Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan, mede namens de Minister-President, op uw verzoek (205-138) inzake de vragen van de leden Wilders en Rouvoet over de uitspraak van de president van Iran dat Israël van de kaart moet worden geveegd. De vragen zijn gesteld tijdens de regeling van werkzaamheden van 26 oktober 2005.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Balkenende, minister-president, op vragen van de leden Wilders (Groep Wilders) en Rouvoet (ChristenUnie) over de abjecte uitspraak van de president van Iran dat Israël van de kaart moet worden geveegd.

Vraag 1
Hebt u kennis genomen van het bericht "President Iran: Israël van de kaart vegen"?'

Vraag 2
Is het waar dat de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad heeft gezegd dat Israël "van de kaart moet worden geveegd"? Deelt u de mening dat deze uitspraak abject en ontoelaatbaar is en een krachtig weerwoord verdient?

Vraag 3
Bent u bereid uw walging en ongenoegen hierover in Europees en multilateraal verband aan de Iraanse regering kenbaar te maken en ook de Iraanse ambassadeur hier te lande hierop aan te spreken?

Antwoord
Volgens verschillende bronnen (waaronder de Iraanse staatsmedia) heeft de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad zich inderdaad in dergelijke bewoordingen uitgelaten tijdens een conventie in Teheran getiteld: "A world without Zionists". Ik veroordeel dergelijke uitspraken ten stelligste.

Het is het staand beleid van Iran het bestaansrecht van Israël niet te erkennen. Dit beleid vormt één van de zorgpunten van de Europese Unie ten aanzien van Iran, waarop dit land door de Unie wordt aangesproken. Naar aanleiding van de bovengenoemde uitspraken van de Iraanse president is vandaag de ambassadeur van Iran namens mij op ambtelijk niveau ontboden, waarbij de ernstige verontrusting en veroordeling van de bedoelde uitlatingen zijn overgebracht.

' www.telegraaf.nl, 26 oktober 2005


---- --