VVD



Nieuws

1 nov 2005 - Apologie

Speech Katwijk maandag 31 oktober 2005 Jozias van Aartsen

Intussen heeft ook het gewone Haagse politieke leven zijn loop hernomen. De afgelopen twee weken werden gekenmerkt door gekissebis tussen onze beide coalitiepartners D66 en CDA. De irritatie in de coalitie lijkt op te lopen. Vooral minister Pechtold liet van zich horen. Hij was ook degene die het van christelijke zijde moest ontgelden. Ik moet zeggen, ik heb het steekspel geamuseerd aangekeken. Enerzijds de jolige minister die een loopje neemt met de eenheid van kabinetsbeleid, bij wijze van bestuurlijke vernieuwing. Anderzijds de CDA-fractievoorzitter die zei: "Als minister Pechtold het hier niet leuk vindt, moet hij maar vertrekken." Het was me het sfeertje wel.
Mij lijkt het belangrijk het hoofd koel te houden. We moeten de zaken op hun merites beoordelen. Dat geldt ook voor de discussie die tussen CDA en D66 het hoogst oplaaide, die over terrorismebestrijding. Daar ligt het gelijk niet aan één kant. Ik wil daar vanavond wat meer over zeggen.

Laat ik vooropstellen: het was erg onhandig van Pechtold om te stellen dat premier Balkenende bijdraagt aan 'doemdenken' door te waarschuwen voor terreur, en dat we minder over de risisco's moeten 'kakelen'. Terecht heeft de premier zich daar boos over gemaakt. Ook Pechtold moet toch weten, het probleem van terreur is ernstig. Paniek zaaien doet niemand in dit land (althans niemand met bestuurlijk gezag).

Over twee dagen herdenken we de moord op Theo van Gogh. Al meteen na 2 november vorig jaar hebben we geleerd dat het geen aanval was van een enkeling, van een gek of een 'zielige allochtoon'. Het was een terroristische aanslag, voortgekomen uit geradicaliseerde en georganiseerde kring. We werden er allen dwingend op gewezen dat er individuen in onze samenleving zijn die geweld niet uit de weg gaan om de waarden van hun extremistisch geloof te verdedigen. Het is dan ook volkomen terecht dat het kabinet daartegen de maatregelen neemt die het neemt. De VVD-fractie heeft hierin steeds het voortouw genomen. Wij zijn blij dat het de goede kant op gaat. En wij zijn tevreden dat het CDA - zoals trouwens ook de PvdA - ons hierin volgt.

Maar dat betekent niet dat wij elk voorstel voor terrorismebestrijding blindelings steunen. En hier moet ik D66 op één punt gelijk geven. Het voorstel van minister Donner dat eraan zit te komen om de verheerlijking van terroristische misdrijven strafbaar te stellen, dat is bij nader inzien geen goed idee. De vrijheid van meningsuiting is in het geding. Wij liberalen zijn daar zeer alert op.

Waar gaat het precies om? De nieuwe wet wil "het openbaar verheerlijken, vergoelijken, bagatelliseren of ontkennen van terroristische misdrijven" strafbaar stellen. In de media is dit steeds samengevat als een "verbod op apologie". Dit is een ban op het vrije woord die verder gaat dan tot nu toe wettelijk mogelijk is en ook dan wat ons betreft wenselijk is.

Van juridische zijde is er inmiddels op gewezen (o.a. door de Raad van Rechtspraak) dat het met deze wet zeer moeilijk is juridisch grenzen te trekken tussen oorbare en niet-oorbare uitlatingen en dat rechters in de problemen zouden kunnen komen. Dit is zeker een probleem. De huidige grens is volgens ons de juiste. Die ligt tussen enerzijds het in woorden verheerlijken van geweld (is niet strafbaar) en anderzijds het aanzetten tot feitelijk geweld en tot haat (wel strafbaar). Concreet: het is niet verboden blij te zijn over 11 september (verheerlijken), het is evenmin verboden te stellen dat het 11 september niets voorstelde (bagatelliseren), maar het moet wel verboden zijn te zeggen: "11 september was een goede zaak, dus dat gaan we nog eens doen!" (want dat is aanzetten tot geweld). Een heldere afperking.

Laat ik nog concreter zijn. Had met de nieuwe wet de politie van Ede op 11 september 2001 de feestvierende Marokkaanse jongens moeten oppakken? Had de column van Maarten van Rossem waarin deze de gevolgen van Nine Eleven "schromelijk overdreven" noemde, moeten worden verboden? Ik dacht van niet. Maar Donner denkt van wel.

Maar er is een ander groot bezwaar. Niet juridisch, maar politiek. Daar hoor ik weinigen over. Ik doel op de mentale opstelling die uit de maatregel spreekt. Het apologie-verbod toont het gebrek aan zelfbewustzijn van de Nederlandse politieke elite tegenover de radicale islam (want daar gaat het om). Moeten wij soms bang zijn voor de preken van de radicale imams? Zijn niet de argumenten waarop de vrije westerse samenleving rust, veel sterker? Moeten wij als vrije mannen én vrouwen dit debat niet in alle openheid aangaan? Want, ik kan u zeggen, het kan misschien even duren, maar dat debat, dat winnen we!

De Nederlandse staat moet geen zedenmeester worden. Het is niet de 'vergroving van het publieke debat' die de eerste zorg is. De staat heeft iets belangrijkers te doen: "Wij moeten het terroristen zo moeilijk mogelijk maken" - zo zegt ook het Liberaal Manifest -, "wij moeten hen opjagen zodat ze rust noch duur kennen, wij moeten hun kringen infiltreren, en... wij moeten hen voor de rechter brengen zodat hun schamele en abjecte motieven voor iedereen zichtbaar worden en hun het martelaarschap wordt ontzegd." Dat lijkt mij mooi werk voor de minister van Justitie.

De VVD zal tegen dit wetsvoorstel Apologie stemmen. Niet omdat we soft zijn, maar omdat wij mensen afrekenen op daden, én omdat wij vertrouwen hebben in de kracht van de vrije samenleving.

31 oktober 2005

Jozias van Aartsen