groot onderzoeksproject genaamd Diogenes, gericht op gezinnen waarin obesitas voorkomt. Zowel ouders als kinderen doen mee. De eerste twee maanden volgen de ouders een dieet om gewicht te verliezen. Daarna gaat het hele gezin, onder begeleiding van een diëtiste, een jaar lang een bepaald voedingspatroon volgen om te proberen niet aan te komen. Uniek aan het onderzoek is dat de gezinnen de eerste zes maanden extra geholpen worden bij het aanwennen van het nieuwe voedingspatroon doordat ze gratis een groot deel van hun voedingsmiddelen kunnen halen uit een speciaal voor het onderzoek ingerichte supermarkt op de universiteit. Gezinnen die aan het Diogenes-onderzoek willen meedoen kunnen zich vanaf nu aanmelden.

Het onderzoeksproject maakt deel uit van het Europese onderzoeksprogramma Diogenes. Dit vijfjarig wetenschappelijk onderzoeksproject wordt gefinancierd door de Europese Unie. Dertig partners, waaronder universiteiten, onderzoeksinstellingen en bedrijven uit vijftien Europese landen werken eraan mee. De algehele coördinatie is in handen van NUTRIM, het voedingsonderzoeksinstituut van de Universiteit Maastricht, dat ook een deel van het onderzoek uitvoert.

Diogenes onderzoekt of bepaalde veranderingen in de voeding dik worden kan voorkómen of in ieder geval beperken. We weten inmiddels allemaal dat het verstandig is niet teveel vet, en zeker niet teveel verzadigd vet, te eten. Dat is niet alleen goed voor hart en bloedvaten, maar ook voor het gewicht. Waar we nog weinig van weten is of de hoeveelheid eiwitten en de hoeveelheid en het soort koolhydraten in de voeding ook belangrijk zijn. Normaal bestaat onze voeding ongeveer voor 15% uit eiwitten. De vraag is wat er gebeurt met ons gewicht als we het eiwitgehalte verder verhogen, naar bijvoorbeeld 25%. Extra aandachtspunt daarbij is of dit ook een geschikte voeding is voor kinderen. Ook over koolhydraten is de laatste tijd behoorlijk wat te doen. Eén van de mogelijk belangrijke verschillen tussen soorten koolhydraten is de mate waarin ze de bloedsuikerspiegel verhogen. Een maat daarvoor is de glykemische index (GI). Sommige onderzoekers denken dat je van voeding met een hoge GI dik wordt, maar zeker is dat nog allerminst. Ook hier gaat Diogenes proberen uitsluitsel over te geven.

Het onderzoek richt zich op gezinnen waarvan beide ouders en tenminste één van de thuiswonende kinderen te zwaar zijn. De ouders zullen eerst gedurende twee maanden door middel van een dieet afvallen. Daarna gaat het hele gezin gedurende een jaar proberen op gewicht te blijven. Daarbij gaat het niet om het tellen van calorieën, maar om het aanleren van een gezonde manier van eten met hulp van een diëtiste. De voeding varieert in eiwitgehalte en glykemische index. De eerste zes maanden doet het gezin een groot deel van zijn boodschappen in de Diogenes-winkel op de universiteit, de volgende zes maanden moeten de boodschappen weer bij de eigen winkel(s) gedaan worden met de kennis die het gezin inmiddels heeft opgedaan over het specifieke voedingspatroon. Via metingen wordt het gewicht en de gezondheidstoestand van het gezin steeds in de gaten gehouden.

Gezinnen die geïnteresseerd zijn in deelname aan Diogenes kunnen meer informatie over het project vinden op de Diogenes website, www.Diogenes-eu.org, waar ze zich ook kunnen aanmelden voor deelname. Nadere informatie is beschikbaar bij drs. G. Hul, capaciteitsgroep Humane Biologie, Universiteit Maastricht, Postbus 616, 6200 MD Maastricht, e-mail diogenes@hb.unimaas.nl.