Contactpersoon
-
Datum
6 december 2005
Ons kenmerk
FEZ/2005/1142
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
-
Onderwerp
Onderuitputting Infrastructuurfonds
Geachte voorzitter,
Tijdens het Begrotingsonderzoek van 30 november j.l. heb ik u toegezegd u
voor de begrotingsbehandeling per brief te informeren over verwachte
onderuitputting in 2005 en 2006 en de wijze waarop ik daarmee om wil gaan.
Kort samengevat:
De onderuitputting in 2005 wordt opgelost met kasmaatregelen. Een
belangrijk deel van de onderuitputting in 2005 komt in 2006 alsnog tot
uitvoering en/of betaling;
In 2006 wordt op dit moment een onderuitputting op aanleg wegen van ca E
420 mln. voorzien, waarvan E 277 door luchtproblematiek. Dit geld is
vrijwel geheel nodig om de overlopende betalingen van 2005 naar 2006 te
betalen.
Verder productieverlies in 2006 wil ik zo veel mogelijk voorkomen, dan wel
opvangen door het versnellen van andere projecten;
Om de productie ook op langere termijn zo veel mogelijk "op stoom" te
houden worden toekomstige projecten zoveel mogelijk uitvoeringsgereed "op
de plank" gelegd en worden de mogelijkheden van aanvullende
luchtmaatregelen bij specifieke projecten onderzocht.
In deze brief ga ik allereerst in op het meest actuele beeld ten aanzien
van de uitvoering van de lopende begroting 2005. Vervolgens sta ik stil bij
de huidige inzichten over de uitvoerbaarheid van het voor 2006 voorgenomen
programma, mede in het licht van de luchtproblematiek. Dan presenteer ik
het resulterende financiële beeld van de combinatie van de doorwerking van
2005 en de inzichten over 2006. Tenslotte geef ik aan op welke wijze ik de
komende tijd wil omgaan met het risico van vertragingen in het programma en
onderuitputting in het fonds, al dan niet als gevolg van de
luchtproblematiek.
Financieel beeld 2005
Zoals ik u in mijn brief van 3 oktober j.l. (FEZ/2005/805) heb gemeld zou
zonder nadere maatregelen in 2005 een aanzienlijke onderuitputting op het
Infrastructuurfonds ontstaan. In die brief heb ik tevens aangegeven welke
maatregelen ik in dit verband wilde treffen. In de 2e suppletore begroting
van het Infrastructuurfonds wordt per saldo een onderuitputting gemeld van
E 477 mln. (zie tabel 1). Deze middelen zijn ingezet voor vooral het
versneld betalen van rekeningen voor Randstadrail en het afkopen van
diverse overdrachtsverplichtingen. Deze afkopen leiden op termijn weer tot
vrijval binnen de begroting, hetgeen nodig is om het totale programma te
kunnen financieren.
Het optreden van dit overschot was voor mij aanleiding het lopende aanleg-
en onderhoudprogramma grondig door te lichten. Naar aanleiding daarvan hou
ik er rekening mee dat het in de Najaarsnota gemelde onderuitputting voor
2005 met ca E 125 mln. moet worden verhoogd tot E 602 mln.. Ik ben
voornemens ook deze middelen in 2005 in te zetten voor met name aanvullende
kasmaatregelen.
In hoofdlijnen resulteert dan het volgende beeld over 2005 (tabel 1):
Beeld uitvoering programma 2005
Uiteraard is het meest belangrijk of het voorgenomen aanleg- en
onderhoudprogramma tijdig en zo veel mogelijk volgens schema wordt
gerealiseerd.
Onderuitputting die bijvoorbeeld ontstaat doordat rekeningen uit
rechtmatigheidoogpunt pas na de jaargrens betaald kunnen worden is
weliswaar financieel-technisch vervelend, maar raakt het programma niet.
Ongeveer de helft van de onderuitputting ontstaat door vertragingen in het
programma. Hiervan neemt het aanlegprogramma Rijkswegen ca. E 230 mln. voor
zijn rekening. Van dit bedrag wordt weer ca. E 150 mln. veroorzaakt door de
luchtproblematiek. Het betreft hier met name ZSM-projecten. Het andere deel
bestaat vooral uit kasoverloop: de productie wordt in 2005 gerealiseerd
maar de betaling van de rekeningen vindt (grotendeels) in 2006 plaats.
Verwacht wordt dat het kasbeslag van de eerdergenoemde E 602 mln. uit 2005
in 2006 E 377 mln. zal bedragen.
Beeld uitvoering programma 2006
Allereerst wil ik dat we de echte vertragingen in 2005 zo veel mogelijk
goedmaken in 2006. Zo heb ik u onlangs geïnformeerd over de voortgang van
de ZSM-projecten. Hierbij is aangekondigd dat een aantal vertraagde
projecten binnenkort weer in procedure wordt genomen. Dit gaat concreet om
A7 Zaandam - Purmerend, A12 Zoetermeer - Zevenhuizen, A12 Zevenhuizen -
Gouda, A12 Woerden - Gouda, A12 Veenendaal - Ede en A2 Vught - Ekkersweijer
Daar staat tegenover dat, ook al kunnen we volledig langs de lijnen van de
nieuwe AmvB-Lucht werken, volgend jaar de planning van een aantal
wegenprojecten in 2006 niet volledig gehaald zal kunnen worden. Dit gaat om
een deel van de ZSM-projecten en ook een aantal wegen in het
aanlegprogramma zoals de A1/A6/A9 CRAAG benutting, A12 Utrecht west
benutting en de A12 Utrecht-Maarsbergen-Veenendaal-Ede. Financieel zal in
2006 naar huidig inzicht op het wegenprogramma ten opzichte van ontwerp
begroting 2006 ca. E 420 mln. onbesteed blijven, waarvan E 277 mln. als
gevolg van de luchtproblematiek. Het restant wordt veroorzaakt door
problemen in procedures, aanbesteding of contractvorming. Eén en ander
illustreert het belang van een goede projectbeheersing.
Overigens voeren we het grootste deel van het wegenprogramma wel conform
planning uit. Zo zal ik bijvoorbeeld in 2006 de uitvoering starten van de
A7 Zuidelijke ringweg Groningen en de N31 Zurich - Harlingen. Ook lever ik
projecten op, zoals de A15 Reconstructie aansluitingen bij Hardinxveld-
Giessendam. Tevens ga ik ervan uit dat het onderhoudsprogramma aan de weg
volgens planning uitgevoerd gaat worden; hierover ontvangt u een separate
brief.
Tenslotte bezie ik welke maatregelen eventueel nog in 2006 uitgevoerd
kunnen worden in aanvulling op het MIT 2006 om nadelige gevolgen van
vertragingen in het wegenprogramma op te vangen. Deze mogelijkheden zijn
overigens beperkt voorhanden vanwege de tijd die vaak nodig is voordat
daadwerkelijk de "schop de grond in kan". Ik denk dan bijvoorbeeld aan
versnellingen binnen het programma Hoogwaterbescherming, het programma
Ruimte voor de Rivier en versnellingen binnen het vaarwegenprogramma. Ik
hou dan rekening met een budgettair beslag in 2006 van ca E 50 mln.
Kasbeeld 2006
Doordat een belangrijk deel van de onderuitputting over 2005 alsnog in 2006
tot kasbetalingen zullen leiden (ca E 377 mln.), maar de vrijval uit hoofde
van de diverse afkopen en betaling Randstadrail pas op termijn optreedt,
komt het budget 2006 per saldo al grotendeels op het niveau uit de
ontwerpbegroting-2006 uit. Dit beeld wordt versterkt indien bovengenoemde
versnellingen voor 2006 haalbaar blijken.
Aanbestedingsresultaten
Met het vorderen van de uitvoering van het onderhoud en aanlegprogramma zie
ik dat zich aanbestedingsresultaten aftekenen. Dit ligt ook in de lijn der
verwachtingen, aangezien vorig jaar over de volle breedte van het
Infrastructuurfonds vooruitlopend op het daadwerkelijk optreden van
dergelijke resultaten een bedrag van E 1,54 mld. tot en met 2010 is
ingeboekt en volledig ingezet voor diverse prioriteiten. Komend jaar wordt
de berekening van de aanbestedingsresultaten herijkt, waarbij goed wordt
bekeken of we goed op schema lopen, of er zich ten opzichte van het reeds
ingeboekte bedrag wellicht extra meevallers voordoen. Over de resultaten
daarvan wordt u nader geïnformeerd bij ontwerpbegroting 2007.
Aanpak potentiële onderuitputting, mede in relatie tot de luchtproblematiek
Het MIT wordt jaarlijks zo realistisch mogelijk opgesteld. Toch blijkt
regelmatig in de (af)loop van het jaar dat de feitelijke betalingen
achterblijven bij de ramingen. Ook blijkt het door de lange
voorbereidingstijd van projecten vaak lastig om in de spelen op wijzigingen
en verschuivingen binnen het lopende programma's. Ik bezin mij op de wijze
waarop ik met deze problematiek om kan gaan.
Zo wil ik een aantal projecten waarvan de uitvoering op langere termijn
(i.c. na 2010) is voorzien zo snel mogelijk uitwerken om in de jaren na
2006 een flexibeler programma te hebben. Indien meer projecten
uitvoeringsklaar zijn en elders vertragingen worden voorzien of anderszins
budgettaire ruimte ontstaat, kunnen dergelijke projecten, nadat - in geval
bij wegen - sprake is van een onherroepelijk tracébesluit, sneller dan nu
het geval is worden uitgevoerd. Ik wil projecten zeg maar "op de plank"
hebben liggen. Ik zie in alle sectoren mogelijkheden. Bijvoorbeeld:
In het aanlegprogramma wegen bijvoorbeeld voor de A4 Den Haag - Leiden en
projecten op de Ring Utrecht (A2/A12 en A27);
Versnelling van een benuttingpakket voor vaarwegen zoals Toekomstvisie
Waal, Ketelmeer fase 2 en Bovenloop IJssel;
Versnelling van vervangingsinvesteringen in het spoor;
Versnelling van maatregelen voor de aanpak van de leefomgeving, zowel
projectspecifieke luchtmaatregelen als om de versnelde aanpak van
geluidsknelpunten door toepassing van stille wegdekken bij reeds gepland
groot onderhoud van rijkswegen.
Alles bijeen gaat het hier om een werkvoorraad van E 1 tot E 1,5 miljard..
Het luchtdossier vormt een risico voor de uitvoering van het wegenprogramma
in 2007 en verder en daarmee voor de doorstroming. In dit kader is de
beoogde aanpassing van de Wet Milieubeheer, inclusief de mogelijkheden van
een nationaal programma Lucht door staatssecretaris van Geel van groot
belang. Tevens laat ik onderzoeken welke specifieke maatregelen tegen welke
kosten het risico van vertraging van projecten als de 2e Coentunnel kan
beperken. Voor de A74 onderzoek ik de mogelijkheden voor het uitvoeren van
verkeersmanagement maatregelen op dagen waarop uit gemeten
luchtkwaliteitwaarden blijkt, dat normoverschrijding plaats vindt. Tevens
bezie ik wat de mogelijkheden zijn op het gebied van verkeersmanagement.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs
Ministerie van Verkeer en Waterstaat