European Union



| | | |

|RAAD VAN                 |                                       |NL         |
|DE EUROPESE UNIE         |                                       |           |
Brussel, 9 november 2005 14060/05 (Presse 283) P 124/05
(OR. en)

PERSMEDEDELING

Betreft: Verklaring betreffende de mensenrechten in Oezbekistan

Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie betreffende de mensenrechtensituatie in Oezbekistan

Op 3 oktober 2005 hebben de ministers van Buitenlandse Zaken van de Europese Unie hun ontsteltenis uitgesproken over de berichten in verband met de aanhouding en het molesteren van degenen die de door de Oezbeekse autoriteiten gepresenteerde versie van de feiten in Andizjan op 12-13 mei in twijfel hebben getrokken, waaronder verdedigers van de mensenrechten, journalisten en anderen, en de Oezbeekse regering opgeroepen een einde te maken aan deze praktijken. Op 19 en 26 oktober heeft de Europese Unie voorts haar bezorgdheid geuit over de behandeling van Elena Urlaeva en Sanjar Umarov.

De Europese Unie is verheugd dat op 28 oktober een einde is gemaakt aan de psychiatrische opsluiting van mevrouw Urlaeva en roept de Oezbeekse autoriteiten op om te bevestigen dat haar behandeling, in afwachting van een onafhankelijk medisch onderzoek van haar toestand, zal worden stopgezet.

De Europese Unie is ontsteld over de berichten betreffende de "onaanvaardbare omstandigheden" waarin de leider van de Sunshine Coalition, de heer Umarov, wordt vastgehouden. De Europese Unie verzoekt de Oezbeekse autoriteiten met klem om in te stemmen met een onafhankelijk onderzoek naar de toestand van de heer Umarov.

Tevens is de Europese Unie bezorgd over de omstandigheden van de aanhouding en detentie van Mukhtabar Tojibaeva en Saidjahon Zainabitdinov en wenst zij te vernemen waarvan zij worden beschuldigd en hoe zij het maken.

De Europese Unie heeft al eerder haar verontrusting geuit over de omstandigheden waarin Dilshod Khajiev, Tavakal Khajiev, Hasan Shakirov en Mukhammad Kadirov aan Oezbekistan zijn overgedragen hoewel de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen hun de vluchtelingenstatus had verleend. De Europese Unie wenst te vernemen waarvan zij worden beschuldigd, waar zij zich bevinden en hoe zij het maken. De Europese Unie dringt er bij de Oezbeekse autoriteiten met klem op aan om alle gedetineerden overeenkomstig de internationale normen te behandelen en hun toegang te verlenen tot hun raadslieden, hun familieleden en anderen die zich zorgen maken om hun welzijn.

De Europese Unie herhaalt haar oproep aan de Oezbeekse autoriteiten om de vrije meningsuiting te beschermen door een eind te maken aan het molesteren en opsluiten van diegenen die dit grondrecht uitoefenen, waaronder journalisten, verdedigers van de mensenrechten en anderen.

De toetredende landen Bulgarije en Roemenië, de kandidaat-lidstaten Turkije en Kroatië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en de EVA- landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en de Republiek Moldavië, sluiten zich bij deze verklaring aan.


* Kroatië blijft deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.