Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
ARBO/A&V/2005/92825

Onderwerp Datum
Kamervragen van de leden De Wit en Van 5 december 2005
Velzen over toepassing van de Regeling
Tegemoetkoming Asbestslachtoffers op
asbestslachtoffers als gevolg van
milieublootstelling.

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden De Wit en Van Velzen (SP) op 11 november 2005, nr. 2050602800, over Toepassing van de Regeling Tegemoetkoming Asbestslachtoffers op asbestslachtoffers als gevolg van milieublootstelling.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)

2 ARBO/A&V/2005/92825

Antwoorden op vragen van de leden De Wit en Van Velzen (SP) over toepassing van de Regeling Tegemoetkoming Asbestslachtoffers op asbestslachtoffers als gevolg van milieublootstelling, nr. 2050602800.

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het rapport over de invloed van milieublootstelling aan asbest in de regio Goor op het optreden van maligne mesothelioom onder vrouwen?

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Deelt u de conclusie dat milieublootstelling aan asbesthoudend afval in het gebied rondom Goor de belangrijkste verklaring is van de sterk verhoogde incidentie van pleura mesothelioom onder vrouwen in dat gebied? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2
Uit de deelrapportage "Regionale spreiding van het maligne mesothelioom in Nederland" blijkt dat de incidentie van pleura mesothelioom (longvlieskanker) onder vrouwen en mannen in het gebied rond Goor respectievelijk bijna 5 keer en 2 keer zo hoog is als in de rest van Nederland. Zoals staatssecretaris Van Geel meldde bij brief van 4 november jl. geeft dit een sterke aanwijzing dat milieublootstelling aan asbest een beduidende rol speelt in de verklaring van de sterk verhoogde incidentie aan longvlieskanker onder vrouwen in het risicogebied.

Vraag 3
Herinnert u zich de bereidheid van uw ambtsvoorganger om in de toekomst ook financiële compensatie te overwegen aan asbestslachtoffers buiten de kring van werknemers van de desbetreffende asbestverwerkende fabriek en hun huisgenoten?

Antwoord 3
Neen. Mijn ambtsvoorganger, staatssecretaris Rutte, heeft tijdens het Voortgezet Algemeen Overleg met de Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 december 2002 met betrekking tot de milieuslachtoffers wel gezegd dat hij deze problematiek bij de evaluatie van de Regeling Tegemoetkoming Asbestslachtoffers in 2005, zou betrekken. Ik streef ernaar om voor het einde van dit jaar deze evaluatie aan de Tweede Kamer te zenden.

Vraag 4
Bent u bereid om de Regeling Tegemoetkoming Asbestslachtoffers uit te breiden met de mensen die zijn blootgesteld aan asbest in het milieu? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4

3 ARBO/A&V/2005/92825

Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op vraag 3. Overigens wijs ik er op dat staatssecretaris Van Geel tijdens een Algemeen Overleg op 24 november jl. heeft toegezegd dat hij het bedrijf Eternit aan zal spreken over schadevergoeding aan milieuslachtoffers. Hier zal hij vervolgens de Kamer over berichten. Hij gaf voorts aan deze slachtoffers, indien van toepassing, procedureel en juridisch te zullen ondersteunen.