Ministerie van Verkeer en Waterstaat

GROFWILD EN VERKEER OP DE VELUWE

Vereniging Wildbeheer Veluwe
Secretariaat Dhr G.J. Spek
Elburgerweg 146
8171 RJ Vaassen

telefoon: 0578.576.124
email: spekfauna-advies@introweb.nl

Inleiding
Naar aanleiding van de vraag een beeld te geven over de problematiek van aanrijdingen met grofwild op de Veluwe en in het bijzonder de wegen rond het Nationaal Park de Hoge Veluwe is onderstaand document opgesteld.

Data
De databronnen zijn divers. Gegevens worden verkregen van politie, BOA's en of poeliers en derden.
Vanaf 1992 is er een vrijwel gebiedsdekkende registratie door de Vereniging Wildbeheer Veluwe gevoerd. Inmiddels beschikt de VWV over een dataset met 6500 geregistreerde aanrijdingen.

Aantallen

Het aantal geregistreerde aanrijdingen schommelt van 225 tot meer dan 700 stuks per jaar. Gekeken naar de soort dan vormen ree en wild zwijn de hoofdmoot. Hun aantallen variëren -alhoewel niet synchroon - met een opmerkelijke gelijkenis van 100 tot 340 stuks per jaar. Bij beide soorten schommelen de aantallen aanzienlijk, dit is bij wilde zwijnen toe te schrijven aan de dichtheid. Verwacht mag worden dat hetzelfde geld voor reeën. Het aantal aanrijdingen met edelherten varieert van 10 tot 45 stuks per jaar, de schommelingen worden meer toegeschreven aan toevalligheden. Het aantal aanrijdingen met damherten is nog relatief beperkt minder dan 10 stuks per jaar.

Verdeling per maand

Elke soort geeft zijn specifieke verdeling over het jaar. Een en ander is vanuit gedrag en leefwijze goed te verklaren.

Edelherten

Bij edelherten zien we een lichte toename in maanden mei en juni. Dit wordt veroorzaakt door het uiteenvallen van de kaalwildroedels in verband met de geboorte van de kalveren. Dit leidt tot een grotere spreiding van jonge onervaren dieren die tijdelijk hun ervaren moeder kwijt zijn. De piek in oktober en november hangt samen met de edelherten bronst. Aanrijdingen betreft voornamelijk aanrijdingen met mannetjes, opvallend is de stijging van het aantal aanrijdingen na de hoogbronst in de laatste week van september.

Wild zwijn

De toename vanaf juli is te verklaren door de toenemende mobiliteit van de biggen en de verdere toename door voedsel zoekgedrag langs wegen, wat o.a. gestimuleerd wordt door de val van eikels en beukenoten. In deze periode wordt er ook intensief gefoerageerd naar dierlijke eiwitten in de grasvegetaties langs de wegen.

Ree

Bij reeën is er opvallende toename van aanrijdingen in de maanden april, mei en juni. Dit heeft te maken met trekgedrag van jonge reeën die opzoek zijn naar een eigen territorium.

Worden de drie soorten bij elkaar opgeteld dan is er elke maand aanrijdingrisico met wisselend grofwild. De grootste kans op een aanrijding wordt gemaakt in de maanden mei, juni, oktober en november.

Gewichten

Ree, edelhert en wild zwijn verschillen extreem voor wat betreft levend gewicht. Een en ander is de onderstaande tabel weergegeven.

|                |Edelhe|Wild   |Ree|
|                |rt    |zwijn  |   |
|Volwassen mnl   |200   |100    |20 |
|Volwassen vrl   |100   |70     |17 |
Volwassen edelherten en wilde zwijnen zijn gelet op hun massa in vergelijking tot reeën aanzienlijk gevaarlijker. Bij edelherten en damherten bestaat de kans vanwege de hoogte dat een dier tijdens een aanrijding over de motorkap door de voorruit naar binnen komt.

Gedrag

Groepsgrootten
Voor wat betreft gedrag kunnen de soorten als volgt worden onderverdeeld. Hierbij kunnen we onderscheid maken in solitair levende dieren en in groepsverband levend dieren. Een soort specifiek probleem is dat het leidende dier altijd door de jonge gevolgd wordt. De automobilist denkt dat het dier is over gestoken en geeft weer gas, waardoor het nog volgende dier wordt aangereden.

|                |Edelhert        |Wild zwijn      |Ree             |
|Volwassen mnl   |Sol             |Sol / groep     |Sol             |
|                |(9,10,11)/groep |(10,11,12)      |                |
|Volwassen vrl   |Sol (5,6) /     |Groep           |Groep           |
|                |groep           |                |                |
|1 jarig mnl     |Sol / groep     |Sol / groep     |Sol             |
|1 jarig vrl     |Sol / groep     |Groep           |Sol / groep     |
|0 jaar mnl      |Groep           |Groep           |Groep           |
|0 jaar vrl      |Groep           |Groep           |Groep           |
Sol = solitair

De groepen bij reeën zijn in de regel klein (2 tot 3 dieren). Bij wilde zwijnen kan dit variëren van 3 tot circa 20 stuks. Edelherten zitten hier min of meer tussen in, alhoewel er lokaal ook grotere roedels voorkomen.

Op en langs de weg
Zowel reeën als wilde zwijnen gebruiken wegen als voedsellinten. De hiermee samenhangende frequentere aanwezigheid verhoogd de kans op aanrijdingen. Edelherten zijn duidelijke schuwer en steken in de regel heel bewust een weg over. De toename van het aantal aangereden geweidragers na de bronst wordt geweten aan een minder oplettend gedrag.

Info wegen in de periferie van het Nationaal Park de Hoge Veluwe

Hieronder zijn de gegevens per weg vermeld van de navolgende wegen:
|NR |Van     |Naar      |Naam          |Nummer |Opmerkingen          |
|1  |Otterlo |Hoenderloo|Apeldoornseweg|N304   |Zuidzijde raster Hoge|
|   |        |          |              |       |Veluwe               |
|2  |Hoenderl|Ugchelen  |Otterloseweg  |N304   |Vrije wisseling      |
|   |oo      |          |              |       |                     |
|3  |Otterlo |Schaarsber|Harderwijkerwe|N310   |Oostzijde raster Hoge|
|   |        |gen       |g             |       |Veluwe               |
|4  |Ede     |Arnhem    |Verl.         |N224   |Vrije wisseling      |
|   |        |          |Arnhemseweg   |       |                     |
|5  |A50     |Schaarsber|Koningsweg    |N311   |Gedeeltelijk vrije   |
|   |        |gen       |              |       |wisseling            |
|6  |Hoenderl|Schaarsber|Hoenderloseweg|N804   |Oost en westzijde    |
|   |oo      |gen       |              |       |diverse rasters      |
NR 1 Apeldoornseweg / N304
|Jaar|Ree|Wild    |Edelhe|Damher|Totaa|
|    |   |zwijn   |rt    |t     |l    |
|2000|3  |9       |1     |      |13   |
|2001|2  |8       |1     |      |11   |
|2002|3  |15      |      |      |18   |
|2003|9  |16      |5     |      |30   |
|2004|   |1       |      |      |1    |
NR 2 Otterloseweg / N304
|Jaar|Ree|Wild    |Edelhe|Damher|Totaa|
|    |   |zwijn   |rt    |t     |l    |
|2000|5  |11      |5     |      |21   |
|2001|9  |17      |8     |      |34   |
|2002|8  |14      |4     |      |26   |
|2003|11 |16      |2     |      |29   |
|2004|11 |9       |7     |      |27   |
NR 3 Harderwijkerweg / N310
|Jaar|Ree|Wild    |Edelhe|Damher|Totaa|
|    |   |zwijn   |rt    |t     |l    |
|2000|10 |5       |1     |      |16   |
|2001|8  |5       |1     |      |14   |
|2002|4  |10      |3     |      |17   |
|2003|6  |5       |5     |      |16   |
|2004|5  |1       |1     |      |7    |
NR 4 Verl Arnhemseweg / N224
|Jaar|Ree|Wild    |Edelhe|Damher|Totaa|
|    |   |zwijn   |rt    |t     |l    |
|2000|2  |13      |      |      |15   |
|2001|8  |24      |      |      |32   |
|2002|11 |12      |2     |      |25   |
|2003|17 |41      |1     |      |59   |
|2004|14 |13      |5     |      |32   |
NR 5 Koningsweg / N311
|Jaar|Ree|Wild    |Edelhe|Damher|Totaa|
|    |   |zwijn   |rt    |t     |l    |
|2000|   |        |      |      |     |
|2001|   |        |      |      |     |
|2002|9  |5       |      |      |14   |
|2003|4  |7       |1     |2     |14   |
|2004|1  |2       |2     |2     |7    |
Uit 2000 en 2001 geen gegevens beschikbaar.

NR 6 Hoenderloseweg / N804
|Jaar|Ree|Wild    |Edelhe|Damher|Totaa|
|    |   |zwijn   |rt    |t     |l    |
|2000|   |        |1     |1     |2    |
|2001|   |2       |      |1     |3    |
|2002|1  |5       |      |      |6    |
|2003|2  |        |1     |      |3    |
|2004|1  |        |      |      |1    |
Aanrijdingen en ontsnippering
Veranderingen in rastersituaties en de geleidelijk uitbreiding van het leefgebied van edelhert en damhert zien we terug in het optreden van aanrijdingen op wegen waar voorheen de soort in principe niet wisselde. Met verder gaande ontsnippering zal het aantal wegen waarover edelhert en damhert kunnen gaan wisselen toenemen. Voor ree en wild zwijn is dit minder aan de orde omdat het ree overal al voorkomt en het wilde zwijn geen nieuwe ruimte wordt geboden.