AFM: meer aandacht voor belang klant bij ontwikkeling financiële
producten
9-11-2005
Meer aandacht voor het belang van de klant bij het ontwikkelen van
financiële producten leidt bij de verkoop van het product tot minder
problemen. Door risico's bij de productontwikkeling te onderkennen
zijn klanten beter af en kunnen banken hogere kosten en eventuele
reputatieschade vermijden. Dit concludeert de Autoriteit Financiële
Markten (AFM) op basis van een onderzoek naar de wijze waarop
risicovolle producten, zoals garantieproducten, effectenhypotheken en
reverse convertibles worden ontwikkeld en verkocht. De AFM stuitte op
verschillende tekortkomingen en overtredingen van wet- en regelgeving
waartegen in voorkomende gevallen is opgetreden. Positieve
ontwikkeling is dat verschillende banken gedurende het onderzoek zelf
actie hebben ondernomen om het proces van productontwikkeling te
verbeteren. Ook juicht de AFM het initiatief van de NVB toe om
hiervoor 'best practices' op te stellen. In het vandaag verschenen
rapport 'Voortdurende zorgplicht' rapporteert de AFM in algemene zin
over de conclusies uit het onderzoek en zijn voorbeelden van goede
praktijksituaties beschreven.
De trend dat complexe financiële producten meer en meer worden
aangeboden aan particulieren was mede aanleiding voor het
AFM-onderzoek. Grote financiële instellingen verkochten in 2004
bijvoorbeeld voor 4,3 miljard euro aan garantieproducten. Het
onderzoek spitste zich toe op de vraag hoe enkele van deze complexe
producten - garantieproducten, effectenhypotheken en reverse
convertibles - aan klanten worden verkocht en hoe banken bij de
ontwikkeling, bemiddeling en verkoop van een product omgaan met de
zorgplicht; kort gezegd, het handelen in het belang van de klant. Voor
de onderzochte producten is gekeken naar de wijze waarop het bestuur
van een bank betrokken is bij de productontwikkeling (de governance),
de risico's bij de productontwikkeling, de instructies en de verkoop,
de wijze waarop wordt omgegaan met het cliëntenprofiel en naar de
positie van adviseurs. Het onderzoek vond plaats bij een
representatieve groep banken, waarbij in totaal 14 onderdelen zijn
bekeken, aangevuld met toezichtinformatie en interviews met management
en medewerkers. De resultaten van het onderzoek zijn individueel
teruggekoppeld naar de desbetreffende instellingen, wat bij diverse
instellingen heeft geleid tot meer aandacht voor de zorgplicht en
specifieke verbeteracties.
Tekortkomingen bij productontwikkeling en verkoop
De AFM constateerde dat bij meerdere banken het proces rond de
productontwikkeling niet goed was georganiseerd. Dit leidt tot fouten
en tekortkomingen die veel grotere problemen kunnen veroorzaken, zoals
het terughalen van een product, schadeloosstelling aan klanten en
reputatieschade. Cruciaal is dat het bestuur van een bank het belang
van zorgplicht voldoende erkent en betrokken is bij de
productontwikkeling. Meerdere banken hadden ten tijde van het
onderzoek geen organisatiebrede visie op zorgplicht. Inmiddels is de
betrokkenheid van het bestuur bij de productontwikkeling verbeterd en
intensiever dan voorheen.
De door de AFM vastgestelde tekortkomingen concentreren zich vooral op
het onvoldoende inventariseren van de productrisico's en het
onvoldoende transparant communiceren over de risico's van een product.
In de bemiddelingsfase valt op dat banken ook onvoldoende monitoren of
de effectenportefeuille van hun klanten zal leiden tot het doel
waarvoor de klant die heeft bestemd, bijvoorbeeld het opbouwen van
pensioen. Het cliëntenprofiel moet instellingen inzage geven in de
financiële positie van de belegger, zijn beleggerservaring en de
risico's, maar ook het doel waarmee een klant het beleggingsproduct
aanschaft moet hierin zijn benoemd. De AFM zal in haar toezicht
scherper letten op de compleetheid van het cliëntenprofiel en of op
basis hiervan de juiste dienstverlening kan worden geboden.
Risicovolle producten
Bij garantieproducten wordt gegarandeerd dat (een deel van) het
ingelegde kapitaal aan het einde van de looptijd wordt terugbetaald.
Meestal bestaat het product uit een deel dat wordt gespaard en een
deel dat wordt belegd. Deze producten worden vooral verkocht aan
defensieve beleggers. De kans op een laag rendement bij
garantieproducten is groot. Uit onderzochte instructies bleek dat dit
risico niet in alle gevallen wordt genoemd. Bij het merendeel van de
producten is niet aangegeven wat de kans op een bepaald rendement is.
In sommige gevallen was de informatie te onduidelijk om een adequate
invulling van de zorgplicht door de adviseur zeker te stellen. Wel
hebben adviseurs zelf een positieve invloed op de zorgplicht.
Bij reverse convertibles is er sprake van een omruilrecht, zij het dat
dit een omgekeerd recht is (reverse) en dus is toegewezen aan de
uitgever van de obligatie. Het risico voor de belegger is dat aan het
eind van de looptijd de aflossing niet in contanten plaatsvindt, maar
in stukken die de belegger moet afnemen. Bij koersdaling loopt de
belegger dus het risico dat de af te nemen stukken een lagere waarde
vertegenwoordigen dan de inleg. De omvang van de markt van reverse
convertibles wordt door de markt geschat op 1,5 miljard euro. Uit
klachten die de AFM heeft ontvangen blijkt dat beleggers soms niet op
de hoogte zijn van de specifieke risico's bij reverse convertibles.
Uit het AFM-onderzoek is gebleken dat dit risicovolle product ook is
verkocht aan klanten met een defensief cliëntenprofiel. Ook hier
geldt dat de kans op een bepaald rendement niet wordt vermeld.
Anders dan de beleggingshypotheek, waaraan een verzekering is
gekoppeld, beslaat de effectenhypotheek met een volume van 3 miljard
een relatief klein deel van de hypotheekmarkt. Bij een
effectenhypotheek wordt eenmalig bij aanvang, of periodiek een bedrag
op een beleggingsrekening gestort. Het risico bij een
effectenhypotheek is dat pas aan het einde van de looptijd bekend is
of voldoende vermogen is opgebouwd voor het aflossen van de
hypotheeklening. De impact van deze hypotheekvorm kan groot zijn in
het geval de beleggingsresultaten onverhoopt tegenvallen. Gelet op het
dynamische karakter van een effectenhypotheek vraagt dit product om
continue aandacht gedurende de looptijd. Kortom, een voortdurende
zorgplicht, die ook in de wet is omschreven. Banken erkennen dat hier
meer aandacht voor nodig is. Zo hadden sommige banken geen
revisieproces, een periodieke controle waarbij wordt nagegaan of de
opbouw van het vermogen wel conform prognose verloopt en of de
(levens)omstandigheden van klanten niet zijn gewijzigd. De AFM wijst
instellingen op het belang van een goed georganiseerd revisieproces,
zodat wordt voorkomen dat cliënten ongemerkt onvoldoende vermogen
opbouwen om de hypotheek op termijn af te kunnen aflossen.
Autoriteit Financiële Markten