Ministerie van Buitenlandse Zaken

In de antwoorden op de Kamervragen van de leden Albayrak en Timmermans van 24 augustus 2005 (TK, vergaderjaar 2004-2005, nr. 2265), alsmede in de antwoorden op de vragen van de leden Van der Laan en Koser Kaya van 27 oktober 2005 (TK, vergaderjaar 2004-2005, nr. 276), hebben wij toegezegd de Kamer te informeren over de bevindingen van de Koninklijke Marechaussee (KMAR) gedurende de aan Bulgarije verleende bijstand in juli en augustus 2005 met betrekking tot bestrijding van corruptie aan de grens. Tevens informeren wij u over de verdere Nederlandse inzet ten aanzien van bestrijding van corruptie waarmee reizigers door Bulgarije geconfronteerd kunnen worden. Gaarne voldoen wij, mede namens de Minister voor Vreemdelingenbeleid en Integratie, aan deze toezegging.

Nederlandse inzet in juli/augustus 2005

Missies van de KMAR
Van 10-17 juli 2005 heeft een missie van de KMAR naar de Bulgaars-Servische grens en van 4-13 augustus 2005 naar de Bulgaars-Turkse grens plaatsgevonden, met als doel bij te dragen aan het effectief en professioneel functioneren van de Bulgaarse grenscontrole. Tijdens deze missies heeft de KMAR geconstateerd dat de grensbewakingstaken over het algemeen professioneel uitgevoerd worden. Tegelijkertijd heeft de KMAR geconstateerd dat zich een aantal zorgwekkende incidenten heeft voorgedaan tijdens haar aanwezigheid. Met name de wijze waarop bepaalde kosten tijdens de grenspassage in rekening gebracht worden (bijvoorbeeld de aanschaf van een Autobahnvignet of de door het Bulgaarse ministerie van landbouw opgelegde ontsmettingskosten van voertuigen) behoeft verbetering. Meerdere malen werden bonnen uitgeschreven met bedragen die niet correspondeerden met de door de grenspassant werkelijk betaalde bedragen. Na melding door de KMAR van deze incidenten zijn twee ambtenaren van de ontsmettingswasstraat op non-actief gesteld. De KMAR observeerde dat veel grenspassanten, al dan niet vrijwillig, een klein bedrag in hun paspoort stoppen voor de Bulgaarse douanebeambten en constateerde dat hierop niet adequaat wordt gereageerd door de douane. De KMAR heeft tevens bij de commandant van de grenspolitie aanbevolen om hoofden van doorlaatposten beslissingsbevoegdheid over grenspassage te geven, zodat sneller beslissingen genomen kunnen worden dan in de huidige situatie waarbij in geval van twijfel het hoofdkwartier beslist. Tenslotte dienen volgens de KMAR de ambtenaren van de grenspolitie meer probleemoplossend te gaan werken. De KMAR concludeert dat de grensbewaking in Bulgarije in het licht van de EU-toetreding in 2007 nog aanzienlijke bijstelling en verbetering behoeft.

Missie Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND)
Van 18 juli tot en met 26 augustus 2005 zijn twee Immigration Liaison Officers (ILO's) in Bulgarije gestationeerd geweest, die waar gewenst ondersteuning konden leveren bij vragen over Nederlandse reis- en verblijfsdocumenten en die met het oog op een bijdrage aan verbetering van het in- en uitreisproces van vreemdelingen aan de Bulgaarse grens dit proces hebben geobserveerd en geanalyseerd. Bij de observatie en analyse is gebruik gemaakt van de resultaten van gesprekken met ongeveer 1000 uitreizende Nederlanders. Uit deze gesprekken kwam naar voren dat de wachttijden aan de Bulgaarse grenzen als hinderlijk lang ervaren worden en dat er nog steeds vormen van corruptie aan zowel de Bulgaarse grens als in het binnenland voorkomen. De corruptie is echter al beduidend minder dan voorgaande jaren. De geïnterviewden noemden vooral de vignettenverkoop, douanecontrole en aanhouding door de verkeerspolitie als momenten waarop corruptie werd ondervonden. In veel mindere mate werd de controle door de grenspolitie en de ontsmetting van het voertuig genoemd. De resultaten van de analyse zijn met de Bulgaarse autoriteiten besproken.

Voor de volledigheid wordt nog vermeld dat van 18 tot 20 juli 2005 medewerkers van het Bureau Dokumenten IND Zwolle documenttrainingen hebben verzorgd ten behoeve van 47 Bulgaarse grenspolitiebeambten.

Alle drie hierboven genoemde activiteiten zijn op uitnodiging van en in samenwerking met de Bulgaarse autoriteiten uitgevoerd.

Verdere Nederlandse inzet

De Minister van Buitenlanse Zaken heeft op 4 oktober jl. met zijn Bulgaarse ambtgenoot uitgebreid gesproken over deze problematiek, mede op basis van de informatie die de bovengenoemde activiteiten hebben opgeleverd. De recent aangetreden Bulgaarse Minister van Buitenlandse Zaken onderkent het probleem en heeft aangegeven dat de tot nu toe genomen maatregelen nog onvoldoende effect hebben gesorteerd. Wij hebben afgesproken waar mogelijk samen te werken bij de verbetering van grenscontroles en de bestrijding van corruptiepraktijken. De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken heeft in zijn gesprek met de Bulgaarse Minister van Europese Zaken deze problematiek eveneens besproken.

Inmiddels is op 25 oktober jl. het voortgangsrapport van de Commissie verschenen, waarin duidelijk het belang van het in hoog tempo verder opvoeren van de strijd tegen corruptie wordt onderstreept. De appreciatie van dit rapport door de regering ging u reeds toe op 31 oktober (kenmerk: DIE-723/05). De Commissie is inmiddels gealerteerd ten aanzien van de hierboven beschreven bevindingen.

In de komende periode zal door de Bulgaarse autoriteiten verder gewerkt worden aan het tegengaan van corruptie, mede met het oog op minimalisering van de problemen tijdens het zomerreisseizoen 2006. De monitoring in het kader van het EU-toetredingsproces door de Europese Commissie wordt voortgezet, evenals de verdere besprekingen van de EU met Bulgarije over de aanpak van knelpunten. De verantwoordelijkheid voor verbetering ligt echter bij de Bulgaarse regering. Nederland zal zowel in EU-verband als bilateraal de voortgang van het proces kritisch blijven volgen en de ontwikkelingen betrekken bij het verdere besluitvormingsproces inzake de Bulgaarse toetreding tot de EU. Gezien de door de Bulgaarse regering getoonde wil om de problemen blijvend aan te pakken en het verzoek om verdere samenwerking met Nederland op dit gebied, zal Nederland waar mogelijk assistentie blijven bieden. In overleg met andere betrokken EU-lidstaten zal worden bezien hoe van Nederlandse zijde - binnen de beschikbare capaciteit - kan worden ingegaan op de Bulgaarse behoefte aan assistentie.

Tenslotte zal, met het oog op een zo goed mogelijke informatieverstrekking aan de reizigers naar en door Bulgarije het overleg op ambtelijk niveau tussen het ministerie van Buitenlandse Zaken, de Bulgaarse ambassade en belangenorganisaties van reizigers blijven plaatsvinden. Waar van toepassing zal informatieverstrekking tevens via het reisadvies van dit ministerie op het internet plaatsvinden.

De Minister van Buitenlandse Zaken, De Staatssecretaris voor Europese Zaken,

Dr. B.R. Bot Mr. Drs. A. Nicolaï

---- --