Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
ASEA/2005/78285

Onderwerp Datum
Decemberraming koopkracht 2006 2 december 2005

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft mij verzocht om uw kamer uiterlijk vrijdag 2 december 2005 een integraal inkomensbeeld 2006 te doen toekomen. Zij vraagt daarbij onder meer te betrekken de uitvoering van de motie Van der Vlies, de tegemoetkoming buitengewone uitgaven, de tijdens de Algemene Beschouwingen gedane toezeggingen en aangenomen moties, alsook de toezeggingen die tijdens de behandeling van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen zijn gedaan.

Met deze brief wil ik aan dit verzoek voldoen. Achtereenvolgens komen de navolgende onderwerpen aan de orde:

1. Actueel koopkrachtbeeld inclusief wijzigingen naar aanleiding van APB en wijziging in de aftrek buitengewone uitgaven.

2. Voorstellen van de regering naar aanleiding van de motie Verhagen inzake energieprijzen.
3. Stand van zaken uitvoering motie Van der Vlies.

4. Stand van zaken toezeggingen tijdens de behandeling Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen.


1. Actueel koopkrachtbeeld
In kolom 1 van tabel 1 staat het op Prinsjesdag gepresenteerde koopkrachtbeeld weergegeven. In kolom 2 staat het beeld inclusief de naar aanleiding van de APB gedane aanpassingen:
· de verhoging van de kinderkorting met 90 (motie Verhagen);

· de verruiming in de BU-regeling (motie Halsema).

De nieuwe CPB-raming leidt vervolgens tot het in de derde kolom van tabel 1 gepresenteerde beeld. Het koopkrachtbeeld is gunstiger dan ten tijde van de MEV geraamd. Ten opzichte van het in kolom 2 gepresenteerde beeld is het koopkrachtbeeld voor alle standaardgroepen tussen 0 en ½ %-punt verbeterd. Zo is de koopkrachtontwikkeling van een alleenstaande op het sociaal minimum verbeterd van 0% naar ¼%.

De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de MEV zijn:

· daling van de gemiddelde nominale ziektekostenpremie met 64 per volwassene per jaar;


2


· de daling van de standaardpremie (op basis waarvan de zorgtoeslag berekend wordt) is minder groot, namelijk 42 per volwassene per jaar. Hierdoor hebben ook huishoudens met zorgtoeslag een voordeel van 22 per volwassene per jaar.

· De CPI raming is nagenoeg gelijk gebleven. De energierekening is weliswaar 35 hoger dan ten tijde van de MEV werd geraamd. Hier staat tegenover dat de inflatie zich de afgelopen maanden minder sterk heeft ontwikkeld dan ten tijde van de MEV werd verwacht. Daarnaast is de raming van de invoerprijzen neerwaarts bijgesteld.

Tabel 1. Koopkrachtbeeld 2006
MEV MEV 2006
2006 2006* december-
Koopkrachtcijfers raming
Actieven:
Alleenverdiener mk
modaal ¾ 1 1 ¼
2*modaal 5 ¼ 5 ¼ 5 ½

Tweeverdiener
modaal + ½*modaal mk 0 0 ½
2*modaal + ½*modaal mk 3 ¼ 3 ¼ 3 ½
modaal + modaal zk ½ ½ 1
2*modaal + modaal zk ¼ ¼ ½

Alleenstaande
WML 1 1 1 ¼
modaal ½ ½ 1
2*modaal 0 0 ¼

Alleenstaande ouder
WML ¾ ¾ ¾
modaal ½ 1 1 ¼

Inactieven
Sociale minima
paar mk 1 1 ½ 2
alleenstaande 0 0 ¼
alleenstaande ouder ½ 1 ¼ 1 ¼

AOW (alleenstaand)
sociaal minimum 2 2 2 ¼
AOW +5000 2 2 2 ¼

AOW (paar zk)
sociaal minimum ½ ½ 1
AOW+10000 5 ½ 5 ½ 5 ¾

Het actuele beeld is zelfs gunstiger dan het ten tijde van Prinsjesdag gepresenteerde beeld. Met de motie Verhagen is gevraagd om in het geval dat de gemiddelde geraamde olieprijs hoger is dan 50 dollar per vat, en dit leidt tot een hogere energierekening en een verstoring van het koopkrachtbeeld, hiervoor éénmalig, in 2006, een compensatie te verlenen. Hoewel sprake is van een gestegen olieprijs en daarmee een iets hogere stijging van de energierekening ten opzichte van de MEV-raming is er geen sprake van een verstoring van het koopkrachtbeeld. Daarom ziet het kabinet op dit moment geen aanleiding om tot nadere ondersteuning van het koopkrachtbeeld als gevolg van gestegen energieprijzen, zoals bedoeld in de motie Verhagen, over te gaan. Wel zal het


3

kabinet de ontwikkeling van de olie- en energieprijzen en het koopkrachtbeeld in 2006 nauwlettend volgen. Een eerste indicatie van deze ontwikkeling is met het verschijnen van het CEP- beeld beschikbaar.

3. Motie Van der Vlies
Naar aanleiding van de Motie Van der Vlies heb ik uw Kamer op 19 september jl. een brief gestuurd (ASEA//2005/71950). In het AO van 6 oktober jl. zijn met de minister van VWS de pakketmaatregelen van 2004 geëvalueerd. In het verlengde hiervan is tijdens de Invoerings- en Aanpassingswet bij de Zorgverzekeringswet in de Eerste Kamer een onderzoek toegezegd naar de integratie van de zorgtoeslag en de andere fiscale regelingen. Een werkgroep is op dit moment bezig de problematiek en de mogelijke oplossingsrichtingen in kaart te brengen. Gegeven alle eerdere wijzigingen en discussies over de inkomenspositie van chronisch zieken en gehandicapten en de diverse regelingen die hiervoor bestaan is het van belang om een gedegen onderzoek te verrichten naar alle mogelijkheden die op de diverse terreinen bestaan. Aan de heer Van der Vlies is tijdens de APB toegezegd het onderzoek te verbreden met een verkenning van andere mogelijkheden om chronisch zieken en gehandicapten gericht inkomensondersteuning te bieden. De uitkomsten hiervan zullen mede afhankelijk zijn van de mogelijkheden om de zorgtoeslag en de overige fiscale regelingen te integreren. Bij de verbreding van het onderzoek zal gebruik worden gemaakt van de rapportage van het SCP over het (niet- )gebruik van overheidsvoorzieningen. Het kabinet zal het rapport op een dusdanig moment aan de Kamer aanbieden dat bespreking hiervan nog voor de zomer van 2006 kan plaatsvinden. Hierdoor is het mogelijk om eventuele maatregelen per 1 januari 2007 van kracht te laten worden. Tot slot is naar aanleiding van de motie Halsema bij de APB de fiscale compensatie van chronisch zieken en gehandicapten verruimd voor een bedrag van 96 mln. Deze wijzigingen zijn opgenomen in het Belastingplan 2006.


4. Toezeggingen AWIR
Tijdens de derde termijn van de plenaire behandeling van de wetsvoorstellen Awir (29 764) en Aanpassingswet Awir (29 765) heeft mevrouw Noorman-Den Uyl verzocht om inzicht te verschaffen in de kosten die gemoeid zijn met een zodanige matiging van de marginale druk van de huurtoeslag, dat deze niet boven de 45% uitkomt. In reactie op dat verzoek heeft de Minister van VROM in haar brief van 9 februari 2005 (TK 29764, nr. 37) toegezegd te onderzoeken hoe de marginale druk in de huurtoeslag substantieel beperkt kan worden. De Minister van VROM zal de Kamer voor de behandeling van de begroting van SZW separaat informeren over de uitkomsten van dat onderzoek.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)