Ministerie van Algemene Zaken


1red16231

2-12-2005, NOS, Met het oog op morgen, Radio 1, 23.07 uur

MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD, OVER BRANDVEILIGHEID CELLENCOMPLEXEN EN GEREGULEERDE WIETTEELT

WALLAART:
Het conflict gaat over de brandveiligheid van het complex. Daarvoor zou het kabinet zich onvoldoende inzetten na die vreselijke brand en daarvoor wordt een hele façade opgetrokken door die gemeente van dwangsommen, vergunningen, inspecties waar van alles mee aan de hand zou zijn, maar waar het eigenlijk op neer komt is dat de Haarlemmermeer vindt dat het kabinet voor het cellencomplex net even een stapje harder moet lopen dan voor de rest van het land, juist door die brand. Dat weigert Donner en zo nu ook blijkt Balkenende. Die voelt ook niks voor een voorkeursbehandeling. Ze moeten gewoon aan dezelfde eisen voldoen als de rest van de cellencomplexen in Nederland. Vandaar dat verwijt van burgemeester Hertog dat het kabinet zich rigide en te formeel opstelt. En ik vroeg premier Balkenende vanmiddag wat hij van die kwalificaties vond.


BALKENENDE:
Dat zijn algemeen aanduidingen waar je de problematiek niet mee oplost. Daarom wil ik gewoon terug naar de inhoud: waar gaat het over, wat is niet goed, hoe zijn in het verleden de wensen geweest, de eisen van de kant van de gemeente en hoe is daar toen op ingespeeld? Laten we daar met elkaar over spreken. Dat vind ik bestuurlijk gezien een wenselijker situatie dan kwalificaties over elkaar te geven.

WALLAART:
Maar de burgemeester van Haarlemmermeer hecht er ook een emotioneel aspect aan. Die zegt dat het kabinet vindt dat de veiligheid van het complex dezelfde behandeling verdient als elders, terwijl zei zeggen: we hebben die brand gehad, dus het verdient extra aandacht. Bent u het daarmee eens?


BALKENENDE:
We weten allemaal dat we moeten kijken naar: wat zijn de eisen waaraan voldaan moet worden, hoe kun je veiligheid het beste waarborgen? Als er problemen zijn, spreek daarover met elkaar. Zo zit ik erin en dat is volgens mij ook de enige oplossing om met elkaar verder te komen.

WALLAART:
U vindt dus niet, zoals burgemeester Hertog, dat het cellencomplex bij Schiphol meer aandacht op gebied va veiligheid verdient dan andere complexen.


BALKENENDE:
Ik vind dat je overal moet kijken: hoe zit het met de eisen die je stelt. Er zijn natuurlijk heel erge dingen gebeurd, geen misverstand. Daar is ook over gesproken in de Tweede Kamer, terecht, want het houdt mensen bezig en die emoties zijn gewoon groot. Dat weten we, maar je kunt niet zeggen dat nu één instelling ineens een bijzondere aandacht verdient, want het gaat om vragen die overal aan de orde zijn.

WALLAART:
U bent het ook eens met minister Donner die zegt dat er geen rechtvaardigingsgrond is om het complex anders te behandelen.


BALKENENDE:
Nee, maar het zou natuurlijk ook niet goed zijn, want wanneer je gaat werken met voorkeursbehandelingen, dan moet je je weer afvragen: er kan iets ergs zijn gebeurd. Maar je kan niet zeggen: we gaan nu een instelling anders behandelen, omdat wij in Den Haag worden aangekeken op de vraag van: hoe geef je vorm aan beleid, hoe geef je vorm aan zorgvuldigheid, wat betekent eisen van veiligheid. Dat is natuurlijk een algemeen vraagstuk.

WALLAART:
Maar dat er iets ergs is gebeurd, dat kan toch op zich aanleiding geven om wat meer je best te doen?


BALKENENDE:
Ja maar kijk, ik vind dat je niet zomaar kan zeggen: de ene instelling krijgt een voorkeurspositie ten opzichte van andere instellingen. Want wat gebeurt er nu met mensen die ergens anders zitten? Moeten die het gevoel krijgen van: wij zijn op achterstand gekomen? Dat is net zo goed een vraag die je moet stellen. Wij kennen in Nederland de bekende regel, artikel 1 van de Grondwet is dat mensen gelijk worden behandeld. Zeker als we het hebben over vraagstukken van veiligheid, want daar praten we over, dan is het net zo goed een notie die van belang is.

WALLAART:
De gemeente wil nu dat cellencomplex gaan sluiten, hoe moet dat nu verder? Hoe gaat u dat als kabinet verhinderen?


BALKENENDE:
Ik moet zeggen dat er over dit onderwerp van sluiten het nodige te zeggen valt. Ik heb kennis genomen van het voornemen van het gemeentebestuur. Daarop valt naar het oordeel van de minister van Justitie af te dingen. Maar dat is ook een rechtskwestie. Ik vind dat het niet op mijn weg ligt om nu daar publiekelijk mededelingen over te gaan doen.


-GEREGULEERDE WIETTEELT-

WALLAART:
Goed, gaan we naar een andere rechtskwestie en naar een andere burgemeester die regelmatig iets tegen de zin van het kabinet doet. Burgemeester Leers van Maastricht presenteerde vandaag een plan om in zijn gemeente een proef te beginnen met gereguleerde wietteelt. Het zogenaamde manifest van Maastricht. Een goed manifest? .


BALKENENDE:
Het zal ongetwijfeld zo zijn dat de opstellers van het manifest er tevreden mee zijn.

WALLAART:
Maar u?


BALKENENDE:
Ik denk er toch wat anders over. We hebben het over zaken van experimenten.

WALLAART:
Daar is niets op tegen toch?


BALKENENDE:
Ja, maar je moet wel kijken of die experimenten zich verdragen met bijvoorbeeld het Nederlands recht. Wat doet zich in dit geval voor? Er is toch sprake van spanning tussen het voorstel te komen tot dit soort experimenten en de Nederlandse wet. Dat is niet het enige, we hebben ook te maken met internationale afspraken. Daar hebben we te maken met twee dingen die de zaak wat lastig maken.

WALLAART:
Je hebt dus de Nederlandse wet en je hebt het internationaal recht. Dat zijn toch ook weer hele rigide en formele argumenten.


BALKENENDE:
De vraag is natuurlijk toch: wat is nu het probleem? Waar hebben we het over? We hebben te maken met criminaliteit, we hebben te maken met overlast, we hebben te maken met irritatie bij de bevolking. Ik kom regelmatig in dit land en wat ik hoor is vaak een grote mate van irritatie. Dat zien we zeker in de grensstreek. Dan is het de vraag: hoe los je dit soort zaken op?

WALLAART:
Maar dat zij allemaal dingen die aan de voordeur spelen, bij het gebruik en de verkoop van wiet. Dit gaat natuurlijk om de manier waarop coffeeshops bevoorraad worden. Dan is het toch beter om dat in de hand te houden?


BALKENENDE:
Ja, maar de vraag is nu wat het effect daarvan is. als je een experiment zou gaan doen en dan praten we toch in termen van legalisering. Dan is het de vraag of die andere problemen daarmee zouden worden opgelost. Ik heb daar eerlijk gezegd toch twijfels over.

WALLAART:
Maar van legalisering spreken ze niet, ze vragen u om hen ruimte te geven zodat ze dat kunnen uitvoeren.


BALKENENDE:
Kijk, met experimenten speelt nu nog iets anders. Er is een onderzoek, dat loopt en dat gaat over de vraag van hoe het internationaal recht op het ogenblik ruimte zou kunnen bieden of niet biedt aan het houden van dit soort experimenten. Dat onderzoek wordt nog verricht en dat zullen we ook moeten afwachten en dan zullen we daar uiteraard met de Kamer over spreken. Maar ik vind het dan ook procedureel een beetje lastig: voordat die duidelijkheid er is, weten dat die spanning bestaat met Nederlands recht en internationale verplichtingen, om dan nu te zeggen: laten we het maar gaan doen.

WALLAART:
Maar zij zijn vast besloten om dat experiment uit te voeren. Hoe gaat dat nou verder? Hoe gaat u voorkomen dat Leers zijn gereguleerde wietplantages oogst?


BALKENENDE:
Daar wil ik nog geen uitspraken over doen, want dat is uiteraard in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de betrokken bewindspersoon. Ik ga in algemene zin in op de verhouding tussen het experiment en de Nederlandse wet. Daar zie ik spanning in bestaan en hoe dat allemaal verder vorm en inhoud krijgt, dat zullen we later dan wel zien. (Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, LJ)