Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
5 december 2005
Ons kenmerk
IVW/TEW/2005-585
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

-
Uw kenmerk
2050602590
Onderwerp
Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van het kamerlid Roefs inzake het herstel van de plas Rijkelse Bemden te Beesel, Noord-Limburg.


1. Kent u het artikel 'Sanering van Bemden goedkoper'?


1. Ja, dat ken ik.


1. Bent u op de hoogte van het voornemen om de vrijkomende specie van deellocatie 4 en 5 niet te legaliseren maar te hergebruiken aan de overkant van de Maas op 200 meter afstand? Zo ja, wanneer is dit besluit genomen en door wie?

Ja, ik ben van dit voornemen op de hoogte.

In november 2003 heb ik het besluit genomen om de specie van deellocaties
4 en 5 te verwijderen. De belangrijkste reden voor dit besluit was het ontbreken van de juridische basis om het niet verwijderen van de specie achteraf te legaliseren. Die juridische basis ontbreekt ook nu nog.

Inmiddels heeft Rijkswaterstaat de hersteloperatie ter hand genomen. Daarbij moet onderzoek volgens het protocol van het Bouwstoffenbesluit duidelijk maken welk deel van de af te voeren specie, eventueel na verwerking, toepasbaar is als bouwstof en welke restricties daarbij in aanmerking genomen moeten worden. Op basis van bestuurlijke afspraken met de gemeente Beesel is als eis aan de aannemer opgenomen dat de uiteindelijke bestemming van toepasbare specie buiten de gemeentegrenzen van Beesel dient te liggen.
Binnen deze randvoorwaarden heeft de aannemer een melding in het kader van het Bouwstoffenbesluit gedaan gericht op het toepassen van specie afkomstig van deellocatie 5 in het project Neerbeekdelta.

Is er overleg geweest tussen Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten (eigenaar van de plas) over de mogelijkheid tot legalisering, nu blijkt dat de specie van deellocaties 4 en 5 (categorie 2) wel toepasbaar is in dit soort werken?


3. Natuurmonumenten, Rijkswaterstaat en bevoegd gezag in deze, de Inspectie Verkeer en Waterstaat, hebben in het verleden gezamenlijk de mogelijkheden tot legalisatie van een (gedeelte) van de gestorte specie verkend. Zoals door mij bij het antwoord op vraag 2 is aangegeven, ontbrak en ontbreekt daartoe de juridische basis. Het Bsb liet dat niet toe en anticiperen op wijzigingen van het Bsb werd niet wenselijk geacht en was ook juridisch niet mogelijk. Ook een latere heroverweging van dat standpunt heeft niet geleid tot een andere conclusie. Dit omdat de wijziging van het Bsb en de termijn waarop deze zou plaatsvinden op het moment van dat besluit nog onvoldoende concreet waren. Daarop is besloten tot aanbesteding van de volledige verwijdering.

Vindt u het economisch gezien verantwoord om de deellocaties 4 en 5 te verwijderen nu legalisering door interim-wetgeving op de huidige locatie mogelijk is? Zo ja, vindt u dit maatschappelijk gezien verantwoord? Hoe gaat u dit bekend maken aan de Beeselse bevolking?


4. De economische voordelen van het laten liggen van de specie moeten worden afgewogen tegen de juridische mogelijkheden. Daarbij heeft legaliteit de voorrang. De juridische (on)mogelijkheden houden verband met de aanpassing van het Bsb. Nu geldt voor het Bsb een overgangsbeleid. Onderdeel van dat overgangsbeleid is, dat de Wijziging Bsb 2005 geen terugwerkende kracht zal hebben. Dat heb ik ook in een brief aan alle waterbeheerders met kenmerk DGW/VW/2005/572 onder 'Slotopmerkingen' expliciet aangegeven. Die regel geldt uiteraard ook voor de Rijkelse Bemden. Legalisering op de huidige locatie is dus juridisch nog steeds niet mogelijk.
Bij brief van 11 november 2005 (kenmerk IVW-TeW/2005-570 heb ik de voorzitter van de Gemeenteraad van Beesel op de hoogte gebracht van mijn zienswijze in dezen. Kernpunt is bij deze beantwoording de juridische situatie zoals ik in de vorige alinea heb verwoord. Daarbij heb ik ook verwezen naar het gegeven dat de aanbesteding inmiddels was gedaan, en dat door de Gemeente Beesel terzake ook alle vereiste vergunningen zijn afgegeven.

Daaraan voorafgaand hebben Rijkswaterstaat en de provincie Limburg de bestuurders en inwoners van de gemeente Beesel en van de gemeente Roggel & Neer ingelicht over de start van het herstelproject. Zo hebben RWS Maaswerken en het bevoegd gezag in week 44 en 45 in lokale weekbladen in Roggel & Neer en in Beesel over het project gepubliceerd. Op 11 oktober
2005 zijn de gemeenteraden van beide gemeenten tijdens een informatieavond geïnformeerd en op 13 oktober is er een inloopavond voor de omwonenden van de Neerbeekdelta gehouden. Ook is een gezamenlijk persbericht verstuurd door Rijkswaterstaat en de Provincie Limburg.

Is het u bekend dat dinsdag 1 november 2005 gestart zal worden met de baggerwerkzaamheden?


1. Ja, op dinsdag 1 november is door de aannemer een start gemaakt met de werkzaamheden.


6. Bent u bereid de werkzaamheden stil te leggen nu blijkt dat legalisering conform de huidige wet- en regelgeving wel mogelijk is?

Neen. Zie mijn antwoorden op de vragen 2 en 4 omtrent de onmogelijkheid van legalisatie van de in de Rijkelse Bemden gestorte specie. Stilleggen zal dus niet leiden tot opheffen van de illegale situatie in de Rijkelse Bemden.

Deelt u de mening dat het eerst ontruimen van de deellocaties 4 en 5 in strijd is met uw eigen advies, van 2 juni 2003, afgegeven door de Inspectie Verkeer en Waterstaat inzake het maatschappelijk rendement en de bevordering van unieke natuurontwikkeling ter plaatse?


7. Neen, die mening deel ik niet. In genoemde brief van 2 juni 2003 wordt geconcludeerd dat het gezien de situatie op dat moment verstandig zou zijn om de definitieve besluitvorming over de deellocaties 4 en 5 enkele maanden op te schorten. De brief vermeldt tevens dat, mocht na deze periode blijken dat legalisering ook dan niet mogelijk geworden was, alsnog een handhavingbesluit gericht op verwijdering genomen zou worden. Bij brief van 3 november 2003 (DW/HH/CavE/38) is vervolgens definitief besloten om de specie van de deellocaties 4 en 5 te doen verwijderen, omdat op wijziging van het bouwstoffenbesluit qua tijdspad noch qua inhoud enig zicht was. Dit is een weloverwogen besluit geweest waarover met alle betrokken partijen intensief is overlegd.

Bent u bereid, indien de specie toch verwijderd wordt, de Rijkelse Bemden te herinrichten conform de doelstelling van het oorspronkelijke plan tot natuurontwikkeling in het gebied?


1. De overweging om tot herinrichting van de plas over te gaan is niet opportuun, gezien de onderhandelingen die met alle bestuurlijk betrokkenen daarover zijn gevoerd. Ook is verdere herinrichting van de Rijkelse Bemden niet overeengekomen met de eigenaar van de Rijkelse Bemden, de vereniging tot behoud van Natuurmonumenten, noch met de gemeente Beesel. In essentie is dus na onderhandelingen het bestuurlijke besluit genomen dat alle gestorte grond uit de plas Rijkelse Bemden wordt verwijderd en dat het oorspronkelijke bodemprofiel wordt hersteld. In de communicatie rondom het besluit is destijds ook nadrukkelijk gewezen op het feit dat de plas na verwijdering van de specie in de oorspronkelijke staat wordt teruggebracht.


1. Bent u bereid om, gelet op de urgentie van deze kwestie deze vragen, op zo kort mogelijke termijn te beantwoorden?


1. Ja, ik heb mij ingespannen om de vragen zo snel als mogelijk is te beantwoorden.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

mw drs M.H. Schultz van Haegen

-----------------------
Dagblad De Limburger, 28 oktober 2005.